Renault Captur - Eerste rijtest

Smaakmaker 2.0

49 reacties

Video
AutoWeek 45 2019
AutoWeek 45 2019

Je leest het in AutoWeek 45 2019

Sinds zijn debuut in 2013 maakte de Renault Captur de smaak en dienst uit onder de compacte cross-overs. Maar aan alles komt een einde, tijd dus voor de tweede generatie. Die moet het straks hebben van onder meer een plug-in hybride en gedeeltelijke autonomie. Maar eerst voelen we de auto zelf aan de tand: op naar Griekenland voor een laatste staartje zomer in de nieuwe Captur.

De Renault Captur is misschien niet de uitvinder van de compacte cross-over (al is het maar omdat concerngenoot Nissan Juke sowieso al eerder was), maar het is onomstotelijk het model dat dit segment groot maakte. Toen de Captur in 2013 verscheen als hogere variant op de toen net verschenen vorige generatie Clio, werd hij op de voet gevolgd door de Peugeot 2008, de rest is geschiedenis. Bijna elk zichzelf respecterend volumemerk kwam sinds die tijd wel met een compacte cross-over en natuurlijk had de Captur daar last van, maar het kon niet verhinderen dat hij jarenlang de best verkochte in het segment was en zelfs een van de best verkochte modellen überhaupt. Een status die hij tot bijna aan het einde van zijn loopbaan wist vast te houden, en alleen dat verklaart al afdoende waarom de tweede generatie met enige terughoudendheid is vormgegeven.

Dat zijn de grote lijnen, want anders dan de onlangs geïntroduceerde nieuwe Zoe is deze Captur wel echt volledig nieuw. Hij is 11 cm langer geworden, heeft 2 cm meer wielbasis, is bijna 2 cm breder en heeft een hogere taillelijn, waarmee hij meer indruk moet maken. Maar het levert vooral ook meer binnenruimte op, waar vooral de mensen achterin de vruchten van plukken. Zo is de beenruimte met 17 mm gegroeid en is de gedemilitariseerde zone tussen de vechtende kinderen met 40 mm gegroeid. Die hebben sowieso minder redenen voor conflicten, want met twee usb-laadpunten achterin is een lege Gameboy of smartphone nooit een legitiem excuus om een confrontatie aan te gaan. De kofferruimte is behoorlijk fors met maximaal 536 liter. Daarvoor dien je wel de bodem in zijn laagste stand te zetten en de achterbank de maximale 16 cm naar voren te schuiven.

ZELFRIJDEND NIVEAU 2

Ook voorin zijn flinke sprongen vooruit gemaakt. De wat speelse uitstraling van het oude dashboard heeft plaatsgemaakt voor een meer zakelijke sfeer, met betere materialen, een duidelijk afgescheiden bediening voor de klimaatregeling en een mooi, staand scherm. Dat is uiteraard wel gekoppeld aan de duurdere versies, net als de digitale en naar smaak te configureren klokken. De hogere taillelijn gaat overigens ten koste van het zicht rondom.

Renault ziet de Captur als een stap richting de democratisering van autonoom rijden en daartoe is de duurste versie, mits met automaat, voorzien van adaptieve cruisecontrol en actieve rijbaanhulp, waarmee hij zich ‘autonoom niveau 2’ mag noemen. Standaard houdt hij 2 seconden afstand, wat handmatig kan worden verkort naar 1,2 seconden of verlengd naar 2,4. Het werkt erg prettig, alleen vanuit stilstand wegrijdend bij een verkeerslicht heeft hij wat veel bedenktijd nodig, waardoor je even wat achterblijft op je voorganger. De rijbaanhulp laat nog veel steken vallen, maar vooralsnog geven we hem het voordeel van de twijfel; we rijden op het Griekse platteland. Als er al belijning is, is die zo vervaagd dat ze met het oog zelfs amper zichtbaar is.

We rijden eerst met de handgeschakelde TCe 130 en dat blijkt een erg prettige motor. Helemaal onderin moet je hem even door een klein gat drukken, maar zodra je de 2.000 tpm nadert, komt er volop leven in en blijft hij lang soepel. Schakelen gaat mooi precies en licht, maar de koppeling pakt vrij abrupt aan en heeft enige gewenning nodig. Het onderstel is vrij sportief, maar niettemin comfortabel genoeg. Alleen op heel slecht wegdek spelen de grote, platte banden hem parten en krijg je de gaten in de begroting van de Griekse Rijkswaterstaat wel heel nadrukkelijk door.

Enkele uren later wisselen we van auto en gaan we door met de TCe 155, die standaard een zeventraps automaat met dubbele koppeling heeft. Die EDC-7 draagt erg bij aan het comfortabele karakter en zet de Captur duidelijk een trede hoger. Maar, hoe prettig hij ook voelt, het surplus aan koppel brengt de voortrein van zijn à propos, waardoor je het liever niet aanspreekt. Daarom is, wat ons betreft, de 130 pk-versie de fijnste van de twee, maar dan met de automaat en dat behoort gelukkig tot de mogelijkheden.

EXIT DIESEL

De nieuwe Captur wordt weliswaar nog met dieselmotor gebouwd, maar de Nederlandse importeur zet die niet meer op de prijslijst. Wel zijn er vier motor-transmissiecombinaties op benzine. De eenvoudigste is de TCe 100. Dit is een doorontwikkelde versie van het bekende 999 cc driecilinderblok. Hij is voorzien van turbo en indirecte multipoint-injectie en levert 74 kW (100 pk) en 160 Nm. Deze motorisering is alleen te combineren met een handgeschakelde zesbak. Verder is er een nieuw 1.333 cc viercilinder blok met turbo en directe inspuiting.

Dat levert in de TCe 130-versie 96 kW (131 pk) en 240 Nm en heeft standaard een handgeschakelde zesbak. Dit is ook de versie die wij reden. Deze motor is er ook met zeventraps automaat, de EDC-7. Bovenaan de ladder staat de TCe 155. In de basis is dit hetzelfde blok, maar dan met 114 kW (154 pk) en 270 Nm. Deze motor is er alleen met de EDC-7-transmissie en in de duurdere versies. Daarover gesproken: de eenvoudigste Captur heet Life, is er uitsluitend als TCe 100 en heeft standaard een aardig indrukwekkend pakket hulpsystemen, zoals Active Emergency Braking, afstanden rijbaanhulp, cruisecontrol, lichtsensor en verstelbare en verwarmbare buitenspiegels.

Wat betreft koele lucht ben je echter aangewezen op een open raampje. Wanneer je dat niet ziet zitten, betaal je € 1.900 meer voor een Zen die niet alleen airconditioning heeft (handbediend), maar ook een Easy Link multimediasysteem met 7-inch aanraakscherm, 17-inch wielen en verchroomde accenten. Voor nog € 2.000 extra krijg je de Intens en dat betekent onder andere led-dagrijverlichting, automatische airco, handsfree card, parkeersensoren achter, elektrisch inklapbare buitenspiegels en MultiSense, waarmee je de rij-eigenschappen kunt instellen. Dan is er de gelegenheidsversie Edition One. Die kost € 2.200 meer dan de Intense en daar staan zaken tegenover als navigatie met live verkeer en updates (3 jaar), een groter (9,3 inch) scherm, aluminium dakrails, 18-inch wielen, Bose hifi en een inductielader voor de smartphone. Deze versie is voor de handgeschakelde motoriseringen het hoogst haalbare. De absolute topper heet, zoals we inmiddels van Renault gewend zijn, Initiale Paris. Die heeft een meerprijs van € 1.700 op de Edition One en is voor zien van onder meer leren bekleding, verwarmbare voorstoelen en stuurwiel, automatisch inparkeren, vogelperspectief parkeercamera, 18-inch wielen met Eiffeltorenmotief en adaptieve cruisecontrol.

Deze versie is er alleen in combinatie met de EDC. De nieuwe Renault Captur komt begin december de Nederlandse showrooms binnenrollen. Volgend jaar wordt het gamma uitgebreid met een Bi-Fuel-variant van de TCe 100 en Renaults eerste plug-in hybride, E-Tech genaamd. Die krijgt een gecombineerd vermogen van 160 pk en kan met zijn 9,8 kWh-accu maximaal 65 km volledig elektrisch rijden.

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren

  • +Fijne motoren
  • +Mooi interieur
  • -Edc vanuit stilstand wat traag
  • -Zicht rondom

PRIVATE LEASE Renault Captur

Gerelateerde forum topics

Lezersreacties (49) (gesloten)

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.

De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.

Praat verder op het forum