Audi S4 - Rij-impressie
Missie geslaagd
4 reacties
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen
Audi heeft de nieuwe S4 klaar. Directe inspuiting en een compressor helpen het V6-blok aan 333 pk. Daarmee snelt de integraal aangedreven S4 in 5,1 seconden van 0 naar 100. Het 3.0 TFSI-blok heeft een koppel van 440 Nm, dat al bij 2.500 toeren bereikt wordt, en zo hoog blijft tot 4.850 toeren. En met het verbruik valt het nog best mee, de S4 sedan neemt per 100 kilometer 9,7 liter tot zich. Daarmee is de nieuwe S4 26 procent zuiniger dan zijn voorganger, die een ongeblazen V8 heeft.
De snelheid lijkt er gelukkig niet echt onder geleden te hebben, zo wordt in de eerste kilometers duidelijk. De S4 reageert als door een wesp gestoken op het gaspedaal. Audi heeft het afhakken van die twee cilinders gecompenseerd door de montage van een watergekoelde mechanische compressor, die tussen de twee cilinderrijen is geplaatst. Omdat de compressor wordt aangedreven door een riem, bouwt hij al vanaf stationair toerental druk op en is de kleinste beweging van de rechtervoet voldoende om 'm aan te zwengelen.
Met 333 pk heeft de direct ingespoten 3,0-liter V6 weliswaar 11 pk minder dan zijn voorganger, het koppel is door dat hulpmiddel gestégen: van 410 naar 440 Nm. Het resultaat is dat de S4 in 5,1 seconden naar de 100 km/h moet kunnen sprinten. Je voelt best dat-ie vooruit wil, maar een winst van een halve tel, dát zou je aan de hand van het subjectieve spektakelgehalte niet direct zeggen. Waar de oude V8 met het stijgen van de toeren er voelbaar een schepje bovenop deed, verdeelt de nieuwe zescilinder zijn krachten veel gedoseerder. De maximale trekkracht is al bij 2.500 krukasomwentelingen beschikbaar, en dat blijft zo tot 5.300. Daarna nemen de pk's het stokje naadloos over, en die trappelen alle 333 in volle hevigheid door tot het toerental van 7.000 is bereikt. Omdat de versnelling zó lineair is, heb je niet altijd in de gaten hoe hard het nu precies gaat. Dat wordt nog eens extra gevoed door de geluidssensaties – althans, het gemis daaraan; het donkere gehamer van de achtcilinder heeft plaats gemaakt voor een bescheiden V6-brul, die ver op de achtergrond vergezeld wordt door een licht gegier van de compressor. Als je rijbewijs je lief is, is het dan ook raadzaam om regelmatig een blik op de snelheidsmeter te werpen.
Slim sportdifferentieel
Om nog even terug te komen op die groenspagaat; Audi vertelt trots dat met de nieuwe krachtbron een gemiddeld verbruik van 9,7 liter per honderd kilometer gerealiseerd kan worden, een besparing van 23 procent ten opzichte van zijn voorganger. Of dat een potentiële S-koper over de streep trekt, is een tweede, het gaat natuurlijk vooral om het signaal dat de Ingolstadters de wereld insturen. En de labels die de auto ermee opgeplakt krijgt. Overigens hebben we volgens de boordcomputer die pakweg één op tien tijdens de introductie bij lange na niet gehaald, we zijn dan ook benieuwd tot welk cijfer we komen wanneer we de auto hier in Nederland voor een test hebben.
Uiteraard is de Audi S4 voorzien van Quattro-aandrijving. Nieuw is echter het tegen meerprijs leverbare, actieve sportdifferentieel tussen de achterwielen. Wanneer je instuurt en gas geeft, geleidt dit sperdiff een groot deel van de aandrijfkrachten naar het buitenste wiel en moet onderstuur zo in de kiem smoren. Een vergelijkbaar systeem zoals BMW dat bijvoorbeeld op de X6 monteert. Op straat, bij normaal sportief tempo, voel je dat de S4 soms net even overtuigender van richting verandert dan je aan de hand van de stuurinput zou verwachten, zeker in combinatie met dynamic steering.
Als we echter op een circuit een uurtje de limiet op mogen zoeken, zijn we minder onder de indruk. Aandrijfkrachten zijn één, voor de instuurreacties en de dynamische balans heb je ook nog te maken met de afstemming van het onderstel. En die is, ondanks de aangepaste vering en demping en de twintig millimeter lagere wagenhoogte relatief behoudend. Als de grens wordt bereikt, is het over het algemeen toch de voorkant die het eerst de buitenzijde van de bocht opzoekt, ondanks dat mooie differentieel. Daarnaast mist het onderstel de échte scherpte die nodig is om snel te kunnen reageren op stuur- en gasbewegingen.
Lager in de pikorde
Kortom, een circuittijger is de S4 niet. Op de openbare weg valt er weinig daarentegen weinig op af te dingen. Sturen, remmen, schakelen; het klopt gewoon als een bus. De Duitser doet precies wat je 'm opdraagt, is mooi intuïtief te rijden en levert bovengemiddeld sportieve prestaties. Maar hoe ontzettend goed ook, heel erg spannend is het allemaal niet. Hij heeft gewoon niet de scherpte van een BMW M3 of een Lexus IS-F, noch het spektakelgehalte van een Mercedes C 63 AMG. Al kun je, in tegenstelling tot de vorige generatie powersedans, de S4 daarmee eigenlijk niet meer vergelijken. Hij staat net een treetje lager in de pikorde en daarmee is nog wat ruimte over gelaten voor de RS4.
Toch, naar ónze smaak is het compromis íets te veel doorgeschoten richting dagelijks gebruik. Een gemiste kans in dat kader is de afstemming van het optionele drive select. Met dit systeem kun je met één druk op de knop de reactie op het gaspedaal aanpassen, evenals de – als je gekozen hebt voor de zeventraps S tronic-bak – schakeltijden, de hardheid van de dempers, de mate van stuurbekrachtiging en het karakter van het sportdifferentieel. Een prachtig staaltje elektronisch vernuft ('n beetje afgekeken van de BMW M-modellen, maar alla), alleen zou het verschil tussen 'comfort' aan de ene kant en 'dynamic' aan de ander best wat groter mogen zijn. Je merkt het zonder meer, maar om nu te zeggen dat de auto een ware transformatie ondergaat, nou, nee.
Gedistingeerd dik
Tot-ie met een bloedgang voorbij komt en je de dubbele uitlaten en het S4-embleem aan de horizon ziet verdwijnen, zal een leek de S4 waarschijnlijk niet in één oogopslag van een minder potente A4 onderscheiden. De uiterlijke wijzigingen zijn volgens goede Audi-traditie namelijk subtiel; de verticale lamellen van de grote grille zijn verchroomd, de buitenspiegels zijn aluminiumkleurig gemaakt en er zijn bescheiden zijskirts en een dito achterspoilertje gemonteerd, dan heb je het wel zo'n beetje. Standaard wordt er 18-inch lichtmetaal gemonteerd, optioneel is een maatje groter verkrijgbaar. Van de elf lakkleuren waarin je de snelste 4 kunt bestellen, zijn Imola Yellow en Sprint Blue exclusief gereserveerd voor de S-modellen. Kijken we nog even naar het interieur, dan vallen de grijze wijzerplaten met witte wijzers van de instrumenten op, de witte stiksels van de bekleding van het stuur plus versnellingspook en de fantastische sportstoelen. Ook subtiel, dus. Kortom, de S4 is wars van allures en mag gerekend worden tot de categorie 'gedistingeerd dik'. Dat staat 'm prima, overigens. Uiteraard is er een breed optieprogramma voor de S4. Daarop staat onder (heel veel) meer adaptieve cruisecontrol met braking guard, side assist (help bij het veranderen van rijbaan), een achteruitrijcamera en diverse audio- en navigatiemogelijkheden, waaronder een Bang & Olufsen-geluidsinstallatie.
De Audi S4 en de tegelijkertijd geïntroduceerde Avant-versie zijn vanaf deze maand te bestellen. De prijs is nog niet definitief vast gesteld, maar zal ongeveer € 70.000 bedragen. We moeten echter nog tot het tweede kwartaal van 2009 wachten voordat we de S4 op de weg tegen kunnen komen.
- +Erg soepele en krachtige v6
- +Zeer koersvast en comfortabel
- +Royale veiligheidsuitrusting
- -Sensatie ontbreekt een beetje
- -Nog altijd een hoog brandstofverbruik
- -Opties kosten veel geld
Lezersreacties (4) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.