Mercedes-Benz C 180 vs. Mercedes-Benz C 200 - Vergelijkende Test

Naarmate de consument de afgelopen decennia veeleisender is geworden, werden auto’s ook steeds luxer en veiliger. Maar daardoor neemt het gewicht ook navenant toe. Begin deze eeuw was 170 pk nog ruim boven modaal, maar je hebt een dergelijk vermogen tegenwoordig minimaal nodig in een Mercedes. En in een C-klasse op benzine krijg je dan ook niet minder dan dat, alleen de instap­ diesel heeft 7 pk minder. En eerlijk is eerlijk: een instapper die van 0-100 gaat in 8,6 seconden en pas bij 231 km/h stopt met versnellen, klinkt als meer dan voldoende, zeker wanneer je bedenkt dat elke C-klasse tegenwoordig een mild hybrid is, dus dat er lager in het toeren­ gebied ook nog een 20 pk sterke duw uit de elektromotor bij komt.

Omdat die op een ander moment piekt dan de verbrandingsmotor kun je de waardes niet bij elkaar optellen, maar in het toerenbereik waar je normaal gesproken veel tijd doorbrengt, zou er dus meer dan genoeg vermogen beschikbaar moeten zijn. In elk geval zoveel dat je in de praktijk niet zou ver­langen naar de sterkere C200 met feitelijk dezelfde aandrijflijn, maar dan 34 pk en 50 Nm sterker afgesteld.

SOEVEREIN

Toch voelt de C 200 vanaf de eerste snelwegmeters meer aan zoals een Mercedes zou moeten: weldadiger en meer soeverein. Dat laat zich moeilijk uitleggen aan de hand van de cijfers. Hoewel de 200 op alle meetonderdelen logischerwijs beter scoort dan de 180 zijn de verschillen zeker niet enorm. Met het staande gaspedaal tegen het schutbord gedrukt voelt het verschil ook echt niet zo groot. Wat echter het grote verschil maakt is de 10 tot 15 pk extra die je tussen de 2.000 en 4.000 toeren tot je beschikking hebt. Daardoor hoef je in de C 200 eigenlijk nooit boven dat toerental te komen om op een plek naar believen te kunnen invoegen op de snelweg en in de C180 moet je dat wel. Die is zeker niet traag, maar hij moet er wel merkbaar en vooral hoorbaar harder voor werken.

Ondanks het extra vermogen blijkt het verbruik van de C 200 in de praktijk daardoor ook vrijwel identiek. Eenmaal boven de 4.000 omwentelingen zet de 1,5-liter viercilinder namelijk een wat rauwe keel op. Dat verstoort de verder zo serene rust die de aandrijflijn aan boord van de nieuwe C laat heersen.

ZIJDEZACHTE AUTOMAAT

We zeiden het al, de aandrijflijn is helemaal identiek: een 1,5-liter viercilinder turbo­motor, ondersteund door een krachtige startmotor die dankzij een riemverbinding niet alleen de 1.5 kan starten, maar deze ook actief kan ondersteunen. De elektromotor levert in beide modellen 20 pk.

Dat klinkt niet direct indrukwekkend,maar de elektromotor levert dat vermogen wel veel lager in het toerengebied dan waar de verbrandingsmotor piekt. In de praktijk voel je de elektroduw dan ook vooral in de stad, waar beide C-klasses verrassend vlot vooruitkomen. Door de zijdezachte automaat, die het toerental onder normale omstandigheden vooral zo laag mogelijk houdt, surf je dan op een golf van koppel door het verkeer. Het vermogensvoordeel van de 200 rendeert echter iedere keer dat je invoegt op de snelweg. Vanaf 80 km/h overwint de sterkere aandrijflijn met meer gemak de luchtweerstand en dat past niet alleen beter bij het altijd prijzige karakter van een C-klasse, maar ook bij het onderstel. Dat is namelijk bij allebei de C’s boterzacht. Meer nog dan de vorige generatie zet de huidige C in op comfort en op de snelweg voelt het soms meer als een matras dan als een auto. Maar toch weet Mercedes Benz dat de afgelopen jaren steevast te koppelen aan een bovengemiddeld stabiele wegligging als het erop aankomt. Je zou het niet denken, maar eenmaal voorbij de eerste rolbeweging bij het insturen, grijpen de schokdempers de koets stevig vast en blijkt de wegligging juist veel vertrouwen te wekken. In de praktijk is dat een erg fijne combinatie, waar weinig op af te dingen valt. Weinig, want er is wel een minpunt.

Het ‘verlaagde comfortonderstel’ zoals Mercedes het noemt, verlangt namelijk in drempelrijke gebieden erg veel beleid om te voorkomen dat de voorbumper over de straatstenen schaaft. Uiteraard ben je niet verplicht om voor het verlaagde comfortonderstel te gaan. Alles is immers mogelijk bij Mercedes-Benz, dus als je wilt kun je ook kiezen voor een steviger afgestemd onderstel.

LUXURY LINE

Zoals gezegd bestaat een echt goedkope C-klasse niet. De prijslijst begint namelijk pas bij € 50.339 voor een C180 en € 54.469 voor de sterkere C200. Dan gaat het in beide gevallen om een Business Line, die gelukkig niet meer zo kaal is als de instapC-klasses uit het verleden. Cruisecontrol, airco en Apple CarPlay-ondersteuning zitten er bijvoorbeeld altijd op. Een stapje hoger staat de Luxury Line, de trim waarin de beide testauto’s zijn uitgevoerd. Die heeft een hoogwaardiger aan­ kleding van het interieur en deels elektrische stoel­verstelling, maar maakt het ook mogelijk om meer opties te kiezen. Achterassturing is bijvoorbeeld pas verkrijgbaar vanaf dit uitrustingsniveau, maar ook de augmented reality-navigatie waarmee de geteste C200 is uitgerust, behoort pas vanaf een Luxury Line tot de mogelijkheden. Kortom, zover het budget strekt, valt er van alles te kiezen.

Andere dingen dan een sterkere motor die dik € 4.000 kost. Natuurlijk, dat is een flinke investering, maar iedere keer dat je invoegt op de snelweg, wordt er dividend uitgekeerd.