De Golf was er al maar toch kocht Theo in 1975 een nieuwe Kever, en die rijdt hij nog steeds

Gespaard voor een nieuwe

Volkswagen Kever

In 2024 was het vijftig jaar geleden dat de Golf het einde van voorganger Kever inluidde. Dat het Kever-boek vervolgens pas in 2003 definitief sloot, toont aan dat het vriendelijke, ronde Volkswagentje wereldwijd nog heel wat trouwe supporters had. Een van hen was en is Theo Broere die in 1975 een rode instap-1200 de voorkeur gaf boven het kakelverse succesnummer uit Wolfsburg. Hij kreeg er geen spijt van. Sterker: hij bezit de auto nog steeds.

“Ik weet het nog precies”, zo begint Theo Broere (70) zijn verhaal in zijn flatwoning in Capelle aan den IJssel, waar de rode 1200 voor geparkeerd staat, blakend in het zonnetje. “In 1973 haalde ik, tijdens een zware storm, mijn rijbewijs en ging daarna meteen sparen voor een nieuwe auto. Ik wilde geen occasion, vandaar. Gelukkig kon ik in de tussentijd rijervaring opdoen in de grijze Kever van mijn broer als hij eens voor langere tijd in het buitenland zat. Ook een oom uit Zwolle reed Kever, dus dat model kende ik goed. Wie niet, trouwens? Afijn, in die tijd gingen garagebedrijven nogal eens de boer op om hun handel aan te prijzen. Zo ook Volkswagen-dealer Hoogenboom uit Rotterdam, die ergens in 1975 een kerkzaaltje in Nieuwerkerk aan den IJssel had afgehuurd. Inmiddels had ik een aardig bedragje bij elkaar gespaard. Na mijn schoolopleiding ben ik in 1972 bij de Belastingdienst, afdeling Registratie en Successie (tegenwoordig beter bekend als Erfbelasting; red.), in Rotterdam gaan werken, wat ik met veel plezier tot aan mijn pensionering in 2020 ben blijven doen. Ik nam dus een kijkje, wetende dat ik het met mijn budget toch in de goedkopere prijsklasse moest gaan zoeken. Uiteraard ging alle aandacht uit naar de nieuwe modellen Passat en – vooral – Golf, want dat zouden de toekomstige vaandeldragers van Volkswagen moeten worden. Een beetje in een hoekje weggestopt stond een Senegal-rode Kever 1200 ook om aandacht te vragen. Die kreeg hij van mij, want die kon ik betalen. Zijn kale prijs was ruim 7.900 gulden. Inclusief afleveringskosten, radio en tectylbehandeling was ik bijna 8.700 gulden kwijt, omgerekend nog geen €4.000. Op 25 juni 1975 kon ik de 37-FR-02 aan de Waalhaven ZZ afhalen. Trots als een pauw reed ik terug naar huis, om bij de eerste de beste bocht de motor af te laten slaan: ik was bij het remmen vergeten de koppeling in te trappen …”

a href=

Met de Kever naar uitwedstrijden van Excelsior

Wanneer je in Rotterdam-Kralingen wordt geboren, telt voor jou maar één voetbalclub: Excelsior. Dat geldt ook onze gastheer. Als trouw supporter – Theo bezit al 52 jaar een seizoenskaart – reed hij jarenlang in zijn Kever zijn club achterna als die een uitwedstrijd speelde. “Naar MVV in Maastricht, De Lange Leegte in Veendam, noem maar op. Eens ging ik naar een uitwedstrijd bij Cambuur. Rijdend op de Afsluitdijk begon het zó hard te regenen, dat er zelfs water in de gootjes van de ruiten kwam te staan. Aangekomen in Leeuwarden bleek de wedstrijd vanwege het slechte weer ook nog afgelast. En na een andere uitwedstrijd reed ik in Utrecht op mijn voorganger, overigens de enige schade die ik ooit met de Kever heb gereden. Hij is dan ook nog grotendeels in originele staat en dus niet gerestaureerd. Wel is in 1988 de zes-voltsinstallatie omgebouwd naar twaalf volt en was er na twintig jaar wat laswerk nodig.”

Volkswagen Kever

Deze Kevers beter tegen roest bestand dan Golfs

Wat dit laatste betreft heeft Theo er goed aan gedaan om meteen bij aanschaf een tectylbehandeling te laten uitvoeren. Buiten dat denken we dat deze lichting Kevers beter tegen roest bestand was dan de eerste generatie Golf. Wat ook meespeelt, is dat er allengs minder met het ‘insect’ werd gereden. “In 1982 werd het tijd voor een andere auto. Daarvoor stapte ik over op Citroën. Na een GSA, een BX en een Xantia heb ik nu een C4 Picasso. Die is lekker ruim, want in Kralingen heb ik een volkstuin met een huisje en in zo’n ruime MPV passen natuurlijk veel meer (tuin)spullen dan in de Kever”, aldus Theo. Er kwam dus een mobiele vervanger, maar de Kever werd er niet op ingeruild. “Nee, inmiddels was ik te veel verknocht geraakt aan dat ding. Vergeet niet: naast enkele familieleden reden ook de Belastingdienst en Douane met – blauwe – Kevers, dus het model kende ik echt van haver tot gort.”

Volkswagen Kever

Het onderhoudsboekje van de Kever.

Oerbetrouwbaar, maar nu nog maar 1.500 kilometer per jaar

Theo is ooit met de Kever begonnen, naar eigen zeggen zal hij er ook wel mee eindigen. “Mocht ik om wat voor reden dan ook niet meer in staat zijn om voor hem te zorgen, dan gaat hij misschien naar de Kever-specialist in Krimpen aan den IJssel waar ik hem tegenwoordig in onderhoud heb. Tot op heden heb ik er nog steeds veel plezier mee, ook al rijd ik minder dan vroeger. Nu is dat nog zo’n 1.500 kilometer per jaar: plezierritjes met de Keverclub, soms een rally en ook heeft de auto al eens gefungeerd als trouwvervoer. Verre ritten maak ik niet meer: het houdt op met België en een enkele keer Duitsland. Bekeuringen heb ik nog nooit gehad, tenminste niet met de Kever. Wel met huurauto’s in de VS. Mijn broer woont in Canada en als ik daar eens was, huurden we een auto en maakten we een rondrit door Canada en de Verenigde Staten. Ik vergeet dan wel eens dat het verboden is om aan de linkerkant van de weg te parkeren. Vervolgens vergeet ik ook om de bekeuring te betalen. Tja, ik heb dat land dan toch al verlaten, ha, ha! Het leuke aan de Verenigde Staten is om daar klassieke auto’s te spotten. Weliswaar blijf ik mijn Kever trouw, maar voor een Chevrolet Impala uit 1959 mag je mij wakker maken, want dat is mijn favoriete auto. Het zal wel bij dromen blijven, want ja, waar laat je hier zo’n slagschip? Ermee rijden is zeker in Rotterdam geen sinecure. Plus dat mijn Kever gewoon oerbetrouwbaar is. Tijdens een koudegolf in 1989 met flink wat ijzel was het elke keer weer starten en lopen. Er is toen een auto tegen de Kever aangereden, maar omdat die nog onder het ijs zat, is er toch geen schade ontstaan.”

Volkswagen Kever

 

Een Kever-minpuntje is er ook, iets wat al is aangestipt: “De binnenruimte”, zegt Theo. En de wegligging? “Nou, bij de allereerste onderhoudsbeurt heb ik meteen een maatje breder rubber dan standaard eronder laten leggen. Dat helpt. O ja, nu ik toch bezig ben met modificaties: ooit is het tellerblok vernieuwd.”

Volkswagen Kever

In de aankoopperiode (juni 1975) zag je de Coccinelle (het Franse koosnaampje, dat lieveheersbeestje betekent) werkelijk overal. Tegenwoordig zijn ze een zeldzaamheid, ook al zijn er ruim 21 miljoen exemplaren geproduceerd. Dat is nog altijd een record als het gaat om een auto die op één en hetzelfde platform is gebouwd, ook al heeft een Kever uit 1950 nauwelijks overeenkomsten met eentje uit 1975. Theo merkt het ook. “Tijdens het rijden, tijdens het tanken, altijd heb ik aanspraak. Toen ik hem gisteren ging poetsen in verband met jullie bezoek knoopte een buurman spontaan een gesprekje aan. Zo gaat dat. Het is toch een soort universele auto. Mij valt dat op als ik televisie kijk er bijna elke avond wel ergens in een programma wel een Kever voorbij komt”, aldus de Zuid-Hollander. Een levende legende, dat is de Kever. En dankzij mensen als Theo blijft die legende levend.

Volkswagen Kever

Volkswagen Kever 1200 (1975)

Boekenkasten vol zijn er geschreven over de Volkswagen Kever, wiens leven eind jaren dertig van de vorige eeuw in nazi-Duitsland begon en pas in 2003 in Mexico werd beëindigd. Waarom dan in herhaling vallen over een van ’s werelds bekendste auto’s? Daarom doen wij het ditmaal anders en verplaatsen we ons in de 21-jarige Theo Broere, die in 1975 een auto wil kopen. In tegenstelling tot veel jonge mannen in die tijd gaat hij niet op zoek naar een occasion (en dan vaak een sportieveling als een BMW -02 of een Alfasud), maar zoekt hij een nieuwe auto. Met zijn budget is weliswaar ook een sportieve nieuwe vierwieler te vinden (Simca 1000 Rallye 1), maar een degelijke gezinswagen slaat hij hoger aan. Je komt dan terecht bij de nieuwe lichting Japanners (Datsun Cherry 100A, Mazda 1000, Toyota 1000), iets Oost-Europees (Lada 1200) of bijvoorbeeld de Fiat 127. Ook de Citroën Dyane en Renault 4 zijn opties. Net buiten het budget vallen modellen als de Austin Allegro, Ford Escort, Honda Civic en Opel Kadett. Bij Volkswagen waait een frisse wind: wég met die luchtgekoelde boxermotoren achterin in combinatie met achterwielaandrijving. Met de introductie van de Passat in 1973 is het vanaf dan motor voorin, waterkoeling en voorwielaandrijving. De Golf en de Scirocco volgen in 1974, de Polo een jaar later. Met de komst van de Golf lijkt de rol van de Kever uitgespeeld. Omdat de Golf een stukje duurder is (en zelfs ook de Polo!), mag de Kever echter blijven, al wordt diens modelserie wel drastisch ingekrompen. Zo ruimt de ‘Super Beetle’ het veld. Deze 1303 heeft een panoramische voorruit en een bijna twee maal zo grote kofferruimte dankzij een ander type voorwielophanging (McPherson-veerpoten in plaats van torsiestaaf), waardoor het reservewiel liggend in plaats van schuin staand wordt geplaatst. Alleen de Cabriolet blijft als 1303 in productie. De eenvoudiger 1200 is de jouwe als je voor niet al te veel geld toch een nieuwe Volkswagen wilt rijden. Die 1200 is er in verschillende smaken. Theo heeft een 1200 zonder verdere toevoeging; de zogeheten Spaarkever. Luxer is de 1200L, sneller de 1200S, want daarin is de 1.6 van 50 pk uit de 1303 gemonteerd. De combinatie van luxe en snel resulteert in de 1200LS. Naar wens is de 1.6 met een automaat leverbaar, maar dan hebben we het al over een auto die duurder is dan de simpeler uitvoeringen van Polo en Golf (die laatste ook in vijfdeursuitvoering). Terug naar de basis. Het verschil tussen 1200 en 1200L bedraagt zo’n duizend gulden. Een halve eeuw geleden niet een bedrag waar je achteloos aan voorbijging. Wat miste je (en Theo) dan? Achteruitrijlampen, chroomaccenten, wieldoppen, een tweetraps aanjager, ruitenwissers met twee snelheden, een veiligheidsstuur, een hoedenplank en een neerklapbare achterbank. Bovendien zijn stoelbekleding en interieur eenvoudiger uitgevoerd en heeft de 1200 minder geluidsisolatie aan boord. Tijdens de rit naar de fotolocatie was dat best te merken, zowel voor ons als voor omstanders! Sowieso bleef de rode Kever niet onopgemerkt, want bijna overal werd ons voorrang verleend, al dan niet vergezeld gaand van opgestoken duimen en een glimlach.

Lezersreacties (42) (gesloten)

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.

De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.