Audi A3 - Eerste rijtest

Het wordt alsmaar drukker in het C-segment. Niet alleen met SUV’s, ook de aloude hatchback blijft populair. En dat is heus niet alleen maar massawaar, je kunt als vanouds bij Audi terecht als je een deftige compacte auto wilt. Het merk uit Ingolstadt claimt zelfs de ‘uitvinder van de premium compacte auto’ te zijn, maar daar kun je natuurlijk over twisten. Een auto als de eerste Lancia Delta bijvoorbeeld speelde immers al een vergelijkbare rol.

Hoe het ook zij, sinds de introductie van de eerste A3 in 1996 voegt Audi een snufje raffinement en rij dynamiek toe aan het vertrouwde Golf-concept. Bij generatie vier is het van hetzelfde laken een pak. Maar dat is nog best een lastige klus. Want de concurrenten uit Stuttgart en München zijn ook niet te versmaden en zelfs merken als Hyundai en Kia leveren vandaag de dag auto’s die weinig te wensen over laten. Daarbij komt dat de A3 gebruik diende te maken van de MQB-techniek die ook door de nieuwe Golf, de Seat Leon en de Skoda Octavia wordt gebruikt.

De Audi-technici en –ontwerpers gingen de uitdaging echter aan en hebben ervoor gezorgd dat de A3 in ieder geval een verleidelijk lijnenspel heeft. De inhoud is bij alle genoemde modellen hetzelfde, dus moeten het imago en de verpakking het verschil maken. Zodoende veranderde er maar weinig aan de afmetingen, de A3 werd in de lengte en de breedte drie centimeter groter. Op designvlak veranderde er des te meer. De voorzijde en de achterzijde werden veel markanter van vorm en de verlichting is ook een belangrijke speerpunt geweest. De A3 is bijvoorbeeld voor het eerst voorzien van digitaal aangestuurde dagrijverlichting en elke uitrustingsvariant krijgt een eigen indeling van de lichtunits mee. Het fraaiste gedeelte van de Sportback is de flank. Zo staat de C-stijl onder een steilere hoek. Weliswaar is er bij de generatiewisseling niets veranderd wat betreft het ruimteaanbod, noch qua bagageruimte en evenmin op het gebied van hoofdruimte, maar daar tegenover staat dat de A3 uiterlijk eindelijk weer een beetje opvalt.

DYNAMIEK

Maar hij kan er nog zo dynamisch uitzien, de rijeigenschappen moeten daar natuurlijk wel op aansluiten. In eerste instantie krijgt de A3 een 116 of 150 pk tweeliter TDImotor in het vooronder, of een 1.5 TFSI, die eveneens goed is voor 150 pk. Welke krachtbron je ook kiest van dit drietal, de A3 maakt altijd een enthousiaste en levendige indruk. Als je voor het adaptieve onderstel kiest, heeft de Audi twee gezichten. In de Comfort-modus glijdt hij soepel over de weg, je hebt zelfs nauwelijks meer het gevoel met een compacte middenklasser op pad te zijn. In de Dynamic-modus smeekt hij je daarentegen bijna om het gaspedaal dieper in te trappen, dan biedt hij een dynamiek die je zelden aantreft in dit segment.

Natuurlijk breidt Ingolstadt het motorenaanbod in de loop van de tijd uit. Audi gaat bij de benzineen de dieselmotoren een vermogensspanne van circa 100 tot 200 pk aanbieden. Verder keren de S3 en de RS3 terug, die vermoedelijk vermogens krijgen van respectievelijk 300 en 400 pk. Ook de plug-in hybride-techniek verschijnt in het A3-gamma. Die modellen krijgen een elektrische actieradius van circa 60 kilometer.

Verrassend is het allemaal niet, je hoeft slechts het motorenaanbod bij de Golf, Leon en Octavia onder de loep te nemen om te weten wat er gaat komen. Dat geldt overigens ook voor de assistentiesystemen, die onder meer connectiviteit bieden met andere modellen van het concern die zich in de buurt van je auto bevinden. Ook in de Audi kijken we tegen een digitaal instrumentarium aan, dat tot de standaarduitrusting behoort. En dan is er nog het 10-inch touchscreen met tal van online-functies. Maar waar Audi op het gebied van motoren en assistentiesystemen dankbaar gebruik heeft gemaakt van de MQB-techniek en ook op het vlak van digitalisering zijn concernbroeders volgt, heeft het merk qua bedieningsstrategie een beetje op de rem getrapt. Het wisselen van de rijmodus of het instellen van de temperatuur gaat met een ‘ouderwetse’ draaiknop, die je op de tast kunt vinden. Geen ingewikkelde touch-schuiven, deze keer. De draaiknop voor het instellen van het volume van het audiosysteem is wat laag geplaatst, maar dat went snel.

Net als voorheen is de A3 weer het chique en sportieve broertje van de Golf. Ook over de uitrusting valt er weinig te klagen en je ziet aan sommige details dat Audi zijn eigen weg heeft bewandeld. Daar hangt echter een prijskaartje aan, want voor de A3 Sportback met 1.5 TSI-motor betaal je € 36.820. De goedkoopste Audi A3 kost  € 34.300, daarvoor krijg je een driecilinder Audi A3 30 TFSI. Veel geld, maar er staat wel weer een auto die de strijd met de Mercedes-Benz A-klasse en de BMW 1-serie absoluut aan kan gaan.