Jeep Compass 2.4 Limited 4WD (2011)

Zijn facelift heeft de Compass goed gedaan. Je neemt hem nu veel serieuzer; stoer en stijlvol in plaats van sullig en oubollig. Zo'n grondige renovatie is natuurlijk vooral een optisch verhaal, want aan de onderhuidse techniek veranderde weinig tot niets. Wel aan het interieur, waar de kunststoffen wat minder plastic-achtig aanvoelen dan voorheen. De rechthoekige ventilatieroosters hebben plaatsgemaakt voor ronde en de middenconsole ziet er volwassener uit. Datzelfde geldt voor het nieuwe driespaaks stuurwiel met daarop knopjes voor onder andere audio en cruisecontrol. Helaas doet het interieur als geheel kwalitatief nog steeds onder voor dat van veel concurrenten. Er wordt nog steeds veel harde kunststof toegepast en zo'n slap aanvoelende armsteun van goedkoop plastic draagt niet bepaald bij aan een gevoel van doortimmerdheid. De afwerking van de cockpit is desondanks heel behoorlijk en op de ergonomie valt eveneens weinig aan te merken.

In de Compass zit je relatief laag, met een massief dashboard voor je neus. De stoelen zitten goed en bieden voldoende steun voor je rug. Je benen hebben geen zijdelingse steun van de stoel nodig, die worden keurig op hun plaats gehouden door het portier en de middenconsole. Het is er voorin wel wat krap. De instap naar de achterbank is wel weer goed. Hoofd- en beenruimte zijn goed voor elkaar, al zijn de zittingen wel wat aan de korte kant. Voor de bestuurder is het zicht schuin naar achteren slecht, vooral vanwege de schuin oplopende C-stijl.

Lekker veel inhoud

Jeep is niet echt een voorloper op motorengebied; de Compass wordt aangedreven door een turbo- en compressorloze 2,4-liter viercilinder met variabele kleptiming. Daar halen ze in Amerika een acceptabele 170 pk en 220 Nm uit. De automatische bak drukt een behoorlijk stempel op het rijkarakter, want zoals het een CVT betaamt, gaat stevig accelereren gepaard met een dito geluidsproductie. De transmissie doet sloom aan. Vooral bij terugschakelen neemt deze riant de tijd, waardoor een vlotte inhaalactie een hele onderneming wordt. Het verbruik

ligt (volgens de fabriek) een halve liter hoger dan met een handbak (8,1 tegen 8,6 l/100 km). Dat is dus nog te overzien, maar de meerprijs is fors. Al moet daarbij worden opgemerkt dat je voor dat geld automatisch ook een uitrustingsniveau opschuift, van Sport naar Limited.

De Compass heeft een simpel 4WD systeem, het Freedom Drive 1, met een 'lock'-functie voor een gelijke koppelverdeling tussen voor- en achteras. Het onderstel met onafhankelijke wielophanging is comfortabel dankzij relatief zachte vering, maar de stevige demping zorgt ervoor dat de koets niet te veel overhelt. De auto is wel wat stoterig op oneffenheden in het wegdek en de koets tordeert nogal; rij zachtjes over een drempel en je hoort hem kraken in de portierrubbers.

Zoals gebruikelijk bij een Amerikaan is de besturing erg licht. Toch zijn de stuurreacties verrassend direct, bij lagere snelheden krijg je voldoende feedback. Helaas verdwijnt veel van het gevoel naarmate de snelheid oploopt. Maar toch: bepaald niet slecht voor een Amerikaan.