Ford Focus vs. Hyundai i30 - Vergelijkende Test

Niet opladen, wel inladen

47 reacties

Video
AutoWeek 53 2020
AutoWeek 53 2020

Je leest het in AutoWeek 53 2020

Hyundai heeft de i30 een make-over gegeven: de neus is opgefrist, de aandrijftechniek tegen het licht gehouden en de elektronica herzien. Is dat voldoende om een vaste waarde als de Ford Focus met zijn nieuwe mild hybrid-techniek de loef af te steken?

Hyundai heeft de i30 een tussentijdse update gegeven. Deze opgefriste editie herken je aan een gewijzigde neus waarbij de koplampunits met V-vormige dagrijverlichting het meest in het oog springen. Verder is het motorenpalet herzien, heeft hij het multimediasysteem dat we onlangs ook al bij de nieuwe Hyundai i20 hebben gezien en zijn de uitrustingsniveaus tegen het licht gehouden. Om een idee te krijgen of de attractiviteit van de auto daarmee voldoende is opgekrikt om weer een aantal jaren mee te kunnen dingen naar de gunst van het publiek, zetten we hem als stationwagon – kortweg Wagon in Hyundai-jargon naast de Ford Focus die eveneens Wagon wordt genoemd. Die Ford is net twee jaar op de markt, een grondige update is nog niet nodig. Wel is de Focus sinds kort verkrijgbaar met nieuwe aandrijftechniek: mild-hybrid motoren. En mildhybrid is het ook wat we bij Hyundai zien.

Diesels komen we in de i30-prijslijst niet meer tegen. De i30 wordt alleen nog aangeboden met benzinekrachtbronnen. Hierbij kan er worden gekozen tussen een 120 pk éénliter driecilinder en een 160 pk 1,5 liter viercilinder. Beide zijn voorzien van 48 volt mild-hybrid techniek en naar wens verkrijgbaar met een handgeschakelde zesbak of een zeventraps DCT-automaat.

Bij Ford valt er meer te kiezen, de Focus is namelijk nog wel met dieseltechniek verkrijgbaar en de benzinemotoren zijn er zowel met als zonder mild-hybrid techniek. In de vergelijking op deze pagina’s zien we de Hyundai met de nieuwe 160 pk 1.5 T-GDI in combinatie met de automatische transmissie naast de Ford met de 155 pk 1.0 EcoBoost Hybrid, die er overigens ook met 125 pk is. Die 1.0 EcoBoost Hybrid is er alleen maar met hand geschakelde zesbak, voor een Focus met automaat ben je aangewezen op de conventionele benzinevarianten of op een diesel. De 160 pk Hyundai-motor werkt in de praktijk prima samen met de automatische transmissie. Het is een prettige combinatie waarmee je ongemerkt al snel te hard rijdt. Dit komt doordat de motor in alle rust zijn werk doet en het op zijn sloffen lijkt af te kunnen; trekkracht lijkt instant voorhanden. Het maximum koppel van 253 Nm wordt al bereikt bij 1.500 toeren per minuut en kan desgewenst vastgehouden worden tot 3.500 toeren. Qua piekwaarden ontloopt de Focus de i30 nauwelijks, maar ondanks zijn 155 pk en 240 Nm lijkt het of de Ford-motor er veel meer zijn best voor moet doen. We krijgen de indruk dat het niet vanzelf gaat. Bij de diverse acceleratie metingen blijkt het echter allemaal best mee te vallen en geeft de Focus niet of nauwelijks toe op de i30. Overdreven veel schakelen is niet nodig, al is dat schakelen op zich geen straf, de zesbak is er een van de fijnere soort.

TRILLINGEN EN VIBRATIES

Wie er fijngevoelig genoeg voor is, merkt dat de motor van de Focus bij tijd en wijle een brom laat horen die gepaard gaat met lichte trillingen en vibraties, vooral op een min of meer constant tempo. Geen zorgen, dan schakelt de elektronica één van de drie cilinders uit om brandstof te besparen. Alleen kan de constructie van een driecilinder net iets minder mooi dan een viercilinder verhullen dat hij op twee cilinders draait.

Geef je gas, dan zijn alle drie de cilinders weer direct bij de pinken. Het effect van de cilinderuitschakeling lijkt zich direct uit te betalen: in onze test heeft de Ford per 100 kilometer ruim een liter minder benzine nodig dan de Hyundai. Op een volle tank kom je daardoor met de Focus ruim 150 kilometer verder dan met de i30. Een aardige gimmick is dat de Focus je op basis van navigatiedata erop attendeert dat je je voet van het gaspedaal moet halen wanneer je bijvoorbeeld een rotonde of T-splitsing nadert, om zo het brandstofverbruik nog verder te drukken.

PRETTIGE BLEND

Steeds vaker zien we dat autofabrikanten voor hun compacte middenklasser twee achterassen ontwikkelen. De simpele en goedkopere torsieas wordt doorgaans gebruikt in combinatie met lichtere motoriseringen en de complexere en daardoor duurdere onafhankelijke multilink ophanging komt tot inzet om grotere prestaties het hoofd te bieden. Beide Wagons zijn voorzien van die laatste constructie. Een blik onder de auto biedt een vergelijkbaar uitzicht. Niettemin is er wel een verschil in afstemming van veren, dempers en rubbers.

Hyundai zit meer aan de comfortabele dan aan de dynamische kant, daar doen de Michelin Pilot Sport-banden weinig aan af. Overigens zorgen die banden wel voor een flinke dosis grip; de auto lijkt niet makkelijk uit zijn baan te willen. Niet dat de i30 er trouwens toe uitnodigt om de grens op te zoeken, daarvoor is de stuurinrichting te veel in lijn met het onderstel, die is namelijk licht en afstandelijk. Er zit niet veel gevoel in.

De Focus voelt zonder dat je aan comfort inlevert een stuk steviger aan, waarbij direct moet worden opgemerkt dat de grijsblauwe auto op deze pagina’s als onderdeel van zijn uitrustingsniveau is voorzien van een sportonderstel, hetgeen de auto tien millimeter dichter bij het asfalt brengt. Maar goed, we kennen de Focus ook zonder zo’n sportief opgezet onderstel en ook dan biedt hij een plezierige mix van comfort en dynamiek. Ook hier vinden we een stuurinrichting die keurig in lijn is met het onderstel; prettig bekrachtigd, maar met meer dan genoeg gevoel om de auto stabiel de ingeslagen koers te laten volgen. De Michelin Premacy’s kwijten zich daarbij prima van hun taak.

Aan de interieurruimte is bij de tussentijdse update van de i30 niets veranderd, dat was in orde en dat is het nog steeds. Voor in de Hyundai zit je iets hoger, in de Ford juist iets lager, maar in beide auto’s is de ondersteuning – mede dankzij zittingverlengers – dik in orde en heb je voorin genoeg ruimte. Groot zijn de verschillen niet. En dat is achterin ook het geval. Achter in de Hyundai hebben we iets meer beenruimte dan in de Ford, terwijl die laatste op zijn beurt weer iets meer hoofdruimte biedt aan de achterpassagiers. Als de hoofdruimte op de achterbank belangrijk voor je is, doe je er bij de Hyundai overigens goed aan om de auto te bestellen zonder glazen dak. Dat kan het verschil maken tussen nét wel of nét niet met de hemelbekleding in contact komen. En waar het bij stationwagons om draait: bagageruimte. Ook hier ontlopen de auto’s elkaar weinig. De Hyundai kan 602 liter meenemen en bij de Ford past er 608 liter onder de rolhoes. Een rolhoes die zich overigens kinderlijk eenvoudig laat verwijderen door te trekken aan een lus, handig als je grote stukken wilt meenemen waarvoor de achterbank plat moet. Dat laatste doe je vrij simpel wanneer je staand achter de auto aan twee hendels te trekt. De i30 kent dit soort handigheidjes niet.

OVERZICHTELIJK

Wat de bediening betreft zitten de auto’s vergelijkbaar in elkaar. De verschillen zitten met name aan de digitale kant. Zo bestaat het instrumentarium in de Hyundai uit een digitaal display voor de snelheidsweergave, geflankeerd door fysieke meters voor het toerental, de benzinevoorraad en de koelwatertemperatuur. Aan overzichtelijkheid laat het weinig te wensen over. Het instrumentarium van de Ford is van links naar rechts digitaal en biedt meer mogelijkheden om de gewenste informatie in beeld te brengen. Waar multimediaschermen steeds vaker worden geïntegreerd in het dashboard of de middenconsole, staan ze bij de Focus en de i30 bovenop het dashboard, goed in het zicht. Om ze te bekijken hoef je hierdoor je blik niet te lang van het verkeer af te wenden. Verschillen zijn er wel, het vernieuwde scherm van de Hyundai is groter en de bediening werkt prettiger.

En het systeem heeft niet langer links en rechts van het scherm fysieke toetsen voor de hoofdmenu’s, maar voortaan zitten er onder het scherm aanraakgevoelige vlakken voor die functies, waardoor je direct op de gewenste plek in de menu’s komt. Verder is de functionaliteit van het infotainmentsysteem in de i30 uitgebreider dan in de Focus. Ronduit fijn is het dat beide auto’s nog beschikken over een separaat paneel met fysieke knoppen waarmee je de airco kunt bedienen. Om de temperatuur aan te passen hoef je niet eindeloos door menu’s te zwerven.

BIJ DE LES

Zowel Hyundai als Ford probeert met allerhande elektronische systemen je kilometers uiterst gerieflijk voorbij te laten glijden. Actieve rijbaanassistentie en adaptieve cruisecontrol mogen tegenwoordig in feite niet meer ontbreken. De Hyundai krijgt ze standaard mee. Bij de Ford zijn ze onderdeel van een pakket, het Technology Pack met daarin onder andere een grootlichtassistent, verkeersbordherkenning en ‘driver alert’. Lane centring assist maakt ook deel uit van dat pakket, maar … alleen in combinatie met automatische transmissie en dus niet bij de 1.0 EcoBoost Hybrid.

Jammer. De Hyundai houdt standaard in de gaten of je nog bij de les bent en krijgt zonder bijbetaling grootlicht-assistentie, net als automatische bochtverlichting en een noodstopsysteem dat fietsers en voetgangers herkent. Afgezien van leren bekleding, een glazen dak en andere wielen kent de i30 geen opties; er zijn in combinatie met de 1.5 T-GDI-motor maar twee uitvoeringsniveaus. Ford biedt de Focus Wagon met de 155 pk EcoBoost Hybrid-motor in drie uitrustingsvarianten met daarnaast een reeks pakketten en losse opties om de auto verder aan te kleden, zoals een head-up display, een Bang & Olufsen-audio systeem of programmeerbare en op afstand te bedienen parkeerverwarming.

ROOD STIKSEL

De twee Wagons staan er op deze pagina’s vrij compleet aangekleed bij. De Focus in ST-Line X Business-uitvoering en de i30 als N Line waarin de Hyundai-stationwagon voortaan verkrijgbaar is (zoals de hatchback-varianten dat al waren). De aanduidingen ST-Line en N Line zijn een directe verwijzing naar de serieus potente versies en dat betekent dat ze voorzien zijn van sportieve accenten zoals uitlaten met een dubbel eindstuk en veel rood stiksel in het interieur. Verder komen we in de Hyundai op verschillende plekke een grote N tegen, opdat je niet vergeet met welke uitvoering je op pad bent en vinden we in de Ford carbon-accenten om de feestvreugde te vergroten. In deze uitvoeringen lopen de catalogusprijzen van de auto’s keurig in de pas: de Focus staat voor € 32.645 in de lijst en wanneer je de i30 bestelt met handbak (net als de Focus) en zonder glazen dak (net als de Focus), heb je hem voor € 33.595. Met automaat en glazen dak, zoals de rode auto op deze pagina’s, hangt er aan de i30 een prijskaartje van € 36.795.

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren

Oordeel

Als het om ruimtegebruik, bedieningsgemak en afwerking gaat, staat de vernieuwde i30 op hetzelfde niveau als de Focus, de verschillen zijn op dit vlak minimaal. Maar als het om ondersteltechniek gaat, lopen ze bij Ford nog altijd voor. Verder laat de Focus een gunstig kostenplaatje zien, met een nette restwaarde en vooral ook een keurig brandstofverbruik. Het is echter niet genoeg om de vernieuwde i30 op afstand te houden, integendeel. Met een soepelere aandrijflijn, een completere uitrusting en een veel volwassener multimediasysteem streeft de Hyundai de Ford voorbij.

    Lezersreacties (47) (gesloten)

    Maak melding van misbruik

    Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

    Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.

    De discussie is gesloten.
    Reageren is niet meer mogelijk.

    Praat verder op het forum