Test: Citroën C6 (2006)
Geen vliegend tapijt
- Maurice de Bouvère
- Eerste rijtest
Lang leek het er op dat Citroën de passie voor het auto's bouwen kwijt was. Na de hoogtijdagen van de legendarische DS, en later de CX, zakte het Franse merk steeds meer af tot een producent van doorsnee volumemodellen. Technisch vernuft en eigenzinnig design waren ver te zoeken. Met de C6 zetten de Fransen weer een spraakmakende zakelijke auto neer.
In het segment van de zakelijke luxe limousines heeft Citroën lang niet van zich doen spreken. En dat terwijl het met de DS een onuitwisbare indruk wist te maken. Later deed de Franse fabrikant het nog eens dunnetjes over met de minstens zo vermaarde CX. De XM, die vijf jaar geleden het strijdtoneel verliet, heeft nimmer kunnen tippen aan het succes van de DS en de CX. Ook het huidige topmodel, de C5, doet pijnlijk duidelijk het gemis aan een luxueus vlaggenschip met de double chevron op de voorplecht voelen. Citroën concentreerde zich de afgelopen jaren vooral op compacte modellen en bracht in de styling daarvan wel meer en meer de eigenzinnigheid terug waarmee het ooit furore maakte. Voorlopig hoogtepunt is de C4.
Homogeen
Vijf jaren zijn voorbijgegleden sinds het verscheiden van de XM. In die tijd heeft Citroën wel studiemodellen getoond van een nieuw vlaggenschip, maar nu pas is de C6 een feit. Hoewel hij uitermate modern oogt, ademt hij niet het vooruitstrevende van de C4. Hij is klassieker en grijpt ontwerptechnisch terug op de hoogtepunten uit de geschiedenis van het merk, zoals de DS, de SM en de CX. In de achterzijde is eenvoudig de DS te herkennen en de holle achterruit knipoogt overduidelijk naar de CX. En profil doet de gestrekte coupé-achtige lijn met de lange neus denken aan de SM. Het ontwerp van de C6 is daardoor niet homogeen, het heeft vele gezichten. Recht van achteren is de Citroën een dikke auto, terwijl hij van de zijkant juist heel rank overkomt.
In de neus is een hoofdrol weggelegd voor de brede, smalle grille, met in het midden een forse double chevron. De grote, verticale koplampen lopen ver door in de spatborden. Citroën heeft de voorzijde heel clean gehouden en daardoor ziet de neus er zelfs een beetje saai uit. Dat geldt niet voor de flanken, en zeker niet voor de achterkant van het jongste ontwerp van de Fransen. De achterzijde is zonder meer het sterkste punt van het ontwerp. Daarin vallen onmiddellijk de op originele wijze vormgegeven achterlichtunits op. Vanuit de achterspatborden strekken ze zich in een boogvorm uit tot aan de bumper; ze zijn als het ware over de schouders van de C6 gedrapeerd.
Al met al is de C6 gezegend met een eigenzinnig ogende, en onmiddellijk definieerbare koets, zoals we die ooit van Citroën gewend waren, maar bijna vergeten zijn; beslist niet dertien in een dozijn. Maar of de C6 bijzonder genoeg is om de hoogtijdagen van de DS en CX terug te halen…?
Loungen
Dat de C6 een overvloed aan interieurruimte te bieden heeft, is aan de buitenzijde al af te lezen. De voor- en achterwielen staan ver uit elkaar; de C6 heeft een wielbasis van 2,9 meter, en da's een van de langste in z'n klasse. Zowel voor- als achterin hebben passagiers meer dan voldoende bewegingsvrijheid.
Als de C6 is uitgerust met het Pack Lounge, staan er achterin twee losse stoelen die kantelbaar zijn, zodat er inderdaad bijna sprake is van loungen. De passagiersstoel voorin kan met een simpele druk op een knop in de armsteun van het zitmeubilair achterin elektrisch versteld worden. De vlakke wagenvloer vergroot het gevoel van ruimte. Voorin staan brede stoelen opgesteld die comfortabel zitten, maar wat meer zijdelingse steun zouden mogen geven. Eenmaal gezeten op het weelderige zitmeubilair, kijk je uit op een digitaal instrumentencluster, dat je onder het rijden niet heel frequent hoeft te raadplegen als je dat niet wilt; de C6 is uitgerust met een head-up display dat de belangrijkste ritinfo, zoals de gereden snelheid en instructies van het navigatiesysteem, in de voorruit projecteert. De middenconsole is net als die van concerngenoot Peugeot 607 een beetje een rommeltje. Het is lastig wijs worden uit de wirwar aan knoppen waarmee je het audio- en het navigatiesysteem alsmede de verwarming bedient.
Bekend van andere Citroën-modellen is het Lane Departure Warning-systeem. Het zit ook in de C6 en doet de zitting van de bestuurdersstoel trillen wanneer je zonder richting aan te geven van rijstrook verandert. De voorziening heeft tot doel je te waarschuwen als je bijvoorbeeld door vermoeidheid onbedoeld van rijstrook verandert.
Citroën kan zich niet permitteren achter te blijven en doet dus met de C6 vol enthousiasme mee aan de veiligheidswedloop, geïnitieerd door Euro NCAP. Het topmodel van de Fransen heeft negen airbags aan boord: twee adaptieve frontairbags, een stuurkolomairbag om de knieën van de bestuurder te beschermen bij een botsing, plofzakken in zowel de voor- als achterstoelen die de botsenergie van een zijdelingse impact moeten opvangen en twee gordijnairbags. Bij een kop-staartaanrijding bewegen de hoofdsteunen van de voorstoelen door de druk die het bovenlichaam uitoefent op de rugleuningen naar voren, zodat ze het hoofd opvangen en de kans op een whiplash minimaliseren.
De C6 is de eerste auto ter wereld die het maximaal haalbare aantal sterren (4) heeft weten te behalen voor de bescherming van voetgangers. De meest in het oog springende voorziening die letsel bij voetgangers tot het minimum moet beperken is de zogenaamde actieve motorkap. Die springt, als een wandelende of fietsende medeweggebruiker wordt geraakt, aan de achterzijde omhoog. Zo wordt de afstand tussen de kap en de harde mechanische delen van de motor vergroot. De motorkap kan hierdoor meer vervormen en een grotere hoeveelheid botsenergie absorberen. Een sensor die de botsing registreert, activeert een pyrotechnisch mechanisme dat de kap in 40 milliseconden 65 millimeter optilt.
Windgeruis
De wielophanging met voor dubbele driehoekige draagarmen en achter een multilink-constructie is uitgerust met een actief veersysteem met elektronisch geregelde vering en demping. Het kan naar keuze worden ingesteld op een comfortabeler of sportiever weggedrag. In de comfortabele stand presenteert het zich overigens al als tamelijk straf. Daar hebben wij geen bezwaar tegen, maar een vliegend tapijt, zoals de CX dat nog was, kunnen we de C6 beslist niet noemen.
Bij snelheden van boven de 110 km/h zakt de Citroën 10 millimeter dichter naar het wegdek. Uit de achterklep is tegen die tijd al een spoiler opgerezen. Bij 65 km/h richt hij zich al iets op, bij 125 km/h wordt de hoek ten opzichte van de achterklep vergroot en duikt hij op in de achteruitkijkspiegel.
Tot op hoge snelheid laat de C6 zich uitermate comfortabel en gemakkelijk rijden. Het onderstel toont zich zeer stabiel en vertrouwenwekkend. Alleen in rap genomen bochten wil de C6 behoorlijk op één oor gaan hangen. Laat het gaspedaal los in de bocht en de achterkant komt opzetten. De elektronica zorgt er echter op adequate wijze voor dat de boel in het gareel blijft. Het sturen gaat verrassend direct, maar wel tamelijk licht; de snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging neemt je weliswaar veel werk uit handen, maar filtert ook nogal wat gevoel uit de stuurinrichting.
Citroën heeft een tweetal motoren ter beschikking voor de C6: een 3,0-liter V6 benzinemotor (215 pk) en een 2,7-liter HDi-diesel (208 pk), eveneens een zescilinder. De laatste heeft een roetfilter dat pas bij 180.000 kilometer onderhoud behoeft, en voldoet dankzij deze voorziening aan de Euro IV-emissie-eisen. De zelfontbrander levert de beste prestaties; de fabriekstopsnelheid is met 230 km/h op papier even hoog als die van de benzinekrachtbron, maar sprinten doet de diesel sneller. Hij is bovendien stiller. Niet dat de drieliter het nu direct uitschreeuwt, maar bij het accelereren laat hij net te nadrukkelijk van zich horen. In een auto als de C6 verwacht je meer stilte. De dieselmotor houdt zich opmerkelijk genoeg veel meer op de achtergrond, hetgeen het comfort ten goede komt.
Citroën heeft de C6 gelaagde zijruiten gegeven om de rust aan boord verder te verhogen. De ruiten bestaan uit twee lagen glas, gescheiden door kunststof folie, en filteren geluiden van buiten. Ze voorkomen helaas niet dat je windgeruis waarneemt; de buitenspiegels lijken de boosdoeners. Maar de algehele indruk die de C6 achterlaat, is die van een comfortabele, stille berline, met een origineel en dus onderscheidend design. En zo hoort het ook bij een Citroën.
Had je deze auto's al gezien?
Lezersreacties (1) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.