Audi RS4 Avant
Grote stappen, snel thuis
- Damiaan Hage
- Eerste rijtest
Pats! Wéér 'n centimeterslange vette streep op de voorruit. Wéér een mug die vroegtijdig aan z'n eind kwam. Gemiddeld elke twee seconden slaat 'n insect te pletter tegen de voorruit van onze Audi RS4, om flinterdun uitgesmeerd te worden over het glas. We gaan hard, mensen. Héél hard. Té hard voor de openbare weg, als we heel eerlijk zijn. De afslag die we moeten hebben, nadert. Snel. Héél snel. Nog 1200 meter, dus moeten we nog stevig ankeren ook. 250 kilometer per uur - dat is zo'n 70 meter per seconde, dus voor je 't weet, ben je er voorbij. Maar de remmen grijpen gretig en snel aan en even later hangen we achter die zwart walmende vrachtwagen. Even rust, back to normal.
Uiterlijk vertoon
De Audi RS4 - de snelste Audi van dit moment - is op het eerste gezicht gewoon een A4 Avant, zo'n brave stationwagon. Maar bij nadere beschouwing kom je al gauw op die mening terug. Het begint met de 9-spaaks lichtmetalen velgen. Mooi glanzend gepolijst en dus fonkelend in de zon. Eromheen Pirelli P Zero's, maat 255/35 ZR 18. Heel breed en heel plat dus. Zo'n 3,5 cm breder gemaakte wielkasten om deze enorme plakken rubber te kunnen herbergen. Zijskirts, die het dikke voorkomen benadrukken. Stootlijsten op de deuren vond Audi onzin - weg ermee! Uiteraard dikke bumpers met net voor de voorwielen luchtinlaten, 'n vette dubbele uitlaat en een kippengaasgrilletje. En volgens Audi S-traditie alu-buitenspiegels. Dit kán geen ordinaire gezinsauto zijn. Dit is iets bijzonders.
Helaas kunnen we dat van het interieur niet zeggen. Hoofdkleur is zwart - slechts opgeleukt door wat aluminium draadjes in de bekleding van de Recaro-sportstoelen. Verder is het erg gewoon - met uitzondering van de twee grote meters in het dashboard. De snelheidsmeter loopt tot 310 door met een vreemde schaalverdeling: tot 100 km/h in keurige stapjes van 10 km, daarna in enorme sprongen van 30. Grote stappen, snel thuis. Of in het ziekenhuis...
115 extra pk's
Veel belangrijker dan al dat uiterlijke vertoon is de techniek. Audi besteedde het opvoerwerk uit aan z'n eigen quattro GmbH en aan Cosworth Technologies. Als basis dient de niet onverdienstelijke 2,7-liter V6 biturbomotor uit de S4. Cosworth ontwierp een nieuwe cilinderkop met grotere luchtkanalen en aangepaste in- en uitlaatpoorten. Bij quattro werd een nieuw tweekanaals uitlaatsysteem ontwikkeld met onder meer betere tegendruk in de midden- en einddempers. En zo groeide het vermogen van 265 naar 380 pk - 115 erbij!
De RS4 heeft - uiteraard - permanente vierwielaandrijving en joekels van remschijven. Vóór meten ze maar liefst 36 cm en achter ruim 31. Zoals gezegd, dit zijn ont-zet-tend goede stoppers. Eraan denken is al haast voldoende om ze hun werk te laten doen.
Sportwagengevoel...
Al die techniek samen maakt van de RS4 een onvoorstelbaar snelle auto. Luttele seconden nadat je het pedaal hebt ingetrapt, ga je al 100 km harder - of je nu stilstaat, 100 rijdt of 150. Pedal to the metal, en ogenblikkelijk bijten de Recaro's je in de rug en duwen je vooruit. Maar...
Maar het is en blijft een Audi - in de, tsja, toch wat negatieve zin van 't woord voor wat 'ie presteert. Het is stil in de RS4, comfortabel, goed, perfect zelfs. Maar naar onze smaak allemaal 'n beetje té. Heel hard gaat 'ie wel - hij zal menig bestuurder van supersportwagens van Duitse en Italiaanse makelij behoorlijk kunnen frustreren - maar het echte sportwagengevoel schittert door afwezigheid. Wij willen motorherrie en spijkerharde vering; wij willen vóelen en hóren dat we 200 gaan en bij een blik op de snelheidsmeter niet denken: 'Hemeltje, gaan we zó snel?' Snappu?
Straalvliegtuig
De RS4 kleeft echt aan de weg in bochten. Maar het plotseling lossen van het gas maakt het standaard-ESP snel wakker, zodat je keurig in de lijn blijft. De enorme banden en de vierwielaandrijving helpen ook nog 'n handje bij het in het gareel houden. Maar dat enorme acceleratievermogen is verslavend. Wat is het lekker om steeds maar weer in je stoel gedrukt worden - bij élke snelheid en in élke versnelling. Volgens fabrieksopgave zit je in 4,9 seconden op de honderd en in minder dan 18 tellen op de 200. Een acceleratie waaraan veel straalvliegtuigen nog wel eens een zware dobber zouden kunnen hebben. De top is afgeregeld op 250 - in Duitsland geldt een soort herenakkoord dat auto's niet harder mogen (alleen Porsche houdt zich er niet aan). Maar de quattro-techneuten mompelen lachend dat de afstelling zó is, dat onder alle omstandigheden deze snelheid gehaald moet kunnen worden. Een flink portie tegenwind mag dus geen probleem zijn. Met de wind in de rug haal je dan ook met gemak 270.
We zouden dit verhaal kunnen besluiten met 'in Nederland heb je er toch niets aan, want je mag maar 120'. Jajajaja, dat weten we wel. Toch zouden wij - ondanks eerdergenoemde bezwaren wat betreft het 'sportwagengevoel' - dit jaar maar al te graag één van de vijftien (of volgend jaar één van de dertig) Nederlanders willen zijn die zo'n RS4 - à raison van f 208.000 - kunnen kopen. Zo'n auto waar op de snelheidsmeter het getal 120 niet eens voorkomt.
Lees ook
Audi RS4 (2000)
Waarom de Denza Z9 GT geen Porsche-concurrent is
Test: Mitsubishi Outlander PHEV – Te laat op het PHEV-feestje?
Test: Opel Grandland 1.6 Turbo Plug-in Hybrid - Is deeltijdstekkeren een goed idee?
Test: Hyundai Ioniq 9 - op elke zitrij zit je ruim, groter dan Kia EV9 en zeer comfortabel
Gerelateerde forum topics
Lezersreacties (1) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.