Met de Land Rover Defender door Namibië - Reportage
Roadmovie zonder asfalt
Het moet de ultieme testrit zijn: 787 kilometer lang offroad rijden in Namibië, waarbij we onder meer woestijnen en rivieren doorkruisen. Ondanks twee platte banden en een ontmoeting met een boom kon niets de Land Rover Defender stoppen.
Natuurlijk gaat er bij het testen van nieuwe auto’s weleens iets mis, maar dit is toch wel erg pijnlijk. De twee lekke banden en de paar schrammetjes op de Defender waren nog niet zo erg – dat kan gebeuren op een zware offroadtocht – maar als je door een desolate woestijn rijdt en dan die ene boom in de wijde omtrek weet te raken, deel je je ego toch wel een gevoelige dreun uit. Iets zegt mij dat de blunder van mijn reisgezel tijdens deze rit, een lifestylejournalist die voor een krant schrijft, hem nog lang zal achtervolgen … Gelukkig heeft hij wel een goede muzieksmaak. Op het 10-inch display verschijnt na zijn zoektocht via Apple CarPlay de naam Khruangbin, een band die een beter geluid voortbrengt dan de naam doet vermoeden.
Uit het standaard 180 watt-audiosysteem schallen een steelgitaar en een rustig voortkabbelende snaredrum. Vervolgens trapt mijn collega het gaspedaal in, het akkefietje met de boom heeft onze Afrikaanse roadmovie maar kort onderbroken. Ik selecteer op het touchscreen de Sandmodus en grasduin vervolgens een beetje door het navigatiesysteem, dat tot de standaarduitrusting behoort. Ik zoek de eerste gelegenheid voor een koffiestop, maar die kan ik op mijn buik schrijven: op maar liefst 154 kilometer afstand, in Opuwo, bevindt zich Kaokoland Restaurant. Het alternatief is de uitspanning Fast Food in Angola. Dat is 221 kilometer rijden.
IN THE MIDDLE OF NOWHERE
Toen Land Rover op zoek was naar een plek om de nieuwe editie van zijn icoon, 70 jaar na de komst van de eerste generatie, aan een select groepje journalisten voor te stellen, besloot de Britse 4x4-specialist dat niet zomaar ergens te doen, maar in the middle of nowhere. De eerste exemplaren van de nieuwe Defender waren bestemd voor James Bond, nu zijn wij aan de beurt, om in het noordwesten van Namibië de nieuweling aan de tand te voelen. We zullen drie dagen doorbrengen in een versie met lange wielbasis, de 110, en dan zullen we 787 kilometer rijden over zand, door het water en soms ook met één wiel in de lucht.
Gelukkig hadden we hier nog de gelegenheid voor voordat het coronavirus toesloeg. Dat wil echter niet zeggen dat we geen enkel gevaar liepen, want het risico om malaria op te lopen, is in deze regio nog altijd groot. Ten tijde van ons bezoek stond Air Namibia bovendien aan de rand van de financiële afgrond, waardoor onze terugvlucht verre van zeker was. Verder leven in dit gebied zo’n 150 leeuwen, vertelde de hier woonachtige John ons gisteravond bij het kampvuur op de camping.
Land Rover rept in de documentatie uitvoerig over alle technische details. Zo zou de nieuwe Defender door 90 centimeter diep water kunnen waden. De aanrijen afloophoek zijn respectievelijk 38 en 40 graden, het model heeft zes 360 gradencamera’s en vijf tot zeven zitplaatsen. Ook beschikt de nieuwe Defender over veertien besturingsunits die over the air kunnen worden geüpdatet. Wat een verschil met zijn voorganger! De belangrijkste vraag is in deze contreien echter of je met de nieuwe Defender kunt ontkomen aan een leeuw. Het antwoord: jazeker! Een leeuw rent met een snelheid van maximaal 60 km/h, de nieuwe Defender is met de 240 pk dieselmotor goed voor 188 km/h. Dankzij het koppel van 430 Nm is de sprint van 0 naar 100 km/h in 9,1 seconden gepiept. En dat ondanks een gewicht van 2,3 ton. Er is ook een hybride uitvoering leverbaar met 400 pk, die maar 6,1 seconden nodig heeft om vanuit stilstand naar 100 km/h te sprinten. Dat zijn voor Defender-begrippen bijna buitenaardse cijfers! In de woestijn is deze krachtpatser echter niet in zijn element.
Bij ons gewoel door mul zand en rivierbeddingen is het verbruik circa 1 op 3. De hybride-Defender zal zich meer thuis gaan voelen in de stadsjungles in China en de VS, landen die waarschijnlijk de voornaamste markten zullen worden voor de nieuwe 4x4, die overigens in Slowakije van de band rolt.
CAMEL TROPHY
Onze kolonne bestaat uit zeven Defenders. Het voelt een beetje alsof de Camel Trophydeelname, waarvan ik als tiener droomde, eindelijk een feit is. Onze auto’s zijn goed voorbereid; ze hebben lieren en het Explorer-uitrustingspakket, met een hoge lucht inlaat en hier en daar beschermende platen.
Toch is niet alles uitsluitend functioneel, want op de motorkap zien we een geribbelde kunststof plaat die herinneringen moet oproepen aan het plaatstaal uit vervlogen tijden. Drie auto’s worden bemand door journalisten, in de vier andere zit begeleidend personeel. Als het lampje van het bandenspanningcontrolesysteem gaat branden doordat een van de terreinbanden een steen heeft geraakt, springen de monteurs uit hun auto’s, trekken het handige trapje dat op onze auto zit naar beneden en klimmen naar de slechts 26 kilo wegende dakdrager, waarna ze het reservewiel van het dak halen.
Nog geen vijf minuten later kunnen we onze rit weer vervolgen. Het Land Roverpersoneel rijdt met snelheden boven de 100 km/h voor ons uit, wij volgen op enige afstand in hun stofwolken. De enige auto die achter ons rijdt, is die waarin de voormalig militair verpleegkundige zit die nu bij het noodteam van Land Rover werkt. “Ik was vroeger gestationeerd in Afghanistan”, had Lee ons verteld. We geloven hem op zijn woord. En als er hier iets gebeurt? “Dan kunnen jullie binnen twee uur in een vliegtuig zitten.” Toch een geruststellende gedachte. Er bevinden zich vier landingsplekken langs de route, zo zegt hij. Niet dat het overigens snel fout zal gaan als je in een Defender rijdt. Waar je in zijn voorganger hard moest werken om je een weg te banen door ruig terrein, doet de nieuwe Defender eigenlijk bijna alles zelf. Wil je een bergpas afdalen? Dan zet je de afdaalassistent aan, plus de gewenste snelheid van 3 of 4 km/h, en klaar ben je.
Als we even later naar rechts kijken, zien we het skelet van een koe liggen; links zien we het karkas van een witte pick-up. Het dier en de auto hebben hun ontmoeting duidelijk niet overleefd; de bestuurder van de auto hopelijk wel. Als we even later de uitdagende Van Zyl’s Pass hebben voltooid, moeten we eerlijk zeggen dat het best meeviel. Ook met een oude Defender zouden we hierdoorheen zijn gekomen. De Nederlandse ontdekkingsreiziger Van Zyl, naar wie de pas is vernoemd, wist in 1920 de bergpas zelfs te bedwingen met een T-Ford. Beide auto’s hadden echter niet van die handige camera’s die op het display laten zien wat de afstand tot obstakels is.
STERK CONTRAST
Wat een ongelooflijk goede alleskunner is deze auto! Wil je door water rijden? Schakel de nieuwe doorwaadmodus in en de auto baant zich er een weg door. Je hebt bij de nieuwe Land Rover de beschikking over vijf rijmodi voor offroadwerk plus vrij te configureren individuele programma’s. Terwijl je in de vorige Defender nog aan de slag moest met een wat weerbarstige versnellingspook, regelt in de nieuwe generatie een achttraps automaat het schakelwerk. Ondertussen doet de dieselmotor zijn werk in alle rust. Terwijl mijn rijmaatje met 70 à 80 km/h door Skeleton Coast Park knalt, lees ik een stukje uit de brochure voor. Land Rover-designer Gerry Van Zyl’s Pass, vernoemd naar de Nederlandse ontdekkingsreiziger die deze omgeving op de kaart zette, is volgens de reisleider “een parcours voor mensen die levensmoe zijn”. De Defender baant zich echter als vanzelf een weg naar beneden.
McGovern omschrijft de auto die hij heeft ontworpen als volgt: “De strak gelijnde zijkanten van de carrosserie vormen een sterk contrast met de consequente verticaliteit van de voorzijde en met name de achterkant.” Daar zit wel een kern van waarheid in. Het fraaist vind ik zelf de achterlichten. Die hebben veel weg van die van de oude Defender, zonder dat ze overdreven retro ogen. Sowieso vind ik de nieuwkomer een fraaie verschijning. Neem de witte stalen wielen, het in een afwijkende kleur uitgevoerde dak en het robuuste interieur met rubberen matten en het instrumentarium van magnesium. Bestuurders van een oude Defender zullen moeten wennen aan de vele knipperende lampjes, die in dit geval niet naar zorgwekkende dingen verwijzen.
Dan is het tijd om zelf plaats te nemen achter het stuur, dat zich in deze Land Rover aan de rechterkant bevindt. Ik spot een waarschuwingsbord dat ons erop wijst dat olifanten de weg kunnen oversteken. Helaas kon ik niet zien of het verkeersbordherkenningssysteem raad wist met dit exotische bord. Dan rijden we de hoofdweg op, die met gravel is bedekt. Er kan nu niets meer fout gaan, zo lijkt het. Maar het loopt anders dan verwacht, want even later geeft een draagarm de geest. “Waarschijnlijk zijn jullie over een heel grote steen gereden”, is de conclusie van een van de begeleidende monteurs. Ze weten de Defender weer op te lappen op een wijze die in dit land heel gebruikelijk is, doordat de dichtstbijzijnde dealer zich waarschijnlijk op honderden kilometers afstand bevindt. Wij mogen overstappen in een andere auto en rijden de zonsondergang tegemoet. De stofwolk voor ons breekt het licht. Wat een avontuur. En wat een auto!
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.