Deze heerlijke auto's brachten het roadsterplezier terug - Mazda MX-5 vs. MG F
‘Battle of Britain’
- Ralph Fischer
- FOTO'S Pieter E. Kamp
- Vergelijkende test
De betaalbare roadster is zo Engels als gefrituurde haring bij het ontbijt. Begin jaren 90 veranderden de spelregels dankzij de Mazda MX-5. Een auto volgens Britse receptuur en zelfs deels in Engeland ontwikkeld. MG beet terug met de F. Die laatste koop je ze voor zo’n €3.000, de eerste MX-5, de NA vind je bijna niet voor minder dan €10.000. Welke biedt dat echte Britse roadster-gevoel? De ‘Battle of Britain’ bepaalt.
Het gaat snel bergafwaarts. Begin jaren 80 doen de tijd en de Amerikaanse regelgeving – er wordt zelfs gevreesd voor een verbod op die ‘onveilige’ cabrio’s – de verouderde ‘rubberstumper’ MG B de das om. De Triumph Spitfire, vernoemd naar de vliegende held uit de echte Battle of Britain, heeft zijn laatste landing dan al gemaakt. Net als de TR7. De neerwaartse roadster-trend is duidelijk.
Lotus en Mazda brengen hem terug!
Vanaf de tweede helft van de jaren 80 nemen twee designteams zich voor anti-cyclisch te reageren. Hun locaties: Hethel en Hiroshima. Lotus en Mazda. Lotus ziet roadsters als de eigen Elan uit de jaren 60 als hopeloos ouderwets. Er moet een nieuw concept komen. De ‘nieuwe’ Elan uit 1989 met geblazen en ongeblazen Isuzu-motoren onder de kap is breed, relatief groot en … voorwielaangedreven. Colin Chapman draait zich een keer om in zijn graf en de verkopen van de dure Elan (in Nederland bijna 100.000 gulden!) vlotten bepaald niet. Wel succesvol is – toch – het concept van de originele Elan. Tenminste, een soort Japanse kopie ervan: Mazda’s Experimental no. 5 (MX-5). Hij ontstaat dankzij ingenieurs die in de tijd voor officiele goedkeuring van ‘t project – de zakelijke fabrikant ziet niet direct brood in zoiets frivools – in hun vrije tijd druk aan het ontwerpen zijn. En Mazda-mensen die in het weekend met Triumphs en MG’s door de Japanse bergen razen op zoek naar het juiste ‘gevoel’. In de officiele ontwerpfase gevolgd door de strijd tussen het Amerikaanse en het Japanse designteam. De meer conventionele studie van de Californiers, motor voor en aandrijving achter, wint. Steeds vaker verhalen dames die terugkeren uit de shopping mall enthousiast over het outrageously cute open wagentje op de parkeerplaats. Het antwoord op manliefs vraag wat voor auto het dan wel niet was, blijft uit. Wel valt het sommige ladies op dat er vrijwel altijd Japanse meneren in de buurt zijn die de enthousiaste reacties met een minzaam glimlachje observeren. Aan de andere kant van de wereld razen mules – afgeplakte prototypen – over slingerende Engelse wegen. De auto’s zijn gebouwd door de Britse designstudio International Automotive design Al dat ontwikkelingswerk is de opmaat naar de Chicago Autoshow in 1989: de Amerikaanse introductie van de Mazda MX-5 (Miata in de VS). Ze zijn niet aan te slepen. Een jaar later is Europa aan de beurt en ook al is de auto hier niet zo’n koopje als in de USA: het is een groot succes. De auto is relatief betaalbaar, er is voor dat geld niks vergelijkbaars te koop en de rijeigenschappen worden door de autopers de hemel in geprezen. Nog steeds. Maar dat wil niet zeggen dat er geen kapers op de kust waren.
MG F: the Empire strikes back
Het is nooit opgetekend maar in de vroege jaren 90 moet er in de headquarters van MG Rover in Longbridge flink gemopperd zijn over de Japanners die de Engelse autobouwers de cheddar van het brood eten. Tijd om te laten zien dat Groot Britannie nog steeds groot is: The Empire strikes back. Feit is dat de roadster-revival halverwege de jaren 90 ook in Engeland succesvol op gang komt. Lotus gaat terug naar zijn superlichte achterwielaangedreven roots: in 1996 verschijnt de succesvolle Elise maar die is aanzienlijk prijziger en extremer dan de Mazda. MG Rover is de Britse partij die Japanse boosdoeners rechtstreeks op de korrel neemt met een roadster in dezelfde prestatie- en prijsklasse. Het definitieve ontwerp van Project Phoenix, er was keuze uit twee varianten met voorwielaandrijving en eentje met achterwielaandrijving, wordt in 1991 goedgekeurd. De MX-5 is dan al lang op de markt.
Niet voor de USA
De uitverkoren versie heeft een middenmotor en achterwielaandrijving. Er zijn wel nog wat probleempjes, vooral vanwege de te korte overhang voor en achter is de F niet te certificeren voor de Amerikaanse markt. Rover besluit dat de auto het dan maar van Europa moet hebben. Daarmee komt de F meteen op achterstand op de MX-5 die wereldwijd wordt geleverd. De vele stoffige schappen met onderdelen worden kritisch leeggeplukt. Er komt Hydragas-vering aan boord, een vloeistofveersysteem dat te herleiden valt naar de Metro en een aantal British Leyland-producten daarvoor. Kort door de bocht is het een simpeler versie van wat Citroen op de DS toepast. Onder de motorkap achter de stoelen komt de bekende Rover K-series motor (die gaat per pallet trouwens ook richting Hethel voor de Elise).Het resultaat wordt in 1995 trots aan het publiek getoond in Geneve. MG-fans hoeven zich niet langer tevreden te stellen met gerebadgde Maestro’s en Montego’s. Hier is de eerste echt nieuwe MG sportwagen in meer dan 30 jaar! De F verkoopt in Engeland goed maar wereldwijd blijft het een moeilijk verhaal. Roadtests uit die tijd zijn overwegend positief maar de dikste lauwerkrans is (te) vaak voor de MX-5. AutoWeek voelt de F en de MX-5 aan de tand in 1996, hier is het oordeel meer afgewogen. De MG wordt geprezen om zijn stijve carrosserie terwijl de Mazda vooral lof oogst met zijn fijne motor.
Na F komt TF
De F maakt in zijn latere jaren een ronduit turbulente geschiedenis mee. In 2002 pakt MG het model drastisch aan en herdoopt hem tot TF. Meest kenmerkende punten zijn een totaal andere neus en het feit dat de hydragas-vering wordt bedankt voor zijn diensten. Ook komt er nu een serieus snelle versie met 160 pk en een top van 220 km/h. Dat zijn prestaties die geen enkele originele MX-5 uit die tijd kan bijbenen. En dan is het in 2005 opeens gedaan: MG Rover valt om. Maar het verhaal van de (T)F gaat verder en krijgt nu zijn meest ironische wending: Engelands antwoord op de dreiging uit het oosten wordt zelf een Aziaat. Het Chinese Nanjing koopt de productielijn en gaat TF’s bouwen in zijn thuisland. Tussen 2008 en 2011 assembleert het de TF’s ook weer in MG Rover-basis Longbridge. Met amper duizend auto’s is het echter een mager doekje voor het bloeden.
Gevaar uit het oosten
De ‘echte’ Battle of Britain werd mede beslist door piloten die het ene moment thee met melk dronken in een hangmat maar de volgende minuut over de startbaan konden razen als er gevaar uit het oosten dreigde. We houden die traditie in ere, schuiven de Rover-kopjes snel aan de kant en springen in de Britse cockpit. Welcome to the nineties. Waar de MX-5 vrij tijdloos oogt, want een jaren 60-kopie, was de MG destijds moderner en echt een kind van zijn tijd. En dat heeft tot gevolg dat hij je nu trakteert op een verouderde mix van erg zichtbare airbagcompartimenten en een bekledingsmotiefje dat Suzuki nu zelfs niet meer in een Swift durft te naaien. Het oog mede dankzij de gewelfde console wel luxueus en het driespaaksstuurtje ligt heerlijk in de hand. De F is een echte Brit: een enthousiaste ziel die er op uit is zijn gast a jolly good time te bezorgen maar eentje die altijd wat afstand zal houden.
De K-series-motor klimt enthousiast in de toeren en presteert ruim voldoende voor het echte sportwagengevoel, met een fijne uitlaatsnerp. De bak schakelt snel, precies en soepel maar met relatief lange halen. Sturen gaat direct genoeg, terwijl de snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging soms iets abrupt de juiste weerstand oplepelt. Maar verwacht niet dat er over iedere kiezel gecommuniceerd wordt. Dat comfort kan afhankelijk van je wensen ook een onverwacht voordeel zijn. Net als de Hydragas-vering die een verrassend soepele rit arrangeert terwijl iedere vorm van deinerigheid toch wegblijft, ook als je stevig aan het sturen slaat. We stappen met tegenzin uit en verwonderen ons nog even over de relatief moelijke oplossing die MG koos in de vorm van een middenmotor. Het zorgt wel voor een gaaf uiterlijjk: met zijn hoge carrosserie, luchthappers aan de zijkant en dubbele uitlaatpijp is de F echt wel een stukje stoerder dan de Mazda, vinden wij.
Klikklakbak in de MX-5
De MX-5 pakt het anders aan en probeert de roemruchte voorgangers van de MG na te doen, niet om een modernere interpretatie ervan te zijn zoals de F. De lijnen zijn korter, de Britse beleefdheidsfilters zijn weg. Ze zijn vervangen door de Japanse wil om het de gast koste wat kost te willen behagen. Dat resulteert in een auto die weliswaar lang niet zo hardcore is als een moderne Elise of een klassieke TR3 maar wel vergelijkbaar is in het gevoel van direct verbonden zijn met bak, motor en banden. Mazda’s samurai-spreuk Jinba Itai! (paard en berijder worden een), blijkt meer te zijn dan loze marketingpraat. De besturing – in dit geval onbekrachtigd – werkt mooi lineair en geeft net wat meer feedback dan die van de MG. De ‘klikklakbak’’ met ultrakorte pook en al even korte halen is een genot: je wilt scha-ke-len, ook als dat eigenlijk niet hoeft.
Het onderstel is iets harder en als geheel is de auto iets minder comfortabel dan de MG, ook nog eens omdat de MX-5 je veel minder omsluit dan de F. Wie ieder weekend op en neer wil naar de Stelviopas en ook de aan- en thuisreis leuk wil houden, moet hier weloverwogen kiezen. De 1,6-liter uit de snelle versie van de Mazda 323 snerpt en trekt vergelijkbaar lekker: hier valt voor geen van beide auto’s de winst te pakken. Het uiterlijk is niet alleen geinspireerd op een sportwagen uit de jaren ’60, het had er zowat eentje kunnen zijn. De originaliteitsprijs is hier dan ook zeker niet voor Mazda. Wat er vervolgens voor je staat, is echter niet verkeerd: de MX-5 is met zijn zachtere lijn, lage neus en klapkoplampen alles wat je van een klassieke roadster verwacht, zij het dat hij een slagje feminiener oogt dan de F.
Meeste oer-Britse roadster-gevoel in de ...
De Battle of Britain zit er bijna op, de tegenstanders keren terug naar hun thuisbasis. Terwijl de rook boven het strijdveld langzaam neerdaalt, is het tijd om de balans op te maken. We geven het toe, we waren een beetje bevooroordeeld. De Mazda MX-5 gaat het als stuurmansicoon en meestverkochte open auto ooit niet al te moeilijk krijgen. Dachten we. Maar dan reken je buiten de F: een auto die al het vermaak biedt dat je van een roadster verwacht en dat combineert met redelijk comfort en een origineel uiterlijk. We waren echter op zoek naar het oer-Britse roadster-gevoel. Dat biedt het Japanse Mazda, hoe ironisch ook, nog een stukje consequenter. Met name door zijn besturing en transmissie. Dat bezorgt hem samen met een betere bouwkwaliteit net de zege Het is een nipte overwinning. Want wie de geschiedenis van de Battle of Britain ook maar een beetje kent, weet dat Engeland zich niet zomaar gewonnen geeft.
We waarderen het als je wilt bijdragen door het bijhouden van de AutoWeek Verbruiksmonitor of door een gebruikersreview te schrijven waarin je jouw ervaringen met de auto deelt. Daarmee help je potentiële kopers echt vooruit!
Had je deze auto's al gezien?
Lezersreacties (69) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.