Lancia Ypsilon
Yp is hip
- Maurice de Boevère
- Eerste rijtest
Menigeen moest even wennen toen de huidige Lancia Y op het toneel verscheen. Maniëristisch en gekunsteld getekend, was de kritiek die 'm in z'n begindagen nogal eens ten deel viel. Inmiddels zijn de sterk gebogen lijnen die z'n carrosserie kenmerken vertrouwd, maar nog wel typisch Lancia; nog altijd is het design van de Y buitengewoon onderscheidend en niet verouderd.
Maar de tijd schrijdt voort en de nieuwe Ypsilon staat te trappelen van ongeduld om het vaandel over te nemen. Het model past perfect in de nieuwe visie van het merk, dat in de segmenten waar de grotere aantallen worden afgezet de bovenkant van de markt wil bewerken. Het gaat te ver om de Ypsilon een Thesis in pocketformaat te noemen, maar overeenkomsten tussen beide Lancia's zijn er ontegenzeggelijk. De grote, rechtopstaande grille, de vouwen in de voorspatborden, die doorlopen in de koplampunits, de bolle heupen en de forse over de achterspatborden gedrapeerde achterlichtunits zijn op beide modellen dominant. En profil oogt de Ypsilon compacter dan z'n voorganger, ondanks dat 'ie een tikkie gegroeid is. Z'n gedrongen verschijning geeft 'm iets hips en olijks, maar dat wel op een ingetogen, zelfs enigszins arrogante manier. De zelfverzekerde houding dankt de Yp aan z'n hoge neus. De achterzijde had iets minder robuust mogen zijn. De achterklep krult de hoek om en omvat de c-stijlen, waardoor er ter hoogte van de achterruit nogal wat blik zit. De ruit wordt optisch verkleind en dat geeft een wat benauwde indruk.
Pubertijd
Het dashboard is qua opzet niet veranderd. De klokkenwinkel bevindt zich nog altijd in het midden. Maar niet langer is het geïntegreerd in het bovenste deel; de Ypsilon-meters staan nu boven op het dash, onder een fors afdak. Ze hebben een crèmekleurige achtergrond (lekker retro, maar niet geforceerd) en zijn voorzien van een chromen rand. De klokken, die dus net als in de Thesis van klassieke snit zijn, staan in schril contrast met de moderne middensectie van het dashboard, waarin de knoppen ter bediening van het verwarmings- en ventilatiesysteem en de audio-installatie alsmede twee digitale displays zijn ondergebracht. De versnellingspook is analoog aan die van de Phedra hoog in de middenconsole geplaatst. Dat komt het bedieningsgemak ten goede; de pook ligt prima onder handbereik.
Lancia presenteert de Ypsilon als een vierpersoonsauto. Zo lang de achterinzittenden de leeftijd van de pubertijd nog niet bereikt hebben, is dat ook zo. Volwassenen kunnen achterin echter nauwelijks een goede zitpositie vinden. De achterbank is niet alleen in delen neerklapbaar, maar ook in lengterichting verschuifbaar, zodat je kunt kiezen uit of meer bagageruimte (maximaal 290 liter) of meer beenruimte. Met de bank in de voorste positie is de beenruimte nihil. Het zitmeubilair helemaal naar achteren schuiven (er resteert dan nog 215 liter aan bagageruimte), maakt het iets beter maar riant wordt het begrijpelijkerwijs nooit voor de onderste ledematen. Ter verhoging van het comfort kan overigens de leuning van de achterbank versteld worden.
Oliestokertje
Het motorenpallet van de Ypsilon bestaat uit een viertal motoren. De 1,2-liter 8-klepper (60 pk) en de 1,2-liter 16V (80 pk) doen al langer dienst in de nieuwe Fiat Punto en hebben hun weg ook naar de Ypsilon gevonden. Nieuw zijn de 1,4-liter zestienklepper (95 pk) en een 1,3-liter common rail-dieselmotor (70 pk).
De veertienhonderd moet je even wakker maken, wil je rap vooruit. In de onderste toerenregionen maakt hij nauwelijks indruk. Maar klim je in de toeren, dan komen de paardenkrachten in beweging en gaat de Ypsilon vlot van kiet. Volgens de fabriek is een 0 tot 100 km/h-sprint in 10,9 seconden geklaard. De topsnelheid bedraagt 175 km/h; de teller geeft dan 180 aan. Met andere woorden: de Lancia is met de 1,4 goed bediend, zonder dat de krachtbron een strepentrekker van de Italiaan maakt.
Van een heel andere orde is de nieuwe dieselmotor; de 1,3 MultiJet 16V is de kleinste viercilinder common-raildiesel van dit moment. Het koppel van 180 Nm komt al bij 1.750 tpm vrij, een garantie voor souplesse. Het oliestokertje geeft altijd thuis, in welke versnelling je ook gas geeft, en hij doet z'n werk in relatieve rust. Lancia garandeert dat het dieseltje, dat net als de 1,4 benzinemotor aan de toekomstige Euro4-milieunormen voldoet, ten minste 250.000 kilometer meegaat. Leuk vooruitzicht.
Zowel de grootste benzinemotor als de diesel is te krijgen in combinatie met een zogenaamde Dualmode automatische versnellingsbak, de 1,4 Dualmode overigens pas in het voorjaar van 2004. De transmissie verricht zelf het denkwerk óf laat dat aan de bestuurder over, die de bak sequentieel van verzet kan doen wisselen.
Oorlogsuitrusting
Schakelen is in de huidige Y (de nieuwe heeft niet langer de Griekse letter op de flanken; Ypsilon staat nu voluit gespeld op de achterklep) niet altijd een onverdeeld genoegen. Het hakerige gedrag van de bak is in de nieuwe Ypsilon nagenoeg verdwenen. De pook laat zich soepel van het ene naar het ander verzet geleiden. Alleen de achteruitversnelling laat zich in de auto die wij rijden nimmer kraakvrij inleggen. Eerst naar één en vervolgens in z'n achteruit is de remedie.
Over de besturing hebben we geen klachten, Goed, de installatie zou iets directer mogen werken, maar hij werkt precies genoeg; je kunt de Ypsilon precies daar zetten waar je 'm hebben wilt. Hij staat op een gemodificeerd Punto-onderstel, dus veel verrassingen biedt de Lancia niet waar het om rijkwaliteiten gaat. Hij is verregaand comfortabel; alleen korte oneffenheden worden vrij nadrukkelijk doorgegeven. Niet in een snelle bocht plotseling van het gas gaan, overigens, want de tamelijk lichte achterzijde komt dan snel opzetten; als je er niet op bedacht bent, kan dat meer dan hinderlijk zijn. Aan de andere kant kun je natuurlijk ook je voordeel doen met dit weggedrag. De Yp laat zich in ieder geval graag met het gaspedaal besturen.
Lancia wil de top van de markt in de compacte klasse bestormen met de Ypsilon. Een gedistingeerd, maar toch aaibaar uiterlijk alleen is daarvoor niet genoeg. Een veelomvattende standaarduitrusting is onontbeerlijk om aan die taak te beginnen. Lancia levert de Ypsilon straks in drie uitvoeringsvarianten. De instapper is Fashion gedoopt en heeft onder andere ABS, vier airbags, stuurbekrachtiging met citystand (die de besturing weliswaar gevoelloos, maar ook vederlicht makt bij parkeersnelheden) en elektrisch bedienbare ramen voor. Een stapje hoger bevindt zich de Argento, die airco aan boord heeft, cruise control en elektrisch verwarmbare buitenspiegels. De meeste luxe Ypsilon-variant heet Oro. In deze trim onderscheidt hij zich onder meer door een Bose hifisysteem, alcantara stoelbekleding en een voor bestuurder en voorpassagier separaat instelbaar klimaatcontrolesysteem. Optioneel is een glazen schuifdak dat 70 procent van het dak beslaat en uit twee glazen panelen bestaat. Uiterlijk is de topversie te herkennen aan 15' lichtmetalen velgen en mistlampen in de voorbumper; de oorlogsuitrusting die de verse Yp moeten doen opstomen naar de top van z'n segment, waar nu de Mercedes A-klasse, de Audi A2 en Mini de toon zetten.