Occasion Test: Opel Meriva - Nissan Cube - Toyota Verso-S

B-segment MPV's

AutoWeek 33 2021
AutoWeek 33 2021
AutoWeek 33 2021

Je leest het in AutoWeek 33 2021

Compacte ruimtewagens hebben we al eerder in deze rubriek gehad: in 2019 sierden de Hyundai ix20, de Kia Venga en de Nissan Note onze kolommen. En al hebben ze dan niet zo’n hip imago als de compacte cross-overs van tegenwoordig, deze kleinere MPV’s zijn een stuk veelzijdiger in het gebruik. Vandaar dat we nogmaals aandacht besteden aan drie handige hoogzitters.

TOYOTA VERSO-S 1.3 VVT-I DYNAMIC (2012)

Er zat maar liefst vijf jaar tussen het verdwijnen van de Toyota Yaris Verso en de komst van deze Verso-S. Die S gaf het onderscheid aan met de gewone (Corolla) Verso. Blijft de vraag: waar staat de S voor? Wellicht voor ‘speels’, want al is de vormgeving weinig authentiek, het verschil met zijn netvliesverzengende voorganger blijkt enorm. Het kan echter ook de S van ‘sportief’ zijn. Zie zijn dakspoiler, de lichtmetalen wielen en het opvallende, met leer en alcantara beklede meubilair, dat ook nog eens voorzien is van rode stiksels. Tot slot heet deze versie ‘Dynamic’.Het lijkt allemaal heel wat, maar onder het kapje snort een doodnormale 1,3. Die trekt met zijn 99 pk zeker geen klinkers uit de straat, maar dankzij het lage gewicht van deze importoccasion (1.055 kilo) komt hij toch ook weinig tekort. Het gaspedaal reageert zelfs zo enthousiast op elke beweging van de voet, dat een licht nerveus rijkarakter ontstaat. Wat dat betreft is de Cube een stuk smeuïger, goedmoediger en wellicht prettiger in de omgang. Zuinig is de Verso-S wel, misschien dat daarom de S groen is geschilderd?

Op meerdere vlakken zijn deze drie occasions aan elkaar gewaagd. De vraagprijzen liggen dicht bij elkaar en de motorische kracht ook. Wat ervaring betreft zijn de kaarten anders geschud: de Verso-S is duidelijk de jongste, maar heeft daartegenover een halve ton aan kilometers meer gedraaid. Daar zullen dan ongetwijfeld veel snelwegkilometers tussen zitten, en dat is gunstig, want daar slijt een auto maar weinig van. Het verschil in tellerstand zagen we aan de auto zelf in ieder geval niet terug: de (hier en daar harde) kunststoffen in het interieur zijn krasvrij, rammeltjes en kraakjes ontbreken.

Wel aanwezig zijn een knieairbag, een start/stopsysteem en een lichtsensor. Met de Nissan deelt hij elektrische ramen en privacy glass achter, mistlampen vóór, een panoramadak, blue tooth, usb-aansluiting en climatecontrol, met de Meriva een in hoogte en diepte verstelbaar stuur. Een compleet karretje dus, dat op het gebied van interieurruimte net wat meer indruk maakt dan op het gebied van variabiliteit (en daar koop je zo’n occasion tenslotte voor): het MPV-gehalte van de Meriva ligt op een hoger niveau. Al met al een occasion die met zijn benaming meer pretendeert dan hij werkelijk is en die van dit drietal het minst karakteristieke uiterlijk bezit, maar die als totale som der delen toch veel te bieden heeft.

NISSAN CUBE 1.6 PURE (2010)

Slechts twee jaar stond de Nissan Cube in onze prijslijsten met in totaal 192 verkochte auto’s in 2010 en 2011. Geen succes dus, en dat had alles te maken met het bijzondere, bijna kubistische uiterlijk van deze Japanner. Toch kunnen we de kopers indertijd geen ongelijk geven, want als het op rijden aankomt, vinden wij tijdens deze hernieuwde kennismaking de Cube het prettigst in de omgang.

Het 1.6-blok doet soepel zijn werk en omdat het onderstel het vermogen (110 pk/153 Nm) eenvoudig aankan, ben je lekker ontspannen onderweg. De enige dissonant is de bakbediening: hier geen pookje op een eiland zoals bij de Opel en de Toyota, maar een lange stengel vanuit de vloer die niet direct onder handbereik zit. Dat, de hoge instap en de rechte zit achter de verticale voorruit geven een busjesgevoel, iets waaraan je moet wennen. Wat wellicht minder ontspannend is: de blikken onderweg die je ten deel vallen. Niet alleen is het uiterlijk op zich controversieel, maar door de grote raampartijen (oorzaak van heel wat windgeruis bij hogere snelheden) zit je nog eens extra in the picture. Maakt jou dat niks uit, dan heb je aan zo’n Cube een uniek voertuigje.

Onderhavige, bruin/paars-metallic gespoten GD-064-R (januari 2010, sinds 2015 in Nederland en sindsdien twee eigenaren gehad) laat de hebbelijken onhebbelijkheden van het model goed zien. Als positief bestempelen we het vriendelijke karakter van exen interieur, de lang niet misselijke uitrusting van deze Pure (een navigatiesysteem is aanwezig; met de Meriva deelt hij onder meer stuurwielbediening voor de audio en leeslampjes voor en achter, en met de Verso-S: zie aldaar) en het geboden comfort.

De rechte vlakken van de carrosserie doen veel leefruimte vermoeden, maar als we het meetlint erbij pakken, blijken de tegenstrevers toch de meerdere. Bepaald onhandig is de enorme achterdeur die naar de linkerkant (is de straatkant) opengaat. Evenmin handig is de hoge tildrempel. Die ligt met 73,5 centimeter zomaar 11 centimeter hoger dan die van de Verso-S. Ook is de bagageruimte met 255 liter relatief klein. Gebruik je alle MPV-mogelijkheden van de Cube, dan is zijn 1.563 liter stouwruimte juist weer indrukwekkend. Objectief zijn er kortom best redenen om wel of juist niet voor deze occasion te kiezen, maar eigenlijk draait het maar om één ding: het uiterlijk. Dit is een onvervalst gevalletje ‘take it or leave it’.

OPEL MERIVA 1.4 EDITION (2010)

De tweede generatie Meriva loste in 2010 het eivormige model uit 2003 af. Met zijn scherp gesneden lijnen was het een volwaardig familielid van de toenmalige Astra en Insignia, waarbij de tegengesteld openende achterportieren meteen in het oog sprongen, evenals de verspringende raamkozijnlijn. Het lijken aardige gimmicks, maar beide zijn toch echt functioneel. Wie regelmatig met kinderzitjes in de weer is, zal de suïcideachterportieren waarderen. Handig van Opel om zo van het bejaardenimago van dit soort auto’s af te komen.En eenmaal op de achterbank gezeten merk je dat je een beter uitzicht hebt dankzij die knik in het kozijn.

Op het gebied van variabiliteit weet de Meriva eveneens te overtuigen. Zo is de achterbank in drie delen neerklapbaar. Ligt het middendeel plat, dan zijn de buitenste twee stoelen naar achteren en schuin verschuifbaar om zo extra ruimte voor die passagiers te creëren. Wel komt de derde persoon er wat bekaaid vanaf; die zit niet lekker vanwege de naar achteren doorlopende middenconsole. Voeg daarbij de bagageruimte die met alles omhoog net zo netjes met de anderen in de pas loopt als met alles neergeklapt en het beeld van een zwaargewicht onder de mini-MPV’s ontstaat als vanzelf.

Trouwens, de auto zelf is ook een zwaargewicht: hij telt maar liefst 200 kilo meer dan de beide Japanners. Onderweg is dat goed te merken. De Opel ligt mooi koersvast op het asfalt, maar je voelt dat de krachtbron aan de bak moet. Sportieve aspiraties zijn deze ongeblazen 1.4 derhalve vreemd. Goedmoedig is een betere kwalificatie, al mist de Meriva het sprankelende dat de Cube wel bezit. Het stuur laat zich licht bedienen, dit in tegenstelling tot de goed onder handbereik liggende bak: de bonkige pookknop laat vingervlug schakelen niet toe.

Nu we toch op de prettig zittende bestuurdersstoel zijn beland, vallen de goede bouwkwaliteit en de materialen van het dashboard op. Het lijkt uit één blok graniet gehouwen. De drukke middenconsole krijgt onze handen minder op elkaar. De Meriva heeft als enige dagrijverlichting, maar qua luxe bieden de andere twee meer, zeker de Verso-S. Het totaalplaatje doet denken aan de Opels van decennia geleden: oerdegelijk en doordacht, waarbij sportiviteit niet hoog op het prioriteitenlijstje stond. Alleen waren ze toen vooral rechttoe rechtaan, en nu zijn er enkele aardigheidjes die zowaar functioneel zijn.

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren