Lexus IS 200 SportCross (2004)

Alleen Lexus heeft als nieuw Japans luxemerk in ons werelddeel een bescheiden stukje van de markt voor topklasseauto's veroverd. De IS200 SportCross staat pas sinds het najaar van 2002 in de showroom. Er was al een sedanversie van de IS200 en er was ook al een IS300 SportCross. De IS200 SportCross heeft een 2,0-litermotor en daardoor valt 'ie binnen het budget van een veel grotere groep kopers dan zijn sterkere broers. Bovendien heeft de relatief 'betaalbare' (€ 33.500)
SportCross het type carrosserie dat een beetje het midden houdt tussen een combi en een hatchback en dat de laatste jaren sterk aan populariteit heeft gewonnen. Een SportCross is multifunctioneel, maar is niet ontworpen om een maximale hoeveelheid bagage mee te kunnen nemen. Het is absoluut geen veredelde bestelwagen.

Spullen
Maar de SportCross is wél 'edel'. De bagageruimte is bekleed met mooie stof en dus niet bedoeld voor emmers cement of zakken aarde. De laadvloer is wel vlak, maar sluit niet op de tildrempel aan. Hij zou nog veel lager kunnen liggen, maar de vloer is wat opgehoogd. Daardoor heeft de Lexus als het ware een kelder, met plaats voor heel wat kleine spullen. De bagageruimte is niet fors, zeker niet als je onder het afdekzeil blijft, en ook de twee forse 'torens' achterin, die de veren en dempers herbergen, kosten ruimte. Wat ook iets zegt over de pakezelcapaciteit van de SportCross is het bescheiden gewicht dat de bagage nog mag hebben met vijf mensen aan boord.
Tijd om voorin te kijken. Daar zien we een nogal drukbezette middenconsole en een opvallend instrumentenpaneel. In het midden daarvan trekt een klok als een prijzig horloge, maar dan groter, de aandacht. Het is de snelheidsmeter, met daarin drie kleine meters voor de koelvloeistoftemperatuur, de laadstroom en het verbruik. Maar de metertjes zijn zo klein dat je ze niet gemakkelijk kunt aflezen. Makkelijker is het om losse spullen 'kwijt' te raken. We vinden in de Lexus portiervakken van redelijk formaat, aflegruimte boven op en onder aan de middenconsole, en bekerhouders en een vak in de tunnelconsole. Stevige zetels geven goede steun opzij. Achterin ziet het er niet ruim uit, maar er is voldoende been- en hoofdruimte.

Sportieve aanleg
Lexus heeft goed gekeken naar de BMW 3-serie. Zo heeft de IS – net als de Beier – achterwielaandrijving en een zescilinder lijnmotor. Lexus haalt uit de 1.988 cc van de IS200 155 pk bij 6.200 tpm en een koppel van 195 Nm bij 4.600. De zescilinder is niet krachtig genoeg om een werkelijk sportieve indruk te maken, maar dat hij in aanleg sportief is, komt er wel uit. Er kan flink in de versnellingen worden doorgetrokken en ook al is het motorgeluid gedempt, je kunt de pittige sound wél horen. De IS200 heeft een zesbak met een sportief karakter. De pook gaat strak en zeker, maar met een lichte weerstand door het schakelpatroon. Strak is ook de besturing. De wielophanging met dubbele triangels voor en achter levert een prima wegligging op. De straffe vering zorgt ervoor dat de IS nauwelijks overhelt en daardoor heeft de Lexus ook helemaal geen bezwaar tegen het betere bochtenwerk. Maar de vering geeft richels in het wegdek duidelijk door. Dat valt des te meer op omdat de IS200 z'n passagiers over het algemeen comfortabel vervoert.