Kia Picanto - Opel Karl - Toyota Aygo - Volkswagen Up

Strak voor de strijd

AutoWeek 40 2018
AutoWeek 40 2018
AutoWeek 40 2018

Je leest het in AutoWeek 40 2018

De eerste Toyota Aygo was samen met broertjes Peugeot 107 en Citroën C1 een succes van ongekende proporties en gold lange tijd als benchmark in het A-segment. De in 2014 geïntroduceerde tweede generatie heeft dat succes nooit weten te evenaren, maar probeert z'n concurrenten opnieuw naar de kroon te steken, met een nieuwe neus, een aangepaste motor en een gemoderniseerd interieur.

In het segment waar de marges het kleinst zijn, moet elk dubbeltje omgedraaid worden. Daarom wordt er onderling veel samengewerkt en ligt het nieuws niet voor het oprapen. De drieling van Toyota en PSA is één van de bekendste voorbeelden van zo'n samenwerking. De tweede generatie van het Japans-Franse trio diende zich in 2014 aan met bekende techniek, maar een volledig nieuw uiterlijk. Zeker bij Toyota moest het vooral leuker en hipper, dus kwam er een Aygo met veel scherpe lijnen en een even brutaal als opvallend frontje.

In 2018 neemt de Aygo opnieuw afstand van zijn Franse broertjes doordat hij als enige een facelift heeft ondergaan. Met de niet langer in contrastkleur gespoten 'X' en gemoderniseerde lichtunits rondom is het onderscheid met de voorganger onmiskenbaar aanwezig, terwijl het hippe karakter is gebleven. Zeker als je hem in de X-cite-uitvoering van ons testexemplaar bestelt, want dan is de lakkleur 'Reddish Purple' standaard. Ook in het interieur komt de roze-paarse tint veelvuldig terug. Het kale plaatwerk op de deuren is in dit segment acceptabel, al laat de concurrentie wel zien dat het anders kan. Het dashboard is creatief vormgegeven, maar oogt met zijn grote naakte oppervlakken en zichtbaar goedkope oplossingen niet al te hoogwaardig.

De grootste vernieuwing vond plaats achter het hoog geplaatste touchscreen. Het infotainmentsysteem is ook na de facelift nog erg eenvoudig, maar door de toevoeging van Android Auto en Apple Car Play is dat nog maar nauwelijks een nadeel. De zitpositie achter het stuur is goed voor een auto uit dit segment, mede dankzij een stuurwiel dat ver genoeg het interieur in steekt. De vrij hoog geplaatste pook is prettig, zeker omdat die vaak moet worden beroerd om de gang er een beetje in te houden.

De enig leverbare motor is nog altijd de 1,0-liter driecilinder van Daihatsu die ook in de vorige Aygo zat. Het blokje kreeg er een paar pk bij, maar voelt nog steeds niet overdadig aan. Bovendien laat hij zich goed horen, al kan het soms ook vermakelijk zijn om de vrolijk roffelende driecilinder in de toeren te jagen. De opvallend zware besturing draagt bij aan het kruipdoor-sluipdoor-karakter van de Aygo, maar het blijft bij een gevoel. In snelle bochten helt de auto behoorlijk over, terwijl oneffenheden duidelijk voelbaar zijn. Bovendien zijn op de snelweg afrol- en windgeruis ondanks de verbeterde isolatie nog altijd prominent aanwezig.

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren