Mercedes-Benz CLK 500 Avantgarde (2004)

De Mercedes CLK 500 heeft niet de minste moeite om je met zijn motorvermogen te imponeren. Telkens als je denkt dat de reserves zijn uitgeput, blijkt het gaspedaal nog wat verder omlaag te kunnen en is er kennelijk nog lucht genoeg voor een extra duw in de rug. Wie de noeste arbeid van de acht Mercedes-cilinders hoorbaar tot zich wil nemen, moet er flink de zweep over halen. Met andere woorden: de Benz is bij lage toerentallen akelig stil. Hij mummelt wat en komt pas boven de 4.000 toeren lekker in zijn element. En hoge toerentallen betekenen hoge snelheden. Eventjes flink gas geven verandert een argeloze bestuurder in een nietsvermoedende topcrimineel, tenzij de Speedtronic uit voorzorg op het wandeltempo 120 km/h is ingesteld. Je kunt dan gassen wat je wilt, de CLK komt de 120 dan niet voorbij. Maar je kunt hem ook hoger instellen, of lager. En er is ook Distronic aan boord, waarmee de auto radargestuurd afstand houdt van zijn voorliggers.

7G-tronic
De 500 is ronduit de meeste interessante CLK-versie. Hij heeft namelijk standaard de 7G-tronic-automaat gekregen, die voortaan ook in de andere CLK's leverbaar is. 'n Uitgelezen combinatie, die dikke V8 met de 7-bak. Hij schakelt er uiterst onmerkbaar mee, zodat je acceleratiepartijen ervaart als bioscoopfilms zonder pauze, maar dan korter. Wel storend is dat de auto soms een grotere sprong voorwaarts maakt dan je met een teentje gas had bedoeld. Schakeltoetsen op het stuurwiel ontbreken in onze testauto, maar tikjes tegen de pook geven om toch ook zelf even van 1 naar 7 te schakelen (en weer terug) kan ook. Jammer is wel dat het getal 7 niet op het infodisplay voor je neus wordt vermeld – het gaat van 1 tot en met 6 en daarna volgt de D van Drive. Zelf schakelen met de 7G-tronic (wat heeft zo'n kar veel van die tronics aan boord!) voelt niet natuurlijk aan. De voornaamste reden om de pook de pook te laten, is dat er een algehele ontspannenheid van de CLK 500 uitgaat. Het is allerminst een auto waarin je eens fijn drie tikjes gaat terugschakelen om extra sportief een klaverblad te ronden. Wees gerust: de CLK kan het prima, ook voordat het ESP-lampje je wijst op je te forse rijstijl. Wel valt al bij de eerste bochten op dat de nieuwe CLK belangrijk strakker stuurt. De koets lijkt ook vlakker te blijven liggen. Uiterst aangenaam, want het veercomfort lijdt er niet onder. Dat is doodgewoon van wereldklasse. Om een algeheel gevoel van sportiviteit te verkrijgen zou er een sportknop in de auto moeten zitten voor een stuggere afstemming van het onderstel, en voor de fans een handbak.

Hoe snel is snel?
Tot slot laten we de snelheidsbeleving even los en verruilen de subjectieve ervaringen voor koele cijfers. Ofwel: hoe snel is snel in het geval van de CLK? Hij weegt 1.661 kilogram en is 306 pk sterk, dat levert een specifiek vermogen van 5,4 kg/pk op. De V8 brengt hem in 6,9 seconden naar 100 km/h. Aardig is dat het ESP bij deze oefening fijn meehelpt door de wielspin te beperken; zonder ESP gaan kostbare seconden letterlijk op in rook... Van 50 naar 80 vereist een snelle stopwatchduim: we klokten 3,2 seconden en toen waren er vervolgens maar 4,7 seconden extra nodig om op 120 te komen.