BMW X5 vs. Volkswagen Touareg - Vergelijkende Test

Ondanks de aanzienlijke afmetingen maken de gevelde boomstammen op de achtergrond in verhouding tot de gigantische grilles van de nieuwe BMW X5 en Volkswagen Touareg maar weinig indruk. Van bescheidenheid kunnen beide auto’s in elk geval niet worden beticht. Misschien hoeft dat niet, want al vrij snel ontdek je het aanzienlijke repertoire aan talenten waarover ze allebei beschikken. Behalve over de kosten valt er namelijk weinig op aan te merken, noch op de BMW, noch op de Volkswagen. Het zijn alleskunners: praktisch, comfortabel, geavanceerd en bovengemiddeld snel en luxe.

Toch hangt er een heel andere sfeer in de X5 dan in de Touareg. De X5 volgt de lijn die het merk met de 8-serie heeft ingezet. Het nieuwe iDrive en de digitale klokkenwinkel, maar ook de ietwat kitscherige kristallen pook zien we hier terug. Meer dan de Touareg heeft de X5 een smaakgevoelige werkplek, al hangt het natuurlijk ook af van wat je precies aanvinkt op de aanzienlijke optielijst. Alle mogelijke leerkleuren en hemelbekledingen zijn immers mogelijk, net als een brede selectie aan stoelen en verstelmogelijkheden daarvan.

Maar hoe de X5 ook wordt aangekleed: het digitale instrumentarium haalt het niet bij dat van de Volkswagen, terwijl het bedieningsgemak van iDrive wel met gemak boven het touchscreen van zijn concurrent uitstijgt. Op de tweede zitrij kan een volwassene riant zitten en optioneel kan er een wegklapbare derde zitrij worden besteld. Ons testexemplaar heeft die niet, maar in tegenstelling tot de Touareg biedt BMW je wel de keuze. Verwacht er geen volwaardige zitplekken voor volwassenen, maar als noodoplossing of voor kinderen kan het een nuttige aanvulling zijn. Gezien de buitenmaten zal het geen verrassing zijn dat het de BMW niet aan bagageruimte ontbreekt. Van 650 liter met de achterbank in gebruik tot maar liefst 1.860 liter met de tweede zitrij plat.

GIGANTISCH TOUCHSCREEN

In de Touareg kun je ook spullen voor eeuwig kwijtraken, al past er op papier iets minder in met de bank plat, maar juist een stuk méér met de achterbank rechtop. Een derde zitrij staat zoals gezegd niet op de optielijst, maar om dat leed te verzachten, heeft de Volkswagen standaard een achterbank die verschuifbaar is en waarvan de rugleuning kan worden versteld. Hoe die ook staat, de Touareg heeft veel ruimte op de tweede zitrij. Zoals de voorkant van de auto wordt gedomineerd door de grille, zo wordt het dashboard van de Volkswagen gedomineerd door een gigantisch touchscreen. Op enkele fysieke knoppen na gaat alles via een scherm dat alleen Tesla voor zich moet dulden als het om afmetingen gaat. Dat heeft als voordeel dat er veel tegelijk op past en door het slim in te delen, valt er ook onderweg goed mee te leven. De nauwkeurigheid van een fysieke bedieningstoets ontbreekt echter nog steeds, dus onderweg eist het systeem meer van je aandacht op dan bij de BMW. Bovendien werkt de spraakbedieningsfunctie minder doeltreffend; commando’s moeten vaker worden ingesproken dan in zijn concurrent.

Grafisch ligt het digitale instrumentarium van de Touareg wel voor op de BMW. Wat je allemaal kunt met de digitale tellers voor je neus gaat een stuk verder en het ziet er scherper uit. De samenwerking met videokaartenspecialist Nvidia zie je er duidelijk in terug. Ook het niet-digitale gedeelte heeft Volkswagen goed voor elkaar. Het is minder smaakgevoelig dan in de X5 en hoewel het wat afstandelijk kan aandoen, staat de materiaalkwaliteit op hoog niveau.

MLB-PLATFORM

Onderhuids speelt de Touareg leentjebuur bij concerngenoot Audi. Net als zo veel modellen binnen de groep staat ook hij op het modulaire MLB-platform, bekend van onder meer de Q7, Porsche Cayenne en Bentley Bentayga. Veel van de ondersteltechniek daarvan is overgenomen en dat betekent in het geval van ons testexemplaar dat luchtvering, vierwielbesturing en vierwielaandrijving aanwezig zijn. Die systemen zorgen ervoor dat de auto ongelooflijk comfortabel rijdt, maar indien nodig wel een riante gripreserve heeft. In dit geval staat ons testexemplaar op winterbanden, maar gelukkig hebben we eerder met exact dezelfde auto gereden op zomerbanden. Voor een eerlijke vergelijking pakken we de prestatiemetingen van toen erbij; de BMW X5 staat namelijk wel op zomerrubber.

Terug naar het onderstel. De meesturende achteras zorgt voor veel stabiliteit en omdat de achterwielen op lage snelheden tegengesteld aan de voorwielen sturen, komt de Touareg ook minder massief over dan hij in werkelijkheid is. Dynamische pretenties heeft de grote SUV echter niet. Daarvoor treedt onderstuur te snel op en ook de besturing werkt niet voorspelbaar genoeg om van echt rijplezier te kunnen spreken. De Touareg rijdt bijzonder goed, maar is niet gewillig. Opvallend genoeg geldt dat voor de X5 veel meer, terwijl ook dat een luchtgeveerd bed is. Wie de optie luchtvering aankruist, kiest bewust voor meer comfort, dus dan kríjgt de klant dat ook, zo lijkt de gedachte. Zeker in de Comfort-stand deint, helt en duikt de SUV alsof de dempers überhaupt niet werken, maar zet alles in de Sport-stand en de luchtvering, adaptieve dempers en vierwielbesturing gaan merkbaar aan de slag om de rol in de koets tegen te gaan.

Ook de besturing geeft meer tegendruk en hoewel dat niet resulteert in een auto die twee keer zo hard de bocht om kan als de Volkswagen lijkt de X5 op 80 procent van zijn kunnen wel meer in zijn element te zijn. De neus voelt minder zwaar aan en omdat de BMW meer aandrijfkracht naar de achterwielen stuurt, duwen die de auto ook makkelijker de bocht om. Zoals gezegd, is het meetbare verschil veel kleiner dan het gevoelsmatige, maar de X5 voegt rijplezier toe zonder noemenswaardig aan comfort in te leveren.

ZESCILINDER LIJNMOTOR

Op motorisch gebied houdt BMW traditiegetrouw vast aan de zescilinder lijnmotor, althans voor de sterkere varianten. In het geval van de 30d betekent dat 265 pk en 620 Nm koppel. En een boterzachte, goed uitgebalanceerde loop, die de overmacht van 620 Nm onderstreept. Zelden hoor je de motor en de acceleratie vindt soepel en schijnbaar moeiteloos plaats. Alleen als het onderste uit de kan moet worden gehaald, merk je dat 265 pk niet overdreven veel is voor een auto van bijna 2.100 kilo. Net als het onderstel voelt de motor zich het prettigst als je hem hard laat werken, maar niet álles vraagt. De alom aanwezige achttraps automaat zorgt er hoe dan ook altijd voor dat de zescilinder in het optimale werkgebied blijft en schakelt snel, soepel en ongemerkt altijd naar de juiste versnelling. Een pluim voor ZF, maar ook voor BMW, dat de transmissie naadloos laat samenwerken met de motor.

Volkswagen levert wel precies dezelfde automaat, maar in de Touareg gaat het samenspel met de motor minder vlekkeloos. Zeker niet slecht, maar nét iets minder goed dan bij BMW. De bak lijkt soms te twijfelen, waardoor opschakelen gevoelsmatig langer duurt dan nodig en de automaat soms na de bocht nog moet terugschakelen om weer te kunnen versnellen. Het zijn kleine puntjes, net als het feit dat de 286 pk en 600 Nm sterke 3.0 V6 TDI zijn kracht wat minder soepel afgeeft en bij vlagen wat industrieel klinkt. Het is zeker geen tractor, maar de natuurlijke souplesse van de BMW-motor heeft deze V6 simpelweg niet, al toont de Touareg zich bij vol gas wel met gemak de snelste.

EINDELOZE PRIJSLIJSTEN

Zoals wel vaker zouden we alle pagina’s van deze test alleen al kunnen vullen met de schier eindeloze optielijsten van beide merken. Om te beginnen met de Touareg, een 3.0 V6 TDI 286 pk in Atmosphereuitvoering, die € 97.945 kost. Maar dan ben je er nog niet. Een pakket met luchtvering, sleutelloze toegang, panoramadak en softclose-portieren laat de prijs stijgen met € 4.199; vierwielbesturing kost dan nog € 872 extra. Het Innovation-pakket met onder meer een uitgebreid digitaal instrumentarium, diverse veiligheidssystemen en Dynaudio-systeem kost € 7.510 extra en zaken als grote wielen, trekhaak en gelaagd glas drijven de prijs met ruim € 4.000 op. Al met al kost ‘onze’ Touareg € 119.312.

Het kan echter altijd duurder, want de test BMW gaat voor niet minder dan € 134.466 de deur uit. Voor een deel compenseert de X5 dat met meer uitrusting. De stoelen zijn bijvoorbeeld niet alleen verwarmbaar, maar ook geventileerd en hij heeft grotere wielen, night vision, een standkachel en laserlicht. Daarbij rijdt de X5 beter autonoom. In files kun je hem met een gerust hart zelfstandig zijn ding laten doen. Het gaat soepel en de BMW kan langer stilstaan zonder dat je zelf toestemming moet verlenen om weer op te trekken.

Om op de kop boven dit artikel terug te komen: bij beide testkandidaten is het ‘van dik hout zaagt men planken’; € 15.000 is natuurlijk een flink verschil, maar de houtsoort lijkt bij BMW wel kwalitatief beter.