Audi A6
Oorlift
- Bas Heideman
- Eerste rijtest
Wie, zoals wij, het graag zíet als een auto vernieuwd is, is bij Audi compleet aan het verkeerde adres. De firma heeft een naam op te houden als het gaat om Onzichtbare Facelifts (kunt u een 'nieuwe' A3 of A8 van een 'oude' onderscheiden..?), en voegde er laatst zelfs een nieuwe dimensie aan toe. Op het parkeerterrein waar alle 'ingrijpend gewijzigde' A6-en stonden, wezen we op een zilvergrijs exemplaar en zeiden tegen de Audi-medewerker: 'Doe ons die maar'. 'Helaas', zei de man, 'dat zal niet gaan.' Huh? Niet bepaald het antwoord dat we verwachtten van de immer bijna griezelig-vriendelijke Audi-mensen. 'Oh. En waarom dan wel niet?' vragen we de man. 'Omdat dat een A4 is, meneer...' Oeps. Da's waar ook: daar hadden ze een kleine A6 van gemaakt - dát soort dingen...
Dubbelloops of niet
Voor de doorgewinterde 'autospotters' onder u: de nieuwe A6 sedan en Avant zíjn natuurlijk wel degelijk van een oude te onderscheiden. Allereerst aan de voorkant: onder de grille en de bumper zit nóg een met chroom omlijst grilletje, à la A8 en de achtcilinderversies van de vorige A6. Verder zijn geheel volgens de laatste mode de koplampen en richtingaanwijzers voorzien van 'helder glas'. Ook de achterlichtunits en de nummerplaatdrager zijn nét iets anders. Maar aan de achterkant kun je een nieuwe A6 het makkelijkst herkennen aan z'n uitlaten: zijn ze verstopt dan is het een oude, als je ze kunt zien, is het een nieuwe. Ze vertellen zelfs nog méér: als het één ovale pijp is, dan heb je te maken met de 2.0-benzinemotor - alle andere zijn 'dubbelloops'. En zit er aan elke kant van de auto één pijp: quattro. Tot slot: van de 16 beschikbare kleuren waarin de A6 geleverd kan worden, zijn er 11 nieuw. Binnenin is zo goed als alles bij het oude gebleven – er zitten nu chroomrandjes rond de meters, maar dan heb je het wel zo'n beetje gehad. Zo veel over het uiterlijk, want...
Veertig procent (!) stiller
...als gezegd: de onderhuidse wijzigingen zijn belangrijker. Zo was de A6 al nooit een luidruchtige auto, maar is hij nu nóg stiller geworden. En niet zo'n beetje ook; eigenlijk simpele dingen als dikker glas, gewijzigde ruitenwissers en andere portierrubbers leverden een geluidsreductie op van maar liefst 40%. En dát merk je: bij 140 km/h scheelt dat zomaar 2 dB en bij 200 km/h - jaja, we waren weer eens in Duitsland - is het windgeruis zó miniem dat je denkt 100 te rijden. Ook het afrolgeluid is verbeterd: 'kinderkopjes' zíe je, maar horen doe je ze nauwelijks. Voelen trouwens ook niet, hoewel dat een beetje afhankelijk is van het onderstel dat je hebt gekozen. Er zijn er twee: normaal en sport. Daarbij valt op dat het normale onderstel al redelijk straf - maar comfortabel - geveerd is, maar toch minder goed raad weet met belabberd wegdek dan het sportonderstel, waar je wellicht het omgekeerde zou verwachten.
Veel en weinig
Motorisch veranderde er veel, en toch ook weer weinig. Alle A6-motoren waren namelijk al leverbaar, óf in de oude A6 óf in de nieuwe A4. Zo begint het - qua benzine - allemaal met de 130 pk sterke tweeliter viercilinder uit de A4. Daarnaast is er de vertrouwde 1.8T (150 pk) en heeft de 2.4 V6 voortaan 170 pk. Nieuw voor de A6 is de 3.0 V6 van 220 pk. De al bekende 2.7T heeft voortaan 250 pk (was 230), en aan de top of the range 4.2 V8 veranderde er niets: 300 pk voor de 'gewone' en 340 pk voor de S6. Op dieselgebied begint het bij de 130 pk sterke TDI met pompverstuivers en is de 2.5 V6 TDI er in twee versies: een met 155 pk en een met 180 pk. Eén en ander is te combineren met handgeschakelde versnellingsbakken (vijf- en/of zesbakken), Tiptronic-semi-automaten en de traploze Multitronic-automaat. Die laatste is er nu ook in combinatie met de 2.5 V6 TDI en dat is een heuse wereldprimeur: Audi is immers de eerste die diesel combineert met continu variabele transmissie. Het systeem, dat voortborduurt op de oer-Nederlandse vinding van Hub van Doorne, kan inmiddels zo'n 310 Nm koppel aan, en aan meer wordt gewerkt. De A6 2.5 V6 TDI is dan ook een auto waar u in dit blad zeker nog een uitgebreide test van kunt verwachten. Hoe dan ook, al met al levert dit 48 verschillende versies op, waarvan er 22 met de roemruchte quattro-vierwielaandrijving zijn uitgerust.
Zalig zoemend zoefgeluid
We probeerden twee versies: de 2.0 met het gewone onderstel en de 3.0 V6 met het sportonderstel. Aan de tweeliter heb je absoluut geen verkeerde instapper. De 130 paarden hoeven niet al te zeer te zwoegen om de toch 1400 kilo zware A6 van z'n plek te krijgen, en de motor is soepeler dan je op grond van 195 Nm bij 3300 tpm - niet weinig, maar ook geen overdaad - zou denken. Gewoon een prima basismotorisering, waar geen mens zich werkelijk mee tekortgedaan zal voelen. Behalve misschien als diezelfde mens ooit de 3.0 V6 gereden heeft. Deze motor lijkt zo'n beetje geschapen voor de A6. Hij is ongelooflijk smooth en maakt een zalig zoemend zoefgeluid als je 'm een keer de sporen geeft. Met een sprint naar 100 in 7,5 (de Multitronic-versie doet het zelfs in 7,4!) seconden en een top van 243 km/h hoef je zo goed als niemand voor je te dulden. En dat in een ongekend weldadige rust. Een topper.
Eindelijk!
Nog één dingetje: we hebben ons in zo goed als elke test waarin een Audi, VW of iets anders van het concern voorkwam, beklaagd over het idiote standaardformaat van de rechterbuitenspiegel. Voor wie niet weet wat we bedoelen: die is om redenen die ons nooit duidelijk zijn geworden stelselmatig ongeveer de helft zo groot als de linkerbuitenspiegel. Met andere woorden: een rottig klein pestspiegeltje waar je vrijwel niets aan hebt. Het goede nieuws: de nieuwe A6 is de eerste Audi die weer een normaal formaat rechterbuitenspiegel heeft en neem van ons aan dat mettertijd de rest zal volgen. Eindelijk! Vergissen is menselijk, maar echt groot is hij die z'n vergissing inziet en z'n fout herstelt: hulde voor Audi dus! En niet alleen daarvoor, maar voor de hele A6. Hij was al érg goed, en hij is er alleen maar beter op geworden. Eind juni kunt u dat zelf ook ervaren, want vanaf dan is hij te koop.