Audi A3 - BMW 1-serie - Mercedes-Benz A-klasse - Vergelijkende Test

Met de derde generatie van de A-klasse is Mercedes-Benz in 2012 een nieuwe richting ingeslagen. Na twee hoge, MPV-achtige modellen stond er plotseling een vlot gelijnde hatchback. Het was een compacte middenklasser waarmee Mercedes een jonger publiek wist aan te spreken. De eerste twee generaties waren voor menigeen nog een beetje lastig te plaatsen, maar de derde A-klasse vormde een regelrechte concurrent voor auto's als de BMW 1-serie en de Audi A3. Die lijn wordt nu bij de compleet nieuwe vierde editie voortgezet. Net als zijn voorganger is de A-klasse een C-segment hatchback, daaraan is niets veranderd. Wel heeft Mercedes-Benz de auto iets volwassener gemaakt. Dat geldt niet alleen voor zijn afmetingen (die waren bij generatie 3 wat aan de krappe kant), maar net zo goed voor wat de auto dankzij de elektronica allemaal kan. Tot voor kort had Mercedes namelijk de gewoonte om nieuwe technologie te laten debuteren in de modellen aan de bovenkant van het gamma, om die later pas in de goedkopere en compactere modellen toe te passen. Dat principe lijkt nu echter overboord gezet; de concurrentie zit namelijk niet stil. Zodoende beschikt de A-klasse — al dan niet optioneel —over systemen die we nog niet eerder zagen. Van een trendvolger maken ze er veel meer een trendsetter van. De eerste kilometers die we eerder al met de nieuwe A maakten, waren veelbelovend.

Met de BMW 120i en de Audi A3 1.5 TFSI kijken we of de A200 ook in een directe confron- tatie overeind weet te blijven. Eerlijk is eerlijk, de Audi en de BMW gaan alweer een tijdje mee, maar beide auto's zijn wel up-to-date en beschikken over nog jonge motorontwerpen. Sinds 2016 heeft de 120i BMW's nieuwe viercilinder (uit de modu- laire motorenfamilie) onder de kap en de verse 1.5 TFSI wordt pas sinds vorig jaar in de A3 geleverd.

INHAALSLAG

De vorige A-klasse kreeg veel kritiek vanwege het krappe interieur. Kritiek die Mercedes ter harte heeft genomen: het nieuwe model is in alle richtingen ruimer, zowel voor- als achterin, en ook het volume van de achterbak is toegenomen. Met een inhoud van 370 liter zit de laadruimte nu keurig tussen die van de 1-serie (360 liter) en die van A3 (380 liter) in. De wielbasis van de A-klasse is drie centimeter gegroeid en daarmee is er vooral voor de achterpassagiers beenruimte bijgekomen. Voorin was het al in orde. Op ellebooghoogte is de breedte met 3,5 centimeter toegenomen. Dat maakt het leven in de auto net even wat aangenamer. Voor de bestuurder en de bijrijder doen de Audi en de BMW qua ruimte niet onder voor de Mercedes, achterin zijn ze alle drie wat compacter en vallen verschillen eerder op. Op een langere rit houden we het langer uit op de achterbank van de BMW dan op die van de Audi, maar liever zitten we in de A-klasse. Hier hebben ze in Stuttgart duidelijk een inhaalslag gemaakt.

Waar de auto’s onder de motorkap helemaal bij de tijd zijn, valt bij het instappen direct op dat de tand des tijds op andere vlakken wel vat heeft gekregen op de Audi en de BMW. Zowel in de A3 als in de 1-serie is er net als bij de Mercedes weinig aan te merken op de materiaalkeuze en het hoge afwerkingsniveau, alleen qua indeling en uitstraling valt op dat de nieuwe A duidelijk een stap naar voren is. Een eyecatcher in de A-klasse is het grote glazen scherm dat fungeert als instrumentarium en multimedia-display, helemaal van deze tijd. Het draagt bij aan de ruimtelijke beleving voor in de auto en pakt in de praktijk uit als een prettige innovatie.

Bij de auto in deze test gaan achter de grote glazen plaat twee 10,25-inch-displays schuil, standaard wordt de auto geleverd met 7-inch-schermen. Opmerkelijk is dat we geen last hebben van hinderlijke reflecties of weerkaatsingen, hoewel een overkapping ontbreekt. De twee delen van het grote scherm zijn helemaal naar eigen inzicht en smaak in te delen, maar waar het uiteindelijk om draait, is dat je de informatie helder en overzichtelijk tot je kunt nemen en dat lukt prima. Op de bediening valt weinig aan te merken, het rechterdeel van het display werkt nu ook als touchscreen. Dat is een hele stap voor Mercedes, maar daarmee is ook de prettige centrale draaiknop op de middentunnel komen te vervallen. Op de tunnel zit nu alleen nog een touchpad, die op zichzelf prima werkt maar net als een aanraakscherm de handicap heeft dat het lastig is om je hand te fixeren zonder dat het je aandacht te veel van de weg afhoudt. O, en net als de C-, E- en S-klasse heeft de A-klasse ook twee ‘bedieningspanelen’ op het stuur, links voor het instrumentarium en rechts voor alles wat je via het multimediascherm wilt regelen. Dat werkt al iets beter.

Qua bediening prefereren we de grote draaiknoppen in de Audi en de BMW, waarbij moet worden opgemerkt dat het multimediasysteem in die laatste nog altijd de prettigste menustructuur heeft en het snelst reageert. Het BMW-instrumentarium bestaat uit twee grote wijzerplaten met een fysieke naald en dat laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Bij Audi is dat ook de standaard, de blauwe A3 op deze pagina’s is echter voorzien van een optioneel display op de plek van de tellers dat je net als bij de Mercedes naar eigen inzicht kunt inrichten. Leuk, al kunnen we ook prima uit de voeten met de basisopzet. Voorlopig is de nieuwe A-klasse alleen leverbaar met een 116 pk 1,5-liter dieselmotor (de A180 d) en twee benzinemotoren: een bij 224 pk piekende 2,0-liter (de A 250) en een 1,3-liter met 163 pk (A200) en dat is de motor zoals we hem in deze test hebben. Later wordt het gamma zowel naar boven (inclusief AMG-versies) als naar beneden verder uitgebreid.

SAMEN MET RENAULT

De viercilinder met 163 pk komt voort uit Mercedes’ samenwerking met Renault en kennen we sinds kort ook uit bijvoorbeeld de Mégane en de Scénic, waarin we het een aanwinst vinden. In de A-klasse is dat niet anders. De motor reageert lekker pittig en is er duidelijk één van het soepeler soort. Op hinderlijke trillingen hebben we hem niet kunnen betrappen, hoogstens dat de motor – wanneer we het gaspedaal dieper intrappen – af en toe klinkt alsof het een diesel is. Standaard krijgt de A200 een handgeschakelde zesbak mee, wij rijden hem hier met een zeventraps DCT. Motor en bak zijn heel mooi op elkaar ingespeeld. De schakelmomenten worden goed gekozen en het schakelen zelf gaat bijna ongemerkt.

De motoren die in de A3 en de 1-serie qua prestaties het dichtst in de buurt komen van die in de A200, zijn de 1.5 TFSI met 150 pk en aan de andere kant de 2,0-liter BMWmotor met 184 pk. Het lijkt wellicht appels met peren vergelijken, maar dichterbij komen is qua prestaties niet mogelijk doordat de fabrikanten elk hun eigen invulling geven aan hun motorenpalet. De Audi-motor is gekoppeld aan een zeventraps DSG en de BMW-motor werkt samen met de conventionele achttrapsautomaat. De 1.5 TFSI is van het meer veerkrachtige soort, zijn iets lagere vermogen weet hij met trekkracht over een breed toerenspectrum keurig te compenseren. De DSG-transmissie toont zich een brave, ietwat luie automaat. Storend is de trage reactie van het start-stopsysteem bij het wegrijden dat bij een overcompensatie met het gaspedaal kan leiden tot een bruusk optrekken, bij versies met een handbak is het start-stopsysteem beter bij de les. Desalniettemin weet de Audi wel het zuinigst met de brandstof om te springen. Bij BMW vormen de motor en de versnellingsbak een veel mooiere combinatie. De veerkrachtige 2,0-liter klimt zonder morren in de toeren en toont altijd meer dan genoeg souplesse. De achttrapsautomaat loopt hier keurig mee in de pas, weet precies wat er van hem wordt verwacht. Op dit hoge niveau zijn de verschillen klein, maar ere wie ere toekomt; de bak in de Mercedes doet het nog net even fijner dan die in de BMW.

COMFORT EN/OF DYNAMIEK

Onze eerste kennismaking met de A was in een versie met een multi-link-achteras, de auto in deze test is voorzien van een iets simpeler torsie-as. Daar is niets mis mee; het resulteert nog altijd in een onderstel dat de motorprestaties prima kan bijbenen. De afstemming van veren en dempers is aangenaam soepel en comfortabel, zonder dat het te week wordt — prima in balans. Koersvast rijd je met de Mercedes op je doel af. De besturing werkt mooi precies, maar komt ten opzichte van de andere twee auto’s iets afstandelijker over. De Audi laat een iets lichtvoetiger indruk achter, al komt het onderstel net niet zo mooi uitgewogen over als dat van de Mercedes. De verschillen zijn klein, maar het lijkt iets meer een gekunsteld compromis tussen comfort en dynamiek.

Bij BMW treffen we zeker geen compromis. De keuze tussen comfort en dynamiek maak je zelf met een druk op de knop, de blauwe 120i is namelijk voorzien van een € 1.175 kostend adaptief onderstel met elektronisch geregelde schokdempers. Ongeacht of je de BMW in de Sport- of Comfort-stand rijdt, voelt de wielophanging nog meer dan bij de andere twee auto’s als een mooi stabiel en uitgebalanceerd geheel. En ja, ook in de comfortabele modus (die het meest in de pas loopt met de standaard onderstellen van Mercedes en Audi) ligt de 1 lekker stevig op de weg en laat hij een meer dynamische indruk achter dan de andere twee. Overigens zonder dat het ook maar één moment ongerieflijk wordt. De besturing van de 120i is een mooie combinatie van precisie en gevoel en het scheelt net even dat kleine beetje dat de voorwielen geen aandrijfkrachten hoeven te verwerken.

AUGMENTED REALITY

De nieuwe A-klasse is er alleen als vijfdeurs hatchback, Audi levert de A3 alleen nog maar als vijfdeurs Sportback, terwijl je bij BMW nog wel de keuze hebt tussen een drie- of vijfdeurs koetswerk. Met de in deze test gereden aandrijflijn en carrosserievariant kent de 120i een basisprijs van € 38.479, neem je de A3 1.5 TFSI mee vanaf € 33.695 en begint voor de A200 de prijslijst bij € 37.089. Mercedes levert de A-klasse dan in nette basisuitrusting met onder meer automatische airconditioning, regen- en lichtsensoren, een uitgebreid multimediasysteem en een achteruitrijcamera. O, en niet te vergeten een drietal usb-aansluitingen. Let op: het gaat hier om usb-c. Dat zijn kleinere aansluitingen dan de vertrouwde rechthoekige, waarvoor je nu een adapter nodig hebt. Voor de nieuwe A heeft Mercedes-Benz een indrukwekkende optielijst samengesteld, waarmee je de auto helemaal naar eigen inzicht kunt aankleden.

Naast een dynamisch onderstel en een indrukwekkend rijassistentiepakket is er ook een navigatiessysteem leverbaar met augmented reality. Dat laatste betekent dat op het navigatiescherm live is te zien wat er voor de auto gebeurt met daarin ingetekend de benodigde virtuele pijlen en verkeersborden die je de weg wijzen. Dit werkt subliem, echt briljant. Wanneer we het uitrustingsstaatje van de A-klasse vergelijken met dat van de A3 en de 1-serie zien we dat de fabrikanten elkaar goed in de gaten houden en elkaar qua standaarduitrusting weinig toegeven.

Toch zijn er ook verschillen. Zo moet er voor een achteruitrijcamera zowel bij Audi als bij BMW worden bijbetaald. De aanwezigheid van een batterij airbags rondom en elektronische stabiliteitssystemen is anno 2018 een vanzelfsprekendheid. Verder beschikt de A-klasse standaard over een actieve remassistent en een actieve rijbaanassistent. Dat is mooi, alleen is het jammer dat die laatste niet via de stuurinrichting werkt, maar door middel van een eenzijdige remingreep, wat soms best irritant is. Een optie zonder meerprijs is het PreSafe-systeem dat bij een dreigende botsing voorzorgsmaatregelen neemt om de gevolgen zo veel mogelijk te beperken. Daarbij klinkt via de het audiosysteem een geluid dat een reactie in je oren veroorzaakt die je gehoor beschermt tegen het lawaai van de crash. Je moet er maar op komen! Audi en BMW gaan met hun veiligheidsopties iets minder ver dan Mercedes, maar tegen bijbetaling kun je de A3 en de 1-serie bestellen met zaken als rijbaanassistentie en systemen die ingrijpen bij naderend onheil.