Test: Jaguar S-type 2.7D (2004)

Zo'n één op de drie auto's in het segment van de S-Type die in Europa wordt verkocht, is voorzien van een diesel. Jaguar kon dus niet achterblijven. De motor is een gezamenlijk project van PSA (Peugeot en Citroën), Ford en Jaguar. Hij was in opgevoerde versie al gemonteerd in de Jaguar R-D6 concept-car en maakt nu in de S-Type z'n echte debuut. De krachtbron komt naar verwachting later ook beschikbaar voor de Peugeot 607 en de Jaguar XJ, en voor de toekomstige Citroën C6.

Voor de 2.7D, met een blokhoek van 60 procent en dubbele bovenliggende nokkenassen, is gebruik gemaakt van het lichtgewicht CGI (Compacted Graphic Iron). Met 202 kilo is de V6 dan ook slechts 15 kilo zwaarder dan een vergelijkbare benzinemotor. De 24-klepper, die speciaal is aangepast voor Jaguar, is uitgerust met twee turbo's plus tussenkoeler. Voor de inspuiting zorgt de nieuwste generatie common-railtechniek. De piëzo-elektrische multipoint-injectie werkt op 1.650 bar en kan tot vijf inspuitingen per omwenteling leveren. Het vermogen van 207 pk en 't koppel van 435 Nm laten ons verwachtingsvol instappen voor de eerste kennismaking.

Behaaglijk toeven

Binnenin worden we geconfronteerd met een wat opgefrist interieur. Dat geldt niet alleen voor de diesel, maar voor álle S-Types. Er zijn nieuwe kleuren en bekledingsmaterialen beschikbaar en je kunt voortaan ook kiezen voor een dashboardafwerking in aluminium. Al met al is het bijzonder behaaglijk toeven aan boord van de S, in een typische Brits-chique sfeer. Zitten in een Jaguar gaat tegenwoordig on-Engels goed. De zetels zijn heerlijk comfortabel en de zitpositie is perfect in te stellen. Net als in de XJ zijn zelfs de pedalen verstelbaar. Wie in de S zijn draai nog niet kan vinden, kan beter gaan fietsen. Erg makkelijk is de touch screen bediening van het optionele infocenter, waarop de navigatie, de automatische Climate Control, het audiosysteem en de telefoon te bedienen zijn.
De aanpassingen die Jaguars middelste model aan de buitenkant heeft gekregen, zijn duidelijker dan de wijzigingen binnenin. Zo heeft de nieuwe aluminium motorkap een meer geprononceerde V-vorm en staat de grille een tikkeltje verticaler. Opvallender zijn echter de veranderingen aan de achterzijde, die dikker is geworden. De kofferklep is drie centimeter hoger dan voorheen en de achterlichtunits zijn opnieuw gestileerd, met daartussen een signature plate. Die is bij de Sport-uitvoeringen meegespoten in de carrosseriekleur, anders is die strip van aluminium. Dat geldt trouwens ook voor details als de grille-omlijsting en de strips op de bumpers. Ten slotte zijn er nieuwe standaardvelgen in het programma opgenomen, 17 inch voor de Executive en één maatje groter voor de Sport. Al met al vinden we het een geslaagde facelift, het maakt de S-Type net even wat strakker en moderner.

Ssst...

Zelfs wanneer de motor in koude toestand stationair loopt, moeten we goed luisteren om te horen dat we een diesel in het vooronder hebben. De V6 is niet alleen licht, er is ook veel aandacht besteed aan de stijfheid van blok plus transmissie. Samen met de uitgekiende isolatie zorgt dat voor een ongekend laag geluidsniveau. Ook als je stevig doortrekt. Daarbij is er bij lage toeren geen enkele vibratie waarneembaar. Dat maken we wel eens anders mee. Indrukwekkend, tot zo ver. Helaas geldt dat niet voor de nieuwe handgeschakelde zesbak, waar we in eerste instantie mee op pad zijn. Om het dieselkoppel te kunnen verwerken, zijn hier en daar wat versterkingen aangebracht. De bak is echter aan de hakerige kant, je moet de pook als het ware 'n beetje nadrukken. Wat ook niet meehelpt, is dat de motor een beetje 'nadieselt' als je het gas los laat. Hij blijft heel even in z'n toeren hangen, wat vlot overschakelen bemoeilijkt. Om nog maar te zwijgen over die hinderlijk in de weg zittende middenarmsteun. Nee, geef ons dan maar de zijdezacht schakelende automatische transmissie, met eveneens zes verzetten. Die past veel beter bij het karakter van de auto. Bovendien wordt hiermee verdoezeld dat de motor onderin niet de állersoepelste is. Beneden de 1.500 toeren gebeurt er bijzonder weinig. Het maximumkoppel komt vrij bij 1.900 omwentelingen. Die 435 newtonmeters zijn behoorlijk indrukwekkend, maar ze moeten wel een wagengewicht van 1.722 kilo (1.790 voor de automaat) voortstuwen. De BMW 525d en de Mercedes E270 CDI, bijvoorbeeld, hebben íets minder koppel, maar wegen ook weer ruim 150 kilo minder. Dat merk je. En dan zullen we het maar helemaal maar niet hebben over de 500 Nm sterke 530d. Maar goed, met een acceleratie van nul tot honderd in 8,5 seconden (8,6 met de automaat) en een top van rond de 230 km/h is het natuurlijk allerminst behelpen in de S-Type 2.7D.

Hoog verwengehalte

Ook al heeft Jaguar de vernieuwde S-Type voorzien van een gewijzigde afstelling van de schokdempers en de vering, de nadruk blijft op het comfort liggen. Hobbels en oneffenheden worden vrijwel naadloos gladgestreken. Ook bij de Sport-uitvoering, die iets steviger is dan de normale S en de Executive. Ondanks de lekker communicatieve besturing zorgt de onderstelafstemming voor een ietwat afstandelijk, wollig karakter. Maar op zich past dit wel bij zo'n heer van stand. Voor sportiever stuurwerk is de BMW 5 een betere optie. Of de S-Type R, natuurlijk. Maar ja, die is er alleen met een 4,2 liter V8 supercharger. Met 400 pk plus een lekker strak, mooi uitgebalanceerd onderstel is dit een feestbeest van jewelste, zo hebben we ook nog even ervaren. Al wordt ook bij deze opper-S het comfort niet uit het oog verloren.
Minpuntje van de S-Type vormen, net als bij de XJ, de remmen. De vertraging is in eerste instantie oké, maar het pedaal is aan de sponzige kant en dat voelt niet echt lekker. Bovendien treedt er na een paar keer stevig in de ankers té snel fading op.
Zoals je van Jaguar mag verwachten staat het verwen- en veiligheidsgehalte van de S-Type op een hoog niveau. Standaard zijn onder meer automatische airconditioning, lichtmetalen wielen, verwarmde buitenspiegels en ruitensproeiers, een boordcomputer, een 140 watt-soundsysteem met cd-speler, vier airbags plus gordijnairbags, cruise controle en stabiliteitsregeling. Op de Sport en de Executive zit écht alles. De prijs van de 2.7D begint bij € 55.500, en dat mag redelijk concurrerend worden genoemd. Tel daarbij het succes van de XJ (die in het eerste kwartaal de verkooplijst in het executive-segment aanvoert) en er heerst bij Jaguar Nederland een redelijk optimisme over de kansen van deze stil en comfortabel dieselende roofkat.