BMW 3-serie

De BMW 3-serie kent een extreem belangrijke geschiedenis. Sinds de eerste generatie – met typecode E21 – zijn er ruim 14 miljoen 3-series verkocht. Dat is zo'n 25 procent van alle verkochte BMW's ooit! Logisch dat BMW er bovenop zit op om te zorgen dat de auto de benchmark blijft. Want door de jaren heen is de 3-serie in dit segment toch altijd wel the car to beat geweest. En dat terwijl er duidelijk beweging zit in het concept van de auto. Zo was de generatie E90 duidelijk comfortabeler dan voorganger E46, en de huidige F30 zette dat duidelijk nog verder door. Niet dat de 3-serie week en fragiel is geworden; de balans is nog altijd voortreffelijk. Overigens zette BMW met bijvoorbeeld de 1-serie en de 5-serie een gelijkwaardige koers in, dus er zat duidelijk een gedachte achter. Maar met de vernieuwde 3-serie komt aan die beweging nu een einde. Na een klein aantal testkilometers valt het al op: deze auto is strakker dan voorheen. Later delen we onze ervaringen met Jos van As, de Nederlander die al vele jaren verantwoordelijk is voor de onderstelafstemming van de hele BMW-range. "We hebben de auto inderdaad wat extra scherpte gegeven. Onder meer door de dempers iets aan te passen, maar dan moet je vooral denken aan softwarewijzingen, de dempers worden immers elektronisch aangestuurd. Maar ook elders in het onderstel wilden we meer dynamiek aanbrengen." Van As legt uit dat BMW hiermee niet op hun eerdere koers terugkomt. "De markt verandert continu en daar moet je je op aanpassen. Dat heeft gedeeltelijk te maken met de wensen van consumenten, maar ook met je concurrentie. Er is binnen dit segment de laatste tijd nogal wat gebeurt. En gezien onze reputatie willen we wel aan de dynamische kant van het speelveld zitten." Hiermee doelt Van As natuurlijk op de lancering van modellen als de Audi A4, de Jaguar XE en de nieuwe Alfa Giulia. Zeker de Jaguar en de Alfa mikken erg op dynamiek, maar ook Audi claimt dat de nieuwe A4 een stuk sportiever rijdt dan zijn voorganger. En dus beweegt BMW mee met de markt.

Een nieuwe 340i

Maar er is meer nieuws. Bij een facelift horen uiteraard aanpassingen aan de neus en de kont, dus die heeft BMW braaf doorgevoerd, ook al zit het hem vooral in andere lichtunits. Interessanter is het motorennieuws. Zowel de 2.0 als de 3.0 turbomotoren zijn nieuw, en vallen nu onder het modulaire motorensysteem van BMW waarbij elke cilinder even groot is, of hij nu in een 340i of 318i zit. In totaal zijn er maar liefst elf(!) motoren voor de 3-serie te krijgen en dan tellen we de nieuwe M3 nog niet eens mee. Er zijn vier benzinemotoren en zeven dieselmotoren leverbaar. De meest opzienbarende is wellicht het blok in de 318i: onder de motorkap vind je voortaan namelijk een driecilinder! Wel met turbo, maar het zal evengoed wennen zijn voor BMW-fans. De motor heeft 136 pk, evenveel als de oude 316i. Bij de introductie was de 318i helaas niet te rijden, BMW had enkel 340i's voor ons neergezet. Dat is de vervanger van de inmiddels roemruchte 335i, maar hij heeft nog altijd een 3.0 turbomotor. Vergis je echter niet, de motor is gloednieuw. Neem het koelsysteem: het luchttraject is korter, maar de mate van koeling is voortaan niet alleen afhankelijk van de temperatuur, maar ook van hoe je de auto gebruikt. Zo wordt de motor meteen extra gekoeld zodra je flink gas geeft. Het systeem reageert dus al voordat de temperatuur daadwerkelijk is gestegen. Dit komt uiteraard de efficiency ten goede. In praktijk merken we eerlijk gezegd niet echt iets van de 20 pk extra, daarvoor zou je de auto naast de oude moeten rijden. Het blok blijft gewoon magisch, sterk en soepel. Wel is opvallend dat het geluid net even wat feller is dan voorheen, inclusief wat gepruttel uit de uitlaat als je het gas loslaat. Het maakt de auto gewoon net even een tikje brutaler dan hij voor de facelift was, en ook dat heeft uiteraard alles te maken met de komst van uitstralingskanonnen als de Giulia en de XE. BMW zal niet meteen het allround-karakter van de 3-serie te grabbel gooien, maar het merk is allerminst van plan om het braafste jongetje van de klas te gaan spelen. Als we kijken naar het totaalplaatje, dan is de prachtige balans die de 3-serie door de jaren heen zo kenmerkt absoluut gebleven, maar dan met nog net even iets meer scherpte in zowel het onderstel als de besturing, die gevoelsmatig iets zwaarder én directer is dan voorheen.

Op rijgebied hoeft BMW zich dus geen zorgen te maken. Anders wordt het als we kijken naar het interieur en de aanwezigheid van nieuwe (veiligheids)technieken. Audi en Mercedes zijn op beide vlakken een stuk verder dan BMW. De huidige C-klasse zette al een nieuwe maatstaf qua interieur in dit segment en toen we onlangs de nieuwe Audi A4 van dichtbij mochten bekijken werd duidelijk dat Audi de aansluiting met Mercedes alweer heeft gevonden. De 3-serie doet verhoudingsgewijs wat goedkoop aan. Net even mindere materialen, het ziet er allemaal minder bijzonder uit dan die bij de Duitse concurrentie. Wel blijft de ergonomie helemaal top, net als de zitpositie.

Bijtelling en pluggen

Een versie waar we nog even op zullen moeten wachten is de 330i plug-in, die pas volgend jaar komt. Met een (papieren) uitstoot van 49 gram is de auto daarmee te laat voor de 7 procent bijtelling die dit jaar geldt, maar kan hij volgend jaar nog wel 15 procent scoren. De vraag is dan of je niet beter kunt gaan voor 320d Efficient Dynamics Edition (EDE), die ondanks 190 pk slecht 99 gram uitstoot. Goed voor 21 procent in 2016 (en 20 procent dit jaar). Óók als je hem als Touring neemt, dan zit hij op 104 gram. De instapdiesel wordt de 316d met 116 pk, maar gezien de lage meerprijs van de 320 EDE is dat in Nederland echt de versie die je moet hebben. Bovenaan de diesellijst vinden we de 335d twinturbo met 313 pk, die opvallend genoeg vanaf nu alleen nog maar leverbaar is met vierwielaandrijving.