Test: Kia XCeed - Mazda CX-30 - Nissan Qashqai - Toyota C-HR
Wie kan de C-HR aan?
Al kort na zijn introductie blijkt de Toyota C-HR een schot in de roos en de dealers schrijven hun vingers dan ook likkebaardend blauw aan verkooporders. Nu is die compacte cross-over gefacelift en dan rijst de vraag of hij in aangepaste vorm net zo’n voltreffer kan worden. We meten hem met een drietal geduchte concurrenten.
Toyota blinkt misschien niet altijd uit door zijn sprankelende ontwerpen, maar de C-HR sprankelt beslist wel. Al kort na zijn introductie wemelt het van de C-HR’s op de wegen en dat is natuurlijk deels te danken aan het feit dat cross-overs de laatste jaren sowieso booming zijn, of het nu gaat om het compacte segment of om de absolute top. Renault weet met onder meer de Captur de wereld een klein beetje te veranderen, Lamborghini behaalt dankzij de Urus verkooprecords en daar tussenin ...
tja, alles eigenlijk. Niet voor niets zetten veel fabrikanten hun eerste elektrische stappen in een cross-over. Puur technisch gezien geen slimme keuze, gezien het hogere verbruik en dus kleinere actieradius, maar je verkoopt er beslist meer van en dat is hard nodig om de enorme investeringen terug te verdienen. En natuurlijk om je gemiddelde uitstoot onder de 95 g/km-grens te krijgen. Dat deel van de markt laten we vandaag even voor wat het is, maar we pakken er wel vier cross-overs bij die in een heel druk hoekje van deze klasse zitten: het schemergebied tussen Ben C-segment.
Twee daarvan zijn trouwens een beetje elektrisch, want de C-HR heeft een volledig hybride aandrijflijn en de Mazda CX-30 is een wat bescheidener mild hybrid-variant daarop. In de evolutie van MPV en/of SUV naar cross-over werden de koetsen steeds ranker en sierlijker, maar ging de binnenruimte er vaak niet op vooruit. Wie mooi wil zijn, moet pijn lijden, dat geldt ook voor auto’s. Hoe praktisch is zo’n auto dan nog?
TOYOTA C-HR
Het nieuwe gezicht van de Toyota C-HR zit hem vooral in zaken als de bumpers, koplampen die voortaan standaard ledstadsverlichting hebben, led-achterlichtunits met dynamische richtingaanwijzers en een smal spoilertje dat beide lichtblokken verbindt. Aan de onderkant van de achterbumper zitten twee chroomkleurige lijsten waaraan je kunt zien dat dit de meest krachtige motorisering van de vernieuwde C-HR is. Afgezien daarvan is het uiterlijk van de C-HR met rust gelaten. Dat is prima, want het model was bij zijn onthulling drie jaar geleden vooruitstrevend genoeg om lange tijd mee te kunnen. Scherpe, onverwachte lijnen, een hoge taille en raampartijen die naar achteren in een punt aan de bovenkant van de C-stijl uitkomen, resulteren in een model dat akelig dicht tegen een coupé aan schurkt. Wat betreft gewaagdheid doet Toyota zeker niet onder voor de eerste generatie van de Nissan Juke.
Ook vanbinnen is alles grotendeels bij het oude gebleven, enkele materialen en tinten daargelaten. Wel vermeldenswaardig is het (voor de C-HR) nieuwe infotainmentsysteem. De belangrijkste vooruitgang daarvan is de aanwezigheid van Android Auto en Apple CarPlay. Verder zijn we erg blij met de toevoeging van fysieke knoppen, met name voor het volume. Dat is mooi, maar de snelheid en overzichtelijkheid van het systeem zijn nog niet helemaal wat je er van verwacht. Datzelfde geldt voor de aansluitmogelijkheden. Voorin zitten twee usb-poorten en een gewone 12V-voeding, achterin helemaal niets.
Het dashboard ziet er chic en uitnodigend uit, met verrassende vormen, zoals het asymmetrische scherm dat zich als het ware uit het paneel naar boven lijkt te onttrekken. Het zicht naar voren is mede dankzij de royale extra zijruitjes netjes, maar naar achteren betaal je de prijs voor de gedrongen raampartij daar. Ook de inzittenden achterin lijden daaronder; het is al niet erg ruim, maar door de kleine raampjes doet het nog wat krapper aan. Met 358 liter heeft de C-HR de kleinste kofferbak.
VERRASSEND LEVENDIG
Nee, de meest praktische in deze test is de Toyota C-HR beslist niet, maar dat maakt hij ruimschoots goed tijdens het rijden. De C-HR stuurt verrassend scherp en levendig, maar is tegelijkertijd in de middenstand heel rustig. Het onderstel is vrij stevig geveerd en gedempt, maar blijft desondanks comfortabel genoeg. Waar de C-HR verder uitstekend mee scoort, is de aandrijflijn. Met zijn 180 pk speelt hij in deze test in het middenveld, maar in prestaties zit hij ruim boven de middenmoot. Op de acceleratie van 80 naar 120 is hij zelfs de snelste en dat is precies dat gebied waar je bij inhaalacties op provinciale en snelwegen veel baat bij hebt.
De C-HR die wij reden is een First Edition. Deze versie is gebaseerd op de Dynamic, die standaard al is voorzien van onder meer hoogteverstelling bijrijdersstoel, parkeersensoren voor en achter, blauwe sfeerverlichting, zelfdimmende binnenspiegel, regensensor, smart entry met startknop, 18-inch wielen en navigatie. De First Edition heeft daar bovenop nog led-kop-, misten achterlichten, dynamische richting aan wijzers achter, stoelverwarming voor, dodehoeksensoren, rear cross trafic alert, JBL geluidsysteem, elektrisch verstelbare lendensteun voor de bestuurder, donker glas achter en two tone-lak.
KIA XCEED
Wie gevoelig is voor liefde op het eerste gezicht, kan bijna niet anders dat op zijn knieën gaan voor de Kia Xceed in deze test. Toegegeven, zijn frisse, vrolijke mosterdgeel-metallic maakt dat hij meteen alle aandacht opeist, maar ook het lijnenspel is erg mooi in balans. Dit had zomaar een Q-zoveel van een Duits premiummerk kunnen zijn, zij het wat meer geslaagd, en de achterlichten en C-stijlen hebben van driekwart achter bezien zelfs wel iets van een merk uit Zuffenhausen. Veel stijlelementen uit die prachtige Proceed Concept, waarmee Kia op de IAA van 2017 een geweldige indruk maakte, hebben hun weg na de Proceed ook naar deze Xceed gevonden.
Het interieur is wat betreft de materialen wat minder pretentieus en kan in elk geval niet tippen aan de CX-30. Toch heeft Kia er wat leuks van weten te maken, met vrij eenvoudige middelen. Een paar lijstjes in de kleur van de lak en gele stiksels in de bekleding maken deze Xceed ook van binnen een erg leuke auto. De middenconsole staat naar de bestuurder gedraaid en je krijgt een prettige, niet al te hoge zitpositie. Het dashboard wordt gedomineerd door een groot en breed scherm, met daaronder een rij fysieke knoppen voor een snellere, intuïtievere bediening van alle systemen. De digitale klokken zijn een primeur voor het merk en zien er beslist mooi uit. Externe apparaten aansluiten kan met behulp van usb, een usb-snellader en een 12V-output. Achterin blijf je daar helaas van gespeend.
Achterin is zowel de hoofdals beenruimte acceptabel, maar zeker niet meer dan dat. Wel lucht, geen stroom achterin. Veel mat-chromen accenten. Wat een beetje geel stiksel al niet doet ...Met 426 liter komt de bagageruimte in deze test lekker mee met de rest. Pluspuntje ten opzichte van de rest is dat de Xceed als enige een 12V-aansluiting in de kofferruimte heeft.
In de snelle bochten wil de vrij zacht afgeveerde Xceed wel wat overhellen, maar de dempers vangen dat bij bochtuit keurig weer op, waardoor het gewicht nauwelijks doorschiet naar de andere kant en het geheel weinig hinderlijk is. Dat merk je dan ook aan de manier waarop de auto zelfs op minder goed asfalt stil en rustig blijft. De reacties op het stuur zijn vlot genoeg, al is het niet zo direct en dynamisch als in de Toyota en de Mazda.
IN TOEREN JAGEN
Met zijn vermogen van 204 pk is de Xceed de krachtigste van deze test, maar om dat te voelen, moet je hem wel aardig in de toeren jagen. Maar dan krijg je ook wat: we klokten hem in 7,1 seconden van 0 naar 100 km/h, 0,4 seconde sneller dan te toch al mooie fabrieksopgave. Ook op de tussensprints is de Xceed lekker rap. Alleen tussen 80 en 120 moet hij de Toyota boven zich dulden. De zeventraps automaat blinkt helaas niet uit door verfijning. Hij lijkt soms wat te twijfelen en met name terugschakelen vergt nogal wat bedenktijd.
Onze Xceed is een Dynamic Plus Line. Dat betekent dat zaken als gescheiden klimaatregeling, 18-inch wielen met sportief Continental ContiSportContact 5rubber, stoelen stuurverwarming, snelheidsbordenherkenning, adaptieve cruisecontrol, actieve rijbaanhulp (alleen op de automaat), keyless entry en ledverlichting rondom er allemaal bij horen.
MAZDA CX-30
Mazda speelt al jaren lekker mee in het spel dat cross-over heet, met de op de Mazda 2 gebaseerde CX-3 en de op 3-techniek geschoeide CX-5. Die laatste is dus in feite een C-segmenter, maar eigenlijk net te groot voor die klasse, dus zag Mazda nog een lucratief gaatje dat gevuld moest worden. Dat verklaart het bestaan van wat je logischerwijs de CX-4 zou willen noemen. Die naam is echter al vergeven aan een model dat in de Chinese showrooms schittert, dus maakte Mazda er CX-30 van.
Dit model staat tussen de CX-3 en CX-5 in en dat doet het ook qua uitstraling. De CX-30 heeft net als de CX-3 heel uitgesproken, ronde, bijna wulpse lijnen, maar oogt wat serieuzer dan de CX-3, zonder in het bijna saaie, zakelijke voorkomen van de CX-5 te vervallen. Optisch dus het beste van beide werelden, hoewel over smaak natuurlijk niet te twisten valt. Het front is hoe dan ook helemaal als een Mazda van nu: een enorme, gapende grille en scherp getekende koplampen met een boel overhang erboven.
Ook het interieur volgt de tendens van het merk. Sterker, het is overgenomen uit de Mazda 3 en dat is alleen maar goed nieuws. Het dashboard is van een bijzondere, chique eenvoud. Het bestaat uit mooie materialen, hoogwaardig maar nooit schreeuwerig, met prachtig stikwerk en aluminium elementen.
De combinatie zwart en bruin in onze uitvoering geeft hem extra flair. Het infotainmentscherm staat vrij ver weg, maar het is dan ook geen touchscreen. Je bedient het via de knoppen achter de pook. De zitpositie is erg goed en kan vrij laag voor een sportief gevoel en het stuur, dat je ver naar je toe kunt trekken, draagt daar nog aan bij.
Achterin heb je aardig wat hoofdruimte, maar de beenruimte houdt niet echt over.
Aansluitingen voor laders en ventilatieroosters zoek je er ook tevergeefs. Even een verlengkabeltje scoren dan maar, want voorin krijg je wel tweemaal usb en 12V. De bagageruimte is met 430 liter lekker fors.
NIET TE HARD
Onze CX-30 staat op winterbanden en dat komt zijn rijdynamiek niet ten goede, maar desondanks voel je door het zachte rubber heen dat Mazda dat uitstekend voor elkaar heeft. Zelfs nu reageert hij lekker vlot en alert op stuurbewegingen. Het onderstel is mooi in balans en helt amper over, terwijl het toch zeker niet te hard is.
We rijden de langverwachte SkyActiv-X met 180 pk, de veelbesproken krachtbron waarmee we eerder in de Mazda 3 kennismaakten. De beloofde combinatie van dieselen benzine-usp’s komt niet helemaal uit de verf, maar deze motor heeft beslist een prettig karakter met zijn lineaire afgifte, dankzij atmosferische aanzuiging. Bovendien krijgt hij dankzij de 48V mild hybridtechniek nog een extra duwtje in de rug. Dat maakt hem in de praktijk net wat zuiniger dan zijn conventionele concurrenten hier, maar de full hybrid-Toyota moet hij op dat gebied met afstand boven zich dulden. De zestraps automaat doet deze motor helaas wat tekort. Hij schept veel afstand tussen krukas en wielen, waardoor het totaal wat minder fel aanvoelt. Opvallend is verder dat hij, ook buiten de sportstand, nogal laat opschakelt. Wij rijden de Luxuryuitvoering, die standaard onder meer leren bekleding, schakelflippers,
18-inch wielen, donker glas achter, elektrische stoelverstelling links voor met geheugen, Bose audio en adaptieve led-koplampen heeft.
NISSAN QASHQAI
De Nissan Qashqai is de oudgediende in deze test. De huidige, tweede generatie zag het levenslicht in 2014, kreeg een facelift in 2017 en moet volgend jaar plaatsmaken voor de volgende. Toch rijden we vandaag geen oude koe, want dit model kreeg vorig jaar een nieuwe motor. Het
1,3-liter blok werd in samenwerking met
Mercedes-Benz ontwikkeld en is er in ons land met 140 en 160 pk, waarvan wij vandaag de sterkste rijden, in combinatie met de zeventraps DCT-automaat.
Doordat de Qashqai de ‘senior’ van het gezelschap is, oogt hij misschien wat minder speels, maar daardoor lijkt de auto ook wat forser. Dat is voor een deel schijn, want in de lengte is het hier allemaal één pot nat, alleen in de hoogte steekt de Nissan er wat bovenuit. Door zijn minder ronde vormen is het vanbinnen echter wel wat ruimer. Met name de beenruimte op de achterbank is hier duidelijk beter en ook de kofferruimte is lekker ruim en hoekig. Het dashboard is vrij traditioneel Japans ingericht. Enkele paneeltjes met pianolak en strips met aluminiumkleurig materiaal zijn niet in staat de wat saaie sfeer te doorbreken. Wel weer opvallend mooi is het geprofileerde leer dat bij deze uitvoering hoort. Het nieuwe multimediasysteem werkt erg prettig. Voorin krijg je een usb-aansluiting en tweemaal 12V, achterin niets. Android
Auto en Apple CarPlay zijn met ingang van het nieuwe systeem standaard.
LEKKER VLOT
De nieuwe motor maakt gebruik van een
Dual Variable Timing Camshaft, wat in
Jip-en-Janneketaal inhoudt dat hij onderin meer koppel levert en dat momentum bovendien gelijkmatiger over het toerenbereik uitsmeert. Het effect daarvan merk je al vanuit stilstand: de auto reageert nogal fel op het gas en dat vergt echt enige gewenning. Leuke auto dus voor je eerste rijles ... Meer op tempo blijft die levendigheid lang overeind en dat maakt dat de
Qashqai lekker vlot aanvoelt. Vanuit stilstand heeft hij ondanks het vroege koppel wat meer tijd nodig om weg te komen, maar net als de Mazda staat de Qashqai op winterbanden. Die maken de besturing ook wat wolliger dan we van de Qashqai gewend zijn, maar hij heeft genoeg reserve om niet vaag te worden. In de middenstand is de besturing mooi rustig en dat maakt het een prettige auto voor lange ritten op de snelweg. Wat daarbij ook helpt is dat het aan boord prettig stil blijft.
Sowieso is de Qashqai een auto die meer op comfort dan op sportiviteit is gericht.
Hij helt iets over, maar herstelt dat prima.
Bovendien kan de Japanner goed overweg met slecht wegdek en agressieve verkeersdrempels. Erg enthousiast zijn we over de DCT die bij de nieuwe motor hoort.
Hij schakelt erg snel en bijna onmerkbaar.
De bak heeft met zeven verzetten genoeg ruimte om altijd dicht in de buurt van zijn optimale bereik te blijven. Wat de transmissie betreft scoort de Qashqai hier dan ook het hoogst.
Ook de Qashqai in onze test staat hoog op de pikorde wat betreft uitrustingsniveau.
Het is een Tekna+ met standaard navigatie,
19-inch wielen, achteruitrijcamera, glazen dak met zonwering, elektrische stoelverstelling voor met geheugen voor de bestuurder, Bose-hifi en Pro Pilot (adaptieve cruisecontrol, file-assistent en actieve rijbaanhulp).
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.
PRIVATE LEASE Toyota C-HR
Had je deze auto's al gezien?

Nissan Qashqai 1.3 DIG-T 160PK Automaat N-Connecta | TREKHAAK | CAMERA | 1.500KG TREKGEW. |
- 2019
- 51.902 km

Nissan Qashqai 1.3 DIG-T 140 PK Tekna NL-Auto | Navigatie | 360 Graden Camera | Climate Controle | Cruise Control | Panorama dak | Radio-DAB-USB | Stoelverwarming | LM-velgen | Parkeersensoren
- 2020
- 33.347 km

Toyota C-HR 2.0 Hybrid Style | 184 PK | Stoelverwarming | Navigatie | 18 Inch LM Velgen | Parelmoer Lak |
- 2022
- 58.147 km