BMW 3-serie Rij-impressie

De 3-serie is verreweg BMW's populairste model. Zo'n 40 procent van alle verkochte BMWs komt voor rekening van de Drie. In ons land is dat ruim eenderde. Met de komst van de vijfde generatie vieren de Duitsers trouwens dat de 3-serie dertig jaar geleden werd geïntroduceerd. Sinds die tijd heeft hij zich ontpopt tot een icoon, de maatstaf ook voor zijn concurrenten. Destijds werd hij al meteen geprezen om zijn wegligging en is hij een waardige vaandeldrager geworden van BMW's leus Freude am Fahren.

De nieuwe generaties van de Dreier hebben ook steeds geprofiteerd van die BMW-filosofie. Bij een BMW moet rijplezier bovenaan staan, speciaal bij de compacte sportsedan. Comfort? Jawel, maar niet ten koste van de wegligging. Zoiets schept natuurlijk hoge verwachting voor de allernieuwste versie. En niet alleen op het gebied van zijn rijeigenschappen, maar ook wat betreft techniek en vormgeving. Wat dat laatste aangaat, heeft na de komst van de nieuwe 7- en 5-serie menige fan vurig gehoopt dat de nieuwe 'kleine' sedan optisch wat minder extreem zou worden dan zijn grotere broers. Dat is goed uitgepakt: nadat BMW eind vorig jaar de eerste foto's had vrijgegeven, is over 't design eigenlijk nauwelijks discussie geweest.
De nieuwe 3-serie is 49 mm langer (4,52 m), groeide in de breedte maar liefst 79 mm (1,82 m) en nam in de hoogte slechts 6 mm toe. Met een 35 mm langere wielbasis (2,76 m) en een grotere spoorbreedte (plus 26 mm vóór en 30 mm achter) ziet hij er gespierd uit. De wigvorm van de zijkant wordt niet gestoord door een te massieve kont. Met de vormgeving van de 'drie' zit 't wel goed en met zijn aantrekkingskracht dus ook wel.

Vooraanstaand
De eigenschappen die de vorige 3-series tot zo'n succes hebben gemaakt, moeten natuurlijk ook in de nieuwe versie verenigd zijn én verbeterd. Dan hebben we het vooral over potente motoren – BMW staat niet voor niets voor Bayerische Motoren Werke – en vooraanstaande techniek. Een nieuwe Drie kan dus niet debuteren zonder nieuwe motoren. In dit geval zijn dat er vier. Voorlopige basisversie tot de komst van de 129 pk sterke 318i in september is de 320i, met viercilinder Valvetronic-motor. Hij heeft bijna 6 pk meer vermogen (150 pk) en zijn maximumkoppel steeg met 23 Nm tot 200 Nm.
Nieuw zijn de 2,5- en 3-liter zescilinders: de 325i met 218 pk en een maximumkoppel van 250 Nm en de 330i, waarvan de 6-serie al de primeur kreeg. Die motor is met een gewicht van 161 kg de lichtste zescilinder ter wereld. Dat is te danken aan een combinatie van aluminium en magnesium voor het blok en magnesium voor onder meer het watergekoelde(!) carter en het kleppendeksel. Een elektrische waterpomp maakt een efficiëntere waterhuishouding mogelijk en zorgt ervoor dat de motor sneller op temperatuur komt. Valvetronic wordt nu ook op de zescilinder toegepast. Het systeem werkt samen met bi-Vanos, de variabele nokkenastiming. De 330i heeft een vermogen van 258 pk en een maximumkoppel van 300 Nm. Hij is daarmee tot een topsnelheid van 250 km/h in staat en moet de sprint van 0-100 km/h in 6,3 seconden kunnen afleggen. De diesel-eer wordt in de 3-serie voorlopig hooggehouden door de 320d, die met nieuwe common-railtechniek een hogere inspuitdruk nu 163 pk levert en een maximumkoppel van 340 Nm heeft.
De motoren, die gestart worden met een startknop, zijn gekoppeld aan een handgeschakelde zesbak, een zestraps Steptronic automaat is als optie leverbaar.

In stelling gebracht
De nieuwe Drie is niet alleen een stukje gegroeid, hij heeft ook een nieuw onderstel, met aluminium veerpoten vóór en een compleet nieuw ontwikkelde multilink-ophanging achter. Bovendien profiteert de nieuwe sedan ook van systemen die op de 5-serie zijn geïntroduceerd. Zo is er standaard DSC-stabiliteitsregeling, dat bij de 324i en 330i nog extra functies heeft. Zoals het 'in stelling brengen' van de remblokken op het moment dat het gapedaal abrupt wordt losgelaten, of tijdens de regen, waarbij het systeem dan gestuurd wordt door de regensensor of ruitenwissers.
Standaard staat de auto op 205/55/16-banden en heeft de 330i 17-inchwielen. 18- en 19-inch lichtmetaal is eveneens beschikbaar, net als RSC, het Runflat System Component, ofwel banden waarmee je enige tijd kunt blijven doorrijden terwijl ze lek zijn.

Taart..
Onze eerste rij-impressie doen we op met de 320d in de omgeving van de Spaanse stad Valencia. De bijna drie uur durende route gaat niet alleen over een stukje snelweg, maar vooral ook door de bergen, zelfs met verijsde bochten die in de schaduw de nachtelijke temperaturen van -8 graden nog niet te boven zijn gekomen. De Drie gedraagt zich voorbeeldig. DSC, in de volksmond tegenwoordig ESP genoemd, regelt alles in het grensbereik bijna onmerkbaar zacht en met gevoel af en je regelt zélf, met een druk op de DTC-knop, de traction control. Door het latere ingrijpen van de remmen kun je daarbij het kontje nog lekker 'omgooien'.
De besturing is direct en precies, het schakelen gaat vlot en soepel met korte wegen. Jammer dat de middenconsole een beetje te hoog is: ik zit er met het schakelen steeds met m'n elleboog tegenaan. De stoel kan nog hoger, maar ideaal is dat niet.
De diesel laat zich op zo'n traject ook van zijn beste kant zien. Het koppel van 340 Nm is al bij 2.000 tpm aanwezig en op de bergwegen heeft hij het buitengewoon naar zijn zin. Wij ook. Want een grote portie rijgenot ligt voor het oprapen. Het is nét een chocoladetaart: je kunt er niet afblijven!

...met slagroom
De slagroom op de taart vormt de 330i, die we even later over een andere route rijden. Natuurlijk voel je het verschil tussen de zescilinder en de diesel. De 330i is levendig, wil er met je vandoor, zonder dat je er bloednerveus van wordt. Ook zijn trekkracht met 300 Nm mag er natuurlijk zijn en die spreken we dan ook herhaaldelijk aan. Aan de actieve besturing ben je na een halfuur gewend. Met de 330i laat BMW opnieuw zien wat er bedoeld wordt met Freude am Fahren.
En wie wil, kan zelfs een dubbele portie krijgen. Op het circuit van Albaceta rijden we ook nog met de 330i die voorzien is van sportonderstel. DSC uitschakelen en genieten maar. Al is de 330i nog geen racewagen, hij slaat op het circuit niet bepaald een modderfiguur. Blijft op snelheid in lange bochten mooi op koers en laat in de korte bochten maar heel weinig onderstuur zien. Zelfs zijn remmen gaan na de rondenlange martelingen niet snel roken.

Nog even wachten
De nieuwe 3-serie is standaard uitgerust met onder meer een handbediende airco met microfilter, cruise control, een middenarmsteun, elektrisch bedienbare buitenspiegels en in hoogte verstelbare voorstoelen en elektrisch bediende buitenspiegels. Verder zijn behalve ABS ook Cornering Brake Control (CBC), Dynamische Stabiliteits Contole (DSC III) en Dynamic Brake Control standaard op de nieuwe 3.
De Executive uitvoering heeft daarbij nog zaken als parkeersensoren achter, een regensensor met automatische lichtschakeling, gescheiden automatische airco en een klasse 3-alarm. In de Dynamic Exectutive omvat de uitrusting een 15 mm verlaagd onderstel, sportstoelen, een met leer bekleed sportstuur, xenonlampen en 17-inchwielen met 225/45-banden.
Vanaf 5 maart staan de 320i, 325i, 330i en de 320d bij de Nederlandse dealers. De 318i en de 318d en 320d volgen in september. De Touring komt eveneens in het najaar en de Cabrio verwachten we volgend voorjaar. De M3 zal waarschijnlijk tegen het eind van 2006 arriveren.