Honda Civic TCR Cupauto - Tracktest

Tracktest: Grote voeten in een raceauto

AutoWeek 34 2018
AutoWeek 34 2018
AutoWeek 34 2018

Je leest het in AutoWeek 34 2018

Om de overgang van het WTCC naar het WTCR-kampioenschap vorm te geven, nodigde Tom Coronel ons uit voor een rondje in zijn nieuwe raceauto. Nee, niet als passagier.

Hij werkt altijd overrompelend. Het wordt je niet gevraagd, het wordt meegedeeld en dus moet ik mijn best doen om niet meteen “Ja hoor, is goed”, te mompelen als hij belt. “Ha, die Roy! Pak je agenda, man. Mooi programmaatje gemaakt: circuit van Mettet en dan de baan op in mijn TCR-Civic.” Niet iets om meteen enthousiast over te worden, want om nu half België door te rijden om vervolgens wagenziek te worden als passagier … “Nou ja, eh, Tom, weet je, mijn maag en ik zijn nooit goede bijrijders geweest, dus ik weet niet of …” Hij onderbreekt me: “Nee, Roy. Niet meerijden. Zelf rijden. Ik ga jou toch niet hier naar toe halen om naast mij te zitten?” “Eh, zelf rijden? In jouw raceauto?” “Ja.” “In jouw WTCR-Civic? “Inderdaad, Roy! Zie je dan!”

Hij heeft al opgehangen, terwijl ik mijn telefoon nog aan mijn oor heb. Tom Coronel is iemand die nooit ook maar een greintje negativiteit in zijn leven lijkt te hebben. Hij is nooit moe, nooit chagrijnig en als iemand anders zijn auto in de grindbak rijdt, komt hij niet meer bij van het lachen. Als blijkt dat ik en de paar andere journalisten die hij heeft uitgenodigd, maar drie rondjes mogen rijden, doet hij zijn best bij het team om er wat meer van te maken. “Come on, those guys came all this way.” Helaas, het blijft bij drie rondjes. Maar dan nog, hoe vaak rijd je nu een echte cupauto van dit kaliber? “Weet je wat het is”, zegt hij, “Jij kunt dit. De auto is goed handelbaar, je hebt meer dan genoeg ervaring met snelle auto’s. Je rijdt hem echt niet zomaar aan puin. Honda hoefde mij echt niet te overtuigen om mijn auto aan jullie af te staan hoor, ik heb het zelf voorgesteld! Zo krijgen mensen een beetje een beeld van wat ik doe.”

STRAAT-TYPE R ZELFDE BASIS

Het Circuit Jules Tacheny de Mettet ten zuidoosten van Brussel is niet heel bekend, maar voor ondergetekende toevallig geen nieuw terrein. Toen het circuit in 2010 net open was, hebben we er voor AutoWeek een dubbeltest gemaakt met de Renault Mégane RS en de Volkswagen Scirocco R. Dit circuit was toen een leuk onderdeel van die test. Het is een klein baantje, middenin een oud stratencircuit. Door een forse drop, waarin je zonder zicht een hairpin in duikt, verheft de baan zich boven een gemiddeld Mickey Mouse-niveau en kun je er best wat lol hebben.

Om erin te komen, mogen we eerst even met een straatversie van de Civic Type R de baan op. Dat is nog altijd één van de meest wilde hot hatches die je op dit moment kunt kopen, dus die houdt zich op het circuit prima staande. En het is lekker om de mini-Corkscrew-drop even te oefenen: je moet hier tegen je gevoel in de binnenkant van de bocht aanhouden bij het insturen, omdat het circuit bij de buitenkant ineens ophoudt zodra je in de diepte stort. De straat-Civic met 320 pk voelt zich hier inderdaad prima op zijn plek. De neus hapt zalig naar binnen, de bak schakelt strak en de kont reageert lekker op input van het gaspedaal – precies zoals je wilt bij een wilde voorwielaandrijver. Nu is het tijd voor het echte werk.

Toms TCR-auto heeft dezelfde basis als de straatType R, omdat de klasse meer herkenbaarheid wilde hebben dan het WTCC had. Die auto’s stonden steeds verder af van normale productiemodellen, maar in het WTCR is dat dus weer teruggedraaid. Dat houdt de kosten ook lager, zodat de startvelden groter zijn. Wel is de auto natuurlijk breder, heeft hij een compleet andere ophanging en is de aanwezige downforce veel heftiger. De motor is in principe dezelfde 2.0 Turbo, maar dan met 350 pk en een compleet andere mapping. “Het vermogen zit extreem bovenin, dus niet te vroeg opschakelen”, doceert Coronel, die naast me plaatsneemt tijdens de rit. “De koppeling heb je alleen nodig bij het wegrijden, daarna met flippers schakelen.” Eenmaal ingesnoerd is de zitpositie niet optimaal, want ik heb door de bovenkant van het stuur geen zicht op de schakellampjes. Niets meer aan te doen, we gaan los!

FLIPPER REAGEERT NIET

Wat marge met de koppeling en we hobbelen de pits uit. Mijn trackrecord met echte raceauto’s is niet groot en dit is zonder twijfel de dikste die ik ooit heb gereden. Even wennen dan maar, want platrijden is niet handig … De turn-in is door de slicks extreem heftig en op het eerste rechte stuk haal ik door. Bam naar twee, bam naar drie. Coronel gebaart heftig, want hij vindt dat ik te vroeg opschakel. Aha, de digitale toerenteller geeft een vertekend beeld. De lampjes gaan pas later richting het rood. Ik laat me iets zakken in mijn stoel om zicht te krijgen op de ledjes. Dan hard aanremmen voor een hairpin.

Het pedaal is keihard, maar daar rekende ik op. Stampen! Ik rekende er echter niet op dat de bak niet terugschakelt als ik flipper, zodat ik met een extreem laag toerental de bocht in duik, waardoor ik weinig controle heb. “Je voet!”, brult Tom door zijn helm naar me. Het duurt twee bochten voordat ik door heb wat hij bedoelt. De pedalen staan zo dicht bij elkaar dat ik tijdens het remmen nog een mini-beetje gas geef. Hierdoor blokkeert de versnellingsbak uit veiligheid. Opletten!

Ik duik nu met hogere snelheden bochten in, vertrouwend op de grote mechanische grip. Ronde twee in en lekker laat remmen, bam terug en door: proberen de balans te vinden. Bij het middelste harde rempunt blokkeert de bak echter weer door mijn kleine teen op het gas en nu ben ik het zat. Ik besluit met links te remmen om herhaling te voorkomen. Ronde drie! Remmen, terugschakelen en door. Ik krijg een duim van Tom als ik hard doorhaal tot aan de begrenzer. De derde ronde is de eerste zonder harde bedieningsfouten. Klaar om eens goed naar de balans van de auto te kijken. Maar helaas, drie rondjes was ‘de max’ en we moeten de pits alweer in.

Gezien mijn gebrek aan ervaring met cupauto’s wilde ik rustig opbouwen, want voor je het weet, vlieg je eraf. De prijs die ik betaal, is dat ik niet echt aan de limiet heb kunnen proeven, maar gelukkig wel aan de potentie. De auto is tamelijk toegankelijk en zijn snelheidspotentieel enorm. Het extreem late remmen en de hoge bochtensnelheid vormen de uitdaging. “Je zag in je laatste ronde dat je doorkreeg waar de power zat, hoe je hem moest rijden”, vindt Tom. “Met het grote startveld is het een enorm competitief geheel: één klein foutje en je rijdt achteraan. Zo moet ik met links gaan remmen, wat ik in toerwagens nooit heb gedaan, omdat de turbo op stoom moet blijven. Dat kostte me te veel tijd in de eerste seizoenshelft. Zo leer ik zelfs nu nog bij, haha.”

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren

Gerelateerde forum topics

Praat verder op het forum