Ford Fiesta - Renault Clio - Volkswagen Polo - Vergelijkende Test

De leukste, de beste?

Ford Fiesta vs. Renault Clio vs. Volkswagen Polo
AutoWeek 19 2022
AutoWeek 19 2022

Je leest het in AutoWeek 19 2022

De Ford Fiesta is misschien wel de leukst rijdende auto van zijn segment, maar de concurrentie is moordend en het is zaak om bij de les te blijven. Het in 2017 gelanceerde model heeft pas een nieuwe neus gekregen en mag zich meten met twee belangrijke concurrenten. Is de leukste nu ook de beste?

Dat de jaren nu al beginnen te tellen voor de oorspronkelijke versie van de huidige Ford Fiesta, blijkt wel uit de verkoopcijfers. De Volkswagen Polo is nog altijd de verkooptopper van dit segment, maar ook de Peugeot 208, Opel Corsa, Toyota Yaris en Renault Clio vonden in 2021 meer Nederlandse kopers dan de compacte Ford. Een uitgebreide facelift moet dat veranderen en brengt een nieuwe neus, die sterk lijkt op het front van de eveneens aangepakte Focus. Andere koplampen en een nieuwe voorbumper, met daarin ook een andere grille, zorgen hier voor een duidelijk andere aanblik, zonder dat het echt opvalt.

Dat wordt anders als je een ST-Line bestelt in het nieuwe ‘Boundless Blue’ van onze testauto, want die knalt werkelijk uit het straatbeeld. In deze vorm past hij ook lekker bij de test-Polo, althans qua aankleding. Dat is namelijk een R-Line, Volkswagens equivalent van Fords ST-Line. De Clio is wat minder heldhaftig aangekleed en is een Intens, een uitvoering die inmiddels is vervangen door de Techno. Als je een soort­ gelijk sportief exemplaar wilt, kun je bij Renault echter nog altijd terecht voor een RS-Line.

In de prijslijsten van de drie blijkt het grote verschil in aandrijflijnen. Bij de Fiesta zijn de motoren met 75 en 100 pk kort na de facelift alweer geschrapt. De 125 pk sterke mild hybrid is hiermee dus in Nederland de instapper, ook omdat hij hier dankzij zijn lage CO2-uitstoot relatief gunstig kan worden geprijsd. Deze motor was al leverbaar, maar kan nu ook worden gecombineerd met een automaat. Wij rijden de Fiesta met handbak, maar de andere twee zijn wel voorzien van een automaat. Bij Volkswagen is dat de bekende DSG-bak met zeven verzetten. Die wordt hier dan gecombineerd met de populairste motor, de 95 pk sterke 1.0. Qua relevantie is die goed vergelijkbaar met het Ford-blok, maar het vermogensgat is flink.

De stap naar de Clio is op dat vlak nog groter, want dat is een volwaardige hybride. Dat betekent maar liefst 143 pk, heel wat voor een auto in dit segment. De Clio is echter ook wat zwaarder dan de andere twee, zodat de Fiesta hem op de meeste sprintonderdelen alsnog voorblijft. Beide auto’s voelen lekker vlot aan, maar daarmee houden de overeenkomsten wel op. De Ford haalt zijn vermogen uit een 1,0-liter driecilinder die lekker bij de les is en vrolijk brommend zijn prestaties levert. De elektrische ondersteuning is vooral bij lage toerentallen goed voelbaar, wat in combinatie met de handgeschakelde zesbak goed werkt. Het schakelen zelf gaat fijn en licht, maar ook precies.

VIERBAK

Zelf schakelen is bij Renault in het geheel niet mogelijk, ook niet met flippers aan het stuur of een tik tegen een pook. In plaats daarvan zoekt de ingenieuze aandrijflijn het liever zelf uit. Renault gaat zijn eigenwijze weg en combineert een atmosferische 1,6-liter viercilinder met een automatische vierbak met rechte vertanding en twee elektromotoren. Die elektromotoren laten het schakelen zonder koppeling of koppelomvormer toch soepel verlopen en voegen bovendien nog wat overbrengingen toe aan het mechanische aantal. Het klinkt allemaal bijzonder complex, maar werkt in de praktijk best goed. Versnellen gaat vlot en soepel, al blijft de bak gevoelsmatig soms erg lang in een lage versnelling hangen. De Volkswagen is duidelijk de traagste van de drie, zoals zijn vermogen en alle cijfers ook al laten zien. Dat gevoel wordt versterkt doordat de DSG vanuit stilstand niet altijd bij de les is en de neiging heeft om vlot op te schakelen. Wel is de motor zeker voor een driecilinder erg stil en verfijnd en gaat het schakelen op zich zeer snel en schokvrij. Uit eerdere tests weten we bovendien dat deze aandrijflijn op zichzelf voor Nederlandse omstandigheden prima voldoet, maar in dit gezelschap voelt hij wat futloos aan. Toch komt de Polo onderweg over als de meest serieuze en volwassen auto van het stel. Hij is stil, hij is zeer comfortabel en isoleert de inzittenden het beste van de buitenwereld.

Ook de zithouding achter het stuur is uitstekend. Waar de Fiesta wat smalletjes voelt en we in de Clio toch wat meer met opgetrokken benen zitten, doet de Polo weinig onder voor een auto uit een hoger segment. De Fiesta zet daar echter een heleboel pret tegenover en is met afstand de leukste auto van de drie om mee onderweg te zijn. De besturing biedt veel gevoel, de auto is uitstekend in balans en het stevige onderstel smeekt je bijna om iedere bocht net even wat sneller te nemen dan anders. Dat laatste komt ook door het sportonderstel, dat anders dan bij de sportieve versies van Volkswagen en Renault standaard is gekoppeld aan de ST-Line-uitvoering.

Keerzijde daarvan is uiteraard de stugheid, waardoor de Fiesta als een ware hot hatch over korte oneffenheden dribbelt. Wie daarop niet zit te wachten, kan beter een andere versie nemen, waarbij een groot deel van de scherpte trouwens gewoon intact blijft. De Clio stuurt licht en precies en is duidelijk minder stug dan de Fiesta, maar voelt tegelijk niet zo serieus en volwassen als de Polo. Hij zit er dus wat tussenin en mist hier en daar de sterke punten van de andere twee, maar ook wat nadelen.

BLAUW SCHERM

Een nadeel van de hybride Clio is dat zijn bagageruimte kleiner is dan normaal. Met 254 liter is hij dan ook de hekkensluiter van deze test. De Fiesta eindigt op 2, de Polo is met grote voorsprong de ruimste. Dat geldt ook als we naar de ruimte op de achterbank kijken. Volwassenen zitten hier in de Polo aan alle kanten het beste. De Clio en de Fiesta ontlopen elkaar niet zoveel en zijn wat dit betreft keurige middenklassers in dit segment. Dat betekent dat het voor volwassenen aan de krappe kant is, maar toch goed bruikbaar. Het grootste nieuws in het binnenste van de Fiesta is de komst van een digitaal instrumentarium. Dat moderniseert lekker weg. Het scherm achter het stuur is in de normale rijmodus altijd knalblauw, dus dat moet je smaak zijn.

De bediening is helder, maar heel uitgebreid is het instrumentarium dan weer niet. Rechts ervan vinden we in het optimale geval nog altijd Fords Sync3-systeem, gekoppeld aan een 8-inch scherm. Dat is een maatje kleiner dan het grootst leverbare scherm van de Polo en heel wat kleiner dan het grootste scherm dat Renault aanbiedt, maar het voldoet natuurlijk wel. Dat geldt ook voor de rest van het systeem. Het kleurgebruik is opnieuw wat smaakgevoelig, maar over de functionaliteit hebben we geen klagen. Heel fijn is de combinatie van sportieve, vrij laag geplaatste stoelen en een prettig dik stuur in de Fiesta. De rest van het interieur is keurig, maar niet veel meer dan dat. De gebruikte materialen zijn over het algemeen prima, maar de vormgeving is wat inspiratieloos en oogt ook niet bijzonder strak of modern.

Dat doen de andere twee beter. De Polo is vanbinnen erg strak en opgeruimd, de bouwkwaliteit is uitstekend en het materiaalgebruik voor dit segment ook. De facelift van vorig jaar behelsde onder meer een standaard digitaal instrumentarium, een nieuw stuurwiel en een digitaal bedieningspaneel voor de klimaatregeling. Dat laatste is geen verbetering als het om bedieningsgemak gaat, het scherm achter het stuur is wel fijn. Als optie is er een uitgebreide variant van dit digitale instrumentarium leverbaar in de Polo, en daarmee kun je eindeloos variëren, meer dan in de andere twee. Het infotainment is uitgebreider dan in de Ford, oogt volwassener en is ook nog snel. Hieraan kun je zien dat de Polo nog stamt uit de periode vóórdat Volkswagen met de ID.3 en de Golf VIII de plank op dit vlak begon mis te slaan. Met draadloze Android Auto en Apple CarPlay zijn dure uitvoeringen evengoed helemaal bij de tijd.

De creativiteitsprijs op interieurgebied gaat wat ons betreft naar Frankrijk, want Renault heeft echt werk gemaakt van het Clio-binnenste. Een hoog ‘schiereiland’ voor de pook van de automaat, een verticaal beeldscherm, mooie materialen en meerkleurige sfeerverlichting maken van dit interieur echt iets speciaals. Ook over de bediening hebben we weinig klachten. Het infotainment is niet zo fraai en snel als bij Volkswagen, maar het grote scherm geeft wel veel overzicht en de mogelijkheid om meerdere zaken onder elkaar te parkeren. Ook fijn is dat er buiten het scherm veel losse knoppen te vinden zijn, keurige geclusterd en mooi passend in het geheel.

Wel is het bij de Renault belangrijk om op te merken dat de uitstraling van het binnenste sterk afhankelijk is van de gekozen uitvoering. Het 9,3-inch scherm is alleen op de duurste uitvoering standaard en de voordeliger versies moeten het zelfs zonder ‘soft-touch’ dashboard doen. Dat oogt en voelt toch net even anders.

MAGISCHE GRENS

Het goede nieuws is dan weer dat de Clio met een vanafprijs van € 24.450 ook de voordeligste van de drie is. Dat wordt nog versterkt als we bij de Ford, de enige handgeschakelde van dit stel, uitgaan van de variant met automaat. Dan begint de Fiesta bij € 26.975 en is hij daarmee de duurste, maar daar staat tegenover dat een kale Fiesta niet bestaat. Het is minimaal een Titanium en daar zitten alle belangrijke zaken standaard op, inclusief Sync3 (zonder navi, met Android Auto en Apple CarPlay), cruisecontrol, een middenarmsteun en automatische airco. Het basismodel van de Clio Hybrid is echter goed vergelijkbaar en heeft bovendien de krachtigste aandrijflijn van het stel, al zijn de prestaties vergelijkbaar met die van de Fiesta. De Polo is de minst krachtige, maar ook de duurste. Met automaat begint het bij 26 mille en hoewel ook hier geldt dat een kale uitvoering niet meer bestaat, loopt het wel sneller op dan bij de anderen. Een dik aangeklede versie, zoals de nog niet eens écht afgeladen testauto, komt riant boven de 33 mille uit, terwijl de andere blijven steken rond de magische grens van € 30.000.

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren

Oordeel

De Volkswagen en de Ford eindigen gelijk, maar omdat deFord een heel punt méér scoort op het vrij subjectieve onderdeel ‘funfactor’ zetten we de Volkswagen toch op één. De reden is simpel: rationeel bezien blijft dit gewoon de beste allrounder. De Polo is ruim, strak, modern en volwassen en valt eigenlijk pas tegen als de rekening komt. De Ford is vriendelijker geprijsd en biedt dan ook nog eens meer vermogen en meer rijplezier. Wie op dat laatste niet zit te wachten, heeft daar echter ook wat nadeel aan, terwijl het interieur krapper en minder mooi is dan bij de Volkswagen. De Renault is zeker interessant met zijn hybridetechniek, die echter qua verbruik in de praktijk geen voordelen biedt. Het extra vermogen is lekker en het interieur is mooi, maar hij eindigt op veel andere onderdelen net wat lager dan de rest.

Praat verder op het forum