Mercedes C-klasse Sportcoupé & Combi

C-klasse compleet

Mercedes-Benz C-klasse
AutoWeek 2001 week 11
AutoWeek 2001 week 11

Je leest het in AutoWeek 2001 week 11

Vorig jaar lanceerde Mercedes de tweede generatie C-klasse Sedan. Die heeft nu gezelschap gekregen van de nieuwe Combi èn van een heel nieuwe C-klasse-model; de Sportcoupé

Een sportcoupé met een dieselmotor, dat klinkt onlogisch; alsof je een jockey op een werkpaard zet en het laat starten bij de races op Duindicht. Toch durft Mercedes zo'n combinatie aan en kun je de nieuwe C-klasse Sportcoupé behalve als C 180, C 200 Kompressor en C 230 Kompressor ook geleverd krijgen als C 220 CDI. Dat wil dus zeggen dat er een up to date zestienkleps viercilinder met een inhoud van 2148 cc onder de kap zit, voorzien van directe common rail brandstofinspuiting en een turbocompressor. Die combinatie heeft best wat in huis. Een vermogen van 105 kW/143 pk en een koppel van maar liefst 315 kW; meer nog dan dat van de sterkste benzineversie de C 230 Kompressor. Bovendien is dat hoge koppel al paraat bij maar 1.800 toeren. Daar kun je wat mee. Iets wat de sportieve automobilist graag wil; vlot vooruitkomen. In de uitlopers van de Alpen aan de Franse zuidkust kon de C 220 CDI dat overtuigend demonstreren. Op weg naar een hooggelegen pas volgt de ene nauwe haarspeldbocht op de andere. Telkens móet het tempo wel drastisch omlaag. Zo ver dat je bijna tot stilstand komt en daarna gaat de weg weer steil omhoog. Op die ogenblikken leer je de diesel waarderen, want na een kleine aarzeling in het laagste toerengebied pakt hij verrassend makkelijk op en even later versnelt de Sportcoupé schijnbaar moeiteloos bergop. Nu moeten we er eerlijk bij zeggen dat ook de C-klasse Sedan en de nieuwe C-klasse Combi, met dezelfde motor, hun hand niet omdraaien voor zo'n klauterpartij. En er is ook geen wezenlijk verschil in rijkarakter tussen de carrosserievarianten. Een gemiste kans? Dat valt mee. We moeten niet vergeten dat de vorig jaar geïntroduceerde C-klasse Sedan al en auto is met aardig dynamische rij-eigenschappen; een wagen die strak op de weg ligt, zich lekker direct en nauwkeurig laat besturen en een stevig afgestemd onderstel heeft dat toch in staat is de hobbels en kuilen in slecht wegdek zo te verwerken dat bestuurder en passagiers er niet door gehinderd worden. Mercedes gaf de Sportcoupé daarom maar een heel licht gewijzigd onderstel mee. De sportieve C heeft iets stuggere schokdempers en ligt achter één centimeter lager op de weg.

Afgehakt

Werkelijk heel anders is de carrosserie. Natuurlijk is de C-klasse Sportcoupé meteen herkenbaar als een Mercedes en z'n dubbele koplampen met in elkaar over vloeiende ovalen verraden ook dat hij een C is. Maar behalve de buitenspiegels waarin de knipperlichten zijn opgenomen hebben de koetswerken van de C-klasse Sedan en de Sportcoupé niets gemeen. Om te beginnen is de sportieve C 18 centimeter korter dan het model waarop hij is gebaseerd. Dat heeft niets te maken met de wielbasis, want die bleef met 2,72 m precies gelijk. Maar in de achtersteven werd flink 'gehakt'; bijna 22 ging er af. Zo ontstond het model dat de designers voor ogen hadden; een ontwerp waarbij een korte, hoge achterkant contrasteert met een lange aflopende neus. De Sportcoupé kreeg daardoor een duidelijke wigvorm met een sterk oplopende taillelijn. Als resultaat daarvan zijn de achterste zijruiten klein en valt het uitzicht naar achteren nogal tegen. Niet dat de achterruit klein is uitgevallen, maar hij ligt hoog en vlak. Om het zicht naar achteren te verbeteren kreeg de coupé een doorzichtige strip onder de achterspoiler mee. Die - donkere - strip vormt trouwens ook een optische verbinding tussen de achterlichtunits. Maar om nu te zeggen dat je er veel aan hebt, bij het achteruit rijden; nou nee.

Geen reserveband

Heeft het koetswerk van de Sportcoupé zo goed als niets gemeen met dat van de Sedan, in het interieur is er meer overeenkomst. We zien in de twee modellen hetzelfde dashboard en dezelfde middenconsole. Ook de instrumenten zijn hetzelfde; wat ook wil zeggen dat de coupé geen extra, sportieve, metertjes, meekrijgt. Maar voor de sport-C werd wel een ander instrumentenpaneel ontworpen; geen simpel koepeltje, maar een overkapping met een aparte welving in het midden: boven de groot uitgevallen snelheidsmeter. En de coupé heeft een - driespaaks - sportstuur. Natuurlijk ook sportstoelen die het lichaam van opzij goed steunen.
In een coupé kunnen de achterpassagiers er bekaaid afkomen. Maar dat valt bij de C-klasse Sportcoupé reuze mee. Er is niet minder beenruimte dan in een Sedan - hoeft ook niet, want de wagens hebben dezelfde wielbasis - en zelfs de hoofdruimte kan er nog mee door. Maar het spreekt vanzelf dat er achterin minder plaats is dan in een 'gewone' C. Voor de coupé rekent Mercedes ook maar op twee achterpassagiers. Je vindt op de achterbank geen derde hoofdsteun en geen derde veiligheidsgordel. Wat je in een coupé nog minder verwacht dan een redelijke hoeveelheid plaats voor achterpassagiers, is een behoorlijke bagageruimte. Maar ook hier komt de sport-C goed voor de dag. Ondanks de korte achtersteven valt de bagageruimte niet tegen. En dankzij de in ongelijke delen neerklapbare achterbankleuning kun je hem nog leuk uitbreiden ook. Nu kunnen zo ook bij Merceds niet toveren, dus die ruimte achterin moest ergens vandaan komen. De truc zit 'm in het weglaten van het reservewiel. De Sportcoupé kan zo'n wiel niet herbergen; zelfs geen thuiskomertje. Hoeft ook niet, zeggen ze bij Mercedes, want gemiddeld heb je maar een keer in de tien jaar een lekke band. Om in zo'n geval toch niet onthand te zijn krijgt de Sportcoupé TIREFIT mee en een elektrische pomp. Je pompt TIREFIT - een goedje op latexbasis - in de band en je kunt weer verder; alleen niet harder dan tachtig kilometer per uur en je wordt geacht meteen een dealer op te zoeken om de lekke band te laten vervangen.

Vanzelfsprekend kan je C-klasse Sportcoupé geleverd krijgen met allerlei extra's. Een daarvan springt er uit. Dat is het panoramische schuifdak. Bestel je deze optie - prijs f 4.625 - dan is het dak van de coupé over de volle lengte van glas. Met een druk op een knop kun je het voorste deel naar achteren laten schuiven: over het achterste deel heen. Dit schuifdak neemt dus geen ruimte in het interieur weg. Wil je met het dak dicht rijden en de zon buiten houden? Dat kan ook; dankzij twee elektrisch bedienbare zonneschermen.

Kunststof krat

Tegelijk met de C-klasse Sportcoupé, een heel nieuw model dat geen voorganger heeft, introduceert Mercedes de nieuwe versie van de C-klasse Combi. Maar met de naamgeving van die carrosserie-variant ligt het wat moeilijk. Bij ons wordt het model 'Combi' genoemd, maar fabrikant DaimlerChrysler heeft het liever over de C-klasse Estate. 'Combi' doet te veel denken aan een soort bestelwagen, en daar heeft deze auto met extra interieurruimte niets mee te maken. De Combi is ook niet afgeleid van de Sedan; de twee modellen zijn tegelijk ontwikkeld. Ze lijken ook meer op elkaar dan op de Sportcoupé die een meer eigen gezicht heeft. Wel hebben alle drie de leden van de C-klasse dezelfde wielbasis en zijn ze even breed. Hèt onderscheid tussen de Sedan en de Combi zit 'm natuurlijk in de achtersteven. Om te beginnen is bij de Combi de overhang achter vijftien centimeter langer. En vanzelfsprekend heeft deze carrosserievariant geen kofferbak maar een vijfde deur. Die maakt nog een flinke knik, want om te benadrukken dat we niet met iets bestelwagenachtigs te maken hebben, heeft Mercedes de Combi een sterk schuin aflopende achterruit gegeven. Als we de achterklep openen, komen we bij een bagageruimte met afdekzeil, met een inhoud van 470 liter. Dankzij de in ongelijke delen omklapbare achterbank kan de ruimte beschikbaar voor koffers, tassen en wat al niet, worden vergroot tot maximaal 1384 liter. Onder de laadvloer vinden we een opvouwbare kunststof krat die handig van pas kan komen bij het boodschappen doen. En je kunt ook nog spullen kwijt in de ruimte voor het reservewiel. Dat hoort namelijk niet bij de standaarduitrusting. Net als de Sportcoupé krijgt de Combi TIREFIT en een elektrische pomp mee. Maar op verzoek levert Mercedes ook een ouderwets reservewiel; zonder daar iets extra voor te vragen.

Alle versies van de C-klasse zijn standaard op z'n minst uitgerust met een zesversnellingsbak. En als een vijftapsautomaat niet bij de prijs is inbegrepen kan hij altijd als extra besteld worden. Nu is er nog een keuzemogelijkheid als het om het schakelen gaat; de SEQUENTRONIC. De SEQUENTRONIC is een semi-automaat waarmee je kunt schakelen zonder koppelen. Je geeft de pook een tikje naar voren en de bak schakelt op; met een tikje naar achteren schakelt hij terug. En zet je de pook in stand A, dan gaat het schakelen automatisch. Het is hetzelfde systeem dat we kennen van de... SMART. Alleen werkt het in de C-klasse vlotter; soepeler. Dat zegt Mercedes niet alleen, dat was ook onze eerste indruk.

Praat verder op het forum