Ford Focus Coupé-Cabriolet (2006) - Test

Stijve koets, stevige kont

Ford Focus Coupé-Cabriolet
Ford Focus Coupé-CabrioletFord Focus Coupé-CabrioletFord Focus CCFord Focus Coupé-CabrioletFord Focus Coupé-CabrioletFord Focus Coupé-Cabriolet
AutoWeek 39 2006
AutoWeek 39 2006

Je leest het in AutoWeek 39 2006

Wie had tien jaar geleden, toen de Mercedes SLK en kort daarna de Peugeot 206 CC met hun stalen vouwdaken als bizarre exoten op de markt verschenen, kunnen denken dat de coupé-cabriolet snel tot een nieuw, populair segment zou uitgroeien? Ford in elk geval niet, en het merk komt dan ook pas nu met de eerste C-C.

Het heeft even geduurd, maar het succes van de Mégane C-C, de 307 CC en de komst van de Volkswagen Eos en de Opel Astra TwinTop heeft Ford uiteindelijk toch over de streep getrokken. Aanvankelijk was de Vignale, die op de Parijse salon van 2004 werd getoond, nog puur een studiemodel. Maar de reacties van het publiek op die auto waren zo positief dat twee maanden na de beurs werd besloten de Vignale tot leven te wekken. Tijdens de introductie van de Focus Coupé-Cabriolet krijgen we de Vignale weer te zien, en er blijkt vrij weinig te zijn veranderd. Het grootste verschil met het studiemodel is dat de kont wat forser is geworden. Ondanks de trend van de laatste tijd om een hard cabriodak uit meer dan twee delen te maken, houdt Ford namelijk vast aan de tweedelige kap. Het gevolg is dat je twee flinke lappen hebt waarvoor ruimte moet worden gemaakt. Reden voor deze beslissing is dat Ford liever een eenvoudig mechanisme heeft. Minder moeilijk te bouwen, en daarom dus goedkoper en wellicht (de toekomst zal het uitwijzen) betrouwbaarder dan de fascinerende, maar ingewikkelde mechanieken die andere CC's onthoofden. Voor de Focus Coupé-Cabriolet heeft Ford drie motoren uit de kast gehaald. Instapper wordt de 1.6 Duratec met 100 pk en 150 Nm, dan is er de 2.0 Duratec HE met 145 pk en 185 Nm en voor dieselaars biedt Ford de 2.0 Duratorq TDCi met 136 pk en 320 Nm.

Vuurdoop

Om ons te laten kennismaken met de Focus Coupé-Cabriolet heeft Ford Toscane uitgezocht als decor. Een teken van goede smaak, met de prachtige kleuren, geuren en klassieke architectuur die het gebied kenmerken, maar vooral ook de ultieme vuurdoop voor een 'opengezaagde gezinsauto', om dit type wagen maar eens oneerbiedig te noemen. Stijfheid van de carrosserie terugwinnen is een van de grootste hindernissen van ontwerpers bij het ontwikkelen van een dergelijke auto en het is juist op de slechte wegen van Midden-Italië waar een eventueel falen hierin jammerlijk en genadeloos aan de oppervlakte zou komen. Dapper dus van Ford, maar het zelfvertrouwen is bepaald niet ingegeven door luchtkastelen, zo ontdekken we algauw. Bonkend door gaten in de weg, hellend door bochten geeft de koets amper toe. De stijfheid van deze Coupé-Cabriolet is gevoelsmatig beter dan van al zijn directe concurrenten. De Focus doet zelfs weinig onder voor dichte middenklassers, zo lijkt het. Het geeft de hele auto een lekker robuust gevoel en, nog belangrijker, het zorgt ervoor dat het veelgeprezen karakter van het Focus-onderstel behouden blijft. De Coupé-Cabriolet stuurt gewoon heerlijk, temeer daar het aangepaste onderstel van de snelle Focus ST is geleend.

Maar zoals alles zijn prijs heeft, moeten er ook voor die grote stijfheid concessies worden gedaan. Alle extra stabiliteitsbalken en -platen die in de koets zijn verwerkt, zijn weliswaar met het blote oog niet zichtbaar, maar op de weegschaal des te meer. Dat merken we al terwijl we met de diesel onderweg zijn, maar wanneer we de volgende dag overstappen in de tweeliter benzineversie, ontpopt de Focus zich als een zwaargewicht die meer vlees op de botten heeft dan de motor aankan. Zodra je een helling beklimt of een medeweggebruiker op een kort recht stuk voorbij probeert te komen, schiet de tweeliter gewoon tekort. De krachtbron flink op toeren houden is dan de oplossing, maar zelfs dat leidt niet tot wonderen. Met de 1.6 hebben we niet gereden, we hebben zo'n vermoeden dat we weten waarom Ford die maar even achterwege heeft gelaten bij dit evenement.

Rijdend achter een andere Focus Coupé-Cabriolet, zie je ook aan de manier waarop die bij oneffenheden inveert, dat er een flink gewicht op de assen drukt. En toch geeft de auto absoluut geen deinerig gevoel; de demping is uitstekend aan het karakter van de auto aangepast. Het is dat gewicht dat de diesel tot de fijnste motor voor deze auto maakt. Het koppel weet daar prima raad mee, en voor een diesel klinkt de motor ook nog eens heel aardig, een beetje bijterig zelfs in de hogere toerengebieden.

We stipten het al even aan; doordat het dak maar uit twee delen bestaat, zijn er toch weer concessies gedaan aan het ontwerp. Begrijp ons niet verkeerd, de Focus C-C is open een elegante verschijning en ook dicht mag hij er wezen, maar de achterkant is bijna groot genoeg om een helikopterplatform te huisvesten en het stuk dak dat aan de voorruit blijft zitten, loopt te ver door. De instap wordt daar niet echt door gehinderd, maar je zit net iets te veel uit de wind en de zon om dat echte cabriogevoel te beleven.

Kerst

Al met al is Fords eerste coupé-cabriolet een heerlijk sturende auto, de naam Focus waardig. Jammer alleen dat de benzinemotoren wat aan de krappe kant zijn. Daar stelt Ford een mooi afgewerkte auto tegenover, met een prima gebruiksgemak. Met gesloten kap heb je een flinke bagageruimte, en kinderen kunnen op de achterbank nog een heel redelijke plek vinden, mits de ouders een beetje inschikken. De open Focus komt er in twee uitrustingsniveaus, Trend en Titanium genaamd. De Titanium kost E 2.800 extra. Rond de kerst staat de auto bij de Nederlandse dealers, en Ford hoopt de eerste klanten in maart of april gelukkig te kunnen maken.

PRIVATE LEASE Ford Focus

Gerelateerde forum topics

Praat verder op het forum