Ford Racing Puma - Blits Bezit

Bloed, zweet en tranen

Ford Puma Racing Blits Bezit
AutoWeek 43 2019
AutoWeek 43 2019

Je leest het in AutoWeek 43 2019

Officieel is de Ford Racing Puma nooit buiten Engeland geleverd. De paar exemplaren die in de Lage Landen circuleren, zijn dan ook stuk voor stuk grijze imports. Behalve eentje: de tijdscapsule van Vlaming Herman De Clercq.

Aangemoedigd door het initiële verkoopsucces van de kekke Puma geeft het Engineering Department van Ford Engeland eind jaren 90 de aanzet tot een heuse Racingdivisie. Een ietwat verwarrende naam, omdat de producten voor straatgebruik moeten dienen, maar tegelijk logisch in het licht van bijvoorbeeld BMW M, dat eveneens bij de autosport afkijkt voor inspiratie. De eerste worp van de nieuwe afdeling moet een potente Puma worden, minstens 1.000 keer van de band rollen en zowel in Engeland als in Duitsland worden verkocht. Althans, dat is de bedoeling.

In 1999 staat er een Puma ST160 in conceptvorm op de beurs van Genève te blinken. Het plan is om de dure homologatieprocedure te omzeilen door de modificaties als ombouwkit aan te bieden. Vandaar de naam ‘Ford Racing Conversion’, die moet worden uitgevoerd in Engeland met auto’s uit de Duitse fabriek. Carrosseriebouwer Tickford, die eerder de Sierra RS500 assembleerde, sleept het contract binnen en verplicht zich om gedurende één jaar twintig auto’s per week om te bouwen naar Racing-specificatie.

Een ambitieus plan, zo blijkt al snel. De Duitse importeur trekt zijn keutel te elfder ure in, omdat de aanschafprijs maar liefst € 37.000 bedraagt; € 15.000 meer dan de Puma 1.7 waarop de Racing-versie is gebaseerd. Vroege tegenslagen ten spijt gaat het project toch door en komt er zelfs een aardig sportwagentje uit voort, zij het alleen in Engeland en met het stuur aan de rechterkant. De dynamische kwaliteiten van de gewone 1.7 vormen een prima basis, terwijl het ontwerp van Ian Callum zich prima leent voor een sportoutfit.

SPEEDLINE-WIELEN

De lijst met aanpassingen is dan ook lang, te beginnen met de 17-inch Speedline-wielen van MiM met Pirelli P7000-rubber. Daarachter doen competitieremmen van Alcon en sportieve dempers van Eibach hun werk, samen met nieuwe aandrijfassen om het bredere spoor te compenseren. Nieuwe ophangingsdelen en bredere aluminium voorschermen maken de Racinglook compleet. Achter die stoere façade zit het pièce de résistance van de Racing Puma: de met Yamaha ontwikkelde en door Tickford getunede viercilinder.

De 1.7 levert in standaardspecificatie 125 pk, in Racing-trim 155 paarden. En geen aanjager die daaraan te pas komt. Ford laat het blok op klassieke wijze pimpen, met scherpere nokken, een nieuwe inlaatalsmede een uitlaatpijp en een racekatalysator met bijhorende einddemper. De begrenzer grijpt past in bij 7.000 toeren, de klassieke sprint naar 100 km/h gaat in 7,9 in plaats van 8,6 seconden. En de topsnelheid? Die blijft met 202 km/h ongeveer gelijk.

Belangrijker is echter hoe de som van al die modificaties de kleine coupé van warm naar heet promoveert. Tegen bijbetaling kunnen klanten zelfs een sperdifferentieel bestellen, dat de voortrein wellicht iets nerveuzer maakt, maar ook veel efficiënter. Omdat de achteras min of meer ongewijzigd blijft, laat de Racing Puma zich nog steeds lekker dwars door de bocht dirigeren.

De Britse pers is er dan ook als de kippen bij met de felicitaties, hoewel iedereen de aanschafprijs exorbitant vindt. Voor dat geld heb je immers ook een Subaru Impreza Turbo met performance-extra’s. Maar de Racing Ford ervan weerhouden om een plekje in de lijst met beste voorwielaandrijvers ooit te op te eisen, dat lukt de Japanse publiekslieveling toch niet.

KLASSIEKE TUNING

Twintig jaar na dato doet de hatchback nog altijd de hoofden draaien. De uitgeklopte wielkasten, de felblauwe kleur en de opvallende sportstoelen geven de Racing verrassend veel wegprésence voor een auto die op het chassis van de toenmalige Fiesta staat. Allicht is die degelijke basis verantwoordelijk voor de geslaagde set-up, die weliswaar sportief is, maar nooit zo stug dat je het op je zenuwen krijgt. Hetzelfde geldt overigens voor de gekietelde viercilinder, die zonder morren aanspringt en meteen in een solide loop gaat.

Pas als je het gaspedaal stevig intrapt, geeft de 1.7 een stevige snerp die de opgewaardeerde ingewanden verraadt. Toch wordt de Racing Puma nooit zo luid als hij eruit ziet, tenzij je de naald van de toerenteller voorbij de laatste markering jaagt om uiteindelijk toch op een ratelende begrenzer te stuiten. De vergelijking met een ouderwetse VTEC-motor is dus niet zo vergezocht. Akkoord, de overslag naar de scherpe nokken is lang niet zo uitgesproken als in een Honda, maar de manier waarop de viercilinder verzet na verzet aan snelheid en karakter wint, heeft er wel iets van. Wil je met het moderne turboverkeer mee kunnen bij de verkeerslichten, dan moet je de boel zorgvuldig opwarmen. Maar zeg nu zelf: wat is er leuker dan te werken in een sportauto? En dat geldt ook voor het betere bochtenwerk, waar het optionele sperdifferentieel van dit exemplaar best agressief kan ingrijpen. Netjes met twee handen sturen is aan te bevelen! Het deels met alcantara beklede stuurwiel spreekt eveneens van vervlogen tijden, toen gevoel en feedback nog niet belemmerd werden door elektrische servo’s en overijverige rijhulpsystemen.

Aan de slagen en overbrengingsverhoudingen van de handgeschakelde vijfbak is niet gesleuteld, waardoor die naar huidige inzichten iets langer en losser uitvallen dan gewenst. De aluminium pookknop maakt echter veel goed, net als de intuïtieve bediening van de pedalen en de koppeling. Dat de Racing-motor nauwelijks meer koppel produceert dan de standaard versie is eigenlijk geen probleem. Met zijn lage gewicht (1.040 kg) en toch 1.700 cc longinhoud komt de Racing Puma ook laag in de toeren goed uit de voeten, al zit het vuurwerk natuurlijk bovenin. Zoals het een sportwagen betaamt.

BLITSE BEZITTER

Herman de Clercq was zo’n twintig jaar geleden nog Ford-dealer, nu is zijn autobedrijf in Lochristi merkspecialist in Ford. “Voor mijn veerstigste verjaardag wilde ik mijzelf een Lotus Esprit cadeau doen”, herinnert hij zich. “Maar toen hoorden we in de wandelgangen dat Ford iets met de Puma van plan was: eerst ging het over duizend exemplaren waarvan de helft met het stuur links, daarna alleen nog over rechtsgestuurde exemplaren voor de Britse markt. Maar op dat moment was mijn fantasie al dermate geprikkeld dat ik er gewoon eentje moest hebben”, klinkt het. Van Ford BeLux krijgt Herman te horen dat het haast onmogelijk is om als Belg een Racing Puma te bemachtigen, maar dat schrikt de garagist niet af. “Om te bewijzen dat ik het meende, legde ik meteen een fiks voorschot op tafel. Zo kwam ik toch op de wachtlijst voor een snelle Ford, ook al konden ze mij toen nog niet zeggen voor welke precies.”

Gelijktijdig met de Racing Puma was het merk namelijk bezig met de Focus RS, waarvoor wel aanbetalingen werden aanvaard. Aan de andere kant van het Kanaal moet de gedachte hebben postgevat dat Herman alleen een Racing Puma kon krijgen als de verkoop in Engeland stagneerde, wat sneller dan verwacht gebeurde door de buitensporige aanschafprijs. Desalniettemin was Herman zo blij als een kind toen hij het bericht ontving dat er een Puma voor hem klaarstond in Imperial Blue, de klassieke kleur voor alle producten van Ford Motorsport. “Al wisten we toen nog niet hoeveel bloed, zweet en tranen het zou kosten om de auto in België op kenteken te krijgen”, verzucht hij nu.

“Uiteindelijk hebben we de Racing Puma zelf in Engeland opgehaald, omdat er geen export afspraken waren met Tickford, dat de auto’s afmonteerde. En toen we eindelijk in België waren, kregen we hem niet gehomologeerd, omdat het stuur aan de verkeerde kant zat en de EU-typegoedkeuring ontbrak.”

Na ettelijke pogingen en veel bozetelefoontjes kwam het dossier bij iemand terecht die de auto op zijn juiste merites beoordeelde, namelijk als een Ford Puma met een Racing-conversie. De medewerker van de Belgische RDW deed aanvankelijk nog moeilijk over de plaats van het stuur, want dat zat uiteraard rechts. Na een smoes over jaren wonen in Engeland en niet kunnen wennen aan een stuur links ging de man overstag. Herman kreeg zijn felbegeerde kenteken, nota bene een gepersonaliseerde plaat met P(uma)ST160 erop.“Dat het geen gewone Puma is, zien de meesten meteen,” vertelt onze Blitse Bezitter tot slot. “Maar dat dit beestje op technische circuits met echte sportwagens mee kan, dat verwacht haast niemand.”

Volgens Herman is de vermogensmeting dan ook conservatief, zeker als je de motorsoftware aanpast en brandstof met een hoger octaangetal gebruikt. En dan is er natuurlijk nog het relatief lage gewicht, ondanks moderne accessoires zo als airconditioning. “Het is vreemd om hier binnenkort een Puma in cross-overformaat in de showroom te hebben”, concludeert Herman meewarig. Zijn Racing-versie staat er immers al twintig jaar te blinken, waardoor de naam eigenlijk nooit is weggeweest uit het auto bedrijf in Oost-Vlaanderen. “Maar een Racing-versie zal er zo niet snel meer komen, omdat Ford op elk exemplaar geld heeft verloren en Tickford zich enorm heeft vertild aan de ombouw. Vandaar dat het na 486 exemplaren over en uit was.” Hoeveel er daar nog van over zijn, weet niemand. Vaststaat dat nummer 264 één van de best bewaarde exemplaren van de hele serie moet zijn.

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren

PRIVATE LEASE Ford Puma

Gerelateerde forum topics

Praat verder op het forum