Test: Alfa Romeo MiTo (2008)

8C voor het volk

Video
AutoWeek 27
AutoWeek 27

Je leest het in AutoWeek 27

De verwachtingen van de Alfa Romeo MiTo zijn hoog gespannen. Terecht? Dat vertellen we u in ons video-rijverslag.

Het was een zwaar moment toen ik vorig jaar na een dagje op het testcircuit van Balocco de sleutel van de Alfa Romeo 8C Competizione voor de laatste keer omdraaide, het portier opende en mijn lichaam uit de goddelijk mooie koets wurmde. Want de kans dat ik in heel mijn aardse bestaan ooit weer in deze auto zou rijden, was minimaal. Onbetaalbaar voor een broodschrijvertje en als ik ooit een fortuin erf, dan nog zijn ze allemaal reeds lang uitverkocht. De 8C is een droom en zal dat voor 6,6 miljard aardbewoners (minus vijfhonderd) altijd blijven. Maar gelukkig is de Competizione niet alleen een meesterwerkje geweest om te laten zien waartoe Alfa Romeo in staat is, de auto is ook bedoeld om stijlelementen te introduceren die in de toekomst ook op gewone Alfa's gaan worden toegepast.

Puntneus en oogschaduw

En die toekomst is nu begonnen, uitgerekend met de Mito, die je oneerbiedig de nieuwe 'baby-Alfa' zou kunnen noemen. En dat 'overnemen van stijlelementen', dat is ook een beetje voorzichtig uitgedrukt, want Alfa heeft letterlijk de tekeningen van de 8C ter hand genomen en de koets 'teruggetekend' naar een compacte hatchback. Dat zie je aan de schitterende puntneus met de klassieke, schildvormige grille en aan de druppelvormige koplampen. Dat blijkt verder uit de hoge taillelijn en de naar achteren smal toelopende raampartij, en uit die eenvoudige, maar o zo mooie, perfect ronde, concentrische achterlichten met LED-techniek. De vormgeving van die achterlichten wordt nog eens geaccentueerd door omlijstingen die naar de smaak van de koper kunnen worden uitgevoerd in verschillende materialen en kleuren, als ware het oogschaduw. Mocht u niet overtuigd zijn door de foto's, in het echt is de MiTo mooier dan de beste fotograaf hem kan vastleggen, vooral in het '8C-rood' dat wij reden.

Ook aan de binnenkant is de MiTo een lust voor het oog. Mooie, ronde klokken waarvan de tunnels helaas wat minder diep zijn dan we van Alfa's gewend zijn. De bovenkant van het dashboard is bekleed met een zacht materiaal dat een lichte koolstofvezel-structuur vertoont, en dat naar keuze in rood, blauw of zwart kan worden uitgevoerd. Het stuurwiel is lekker racy en ligt goed in de hand. Je kunt het bovendien lekker ver naar je toe trekken, met als enig nadeel dat daarbij een lap kunstleer boven op de stuurkolom vrijkomt die op een op de kermis gewonnen portemonneetje niet zou misstaan. Gelukkig heeft Alfa Romeo bij deze auto veel aandacht besteed aan de positionering van de stoelen. Op hun laagste stand scheer je bijna met je volle maan over het asfalt; zó hoort het in een auto met zulke sportieve ambities! Een te verwachten nadeel van de gedrongen raampartij is het slechte zicht naar achteren. En toch, hoewel de kleine zijruitjes achter meer weg hebben van een peepshow, de ruimte op de achterbank is beter dan je door het gedrongen uiterlijk verwacht. Zelfs de hoofdruimte valt niet tegen, mits je bereid bent je kruin enigszins naar het midden te verplaatsen.

Geen schone schijn

Sportieve ambities, ja. Dat horen we wel vaker, om vervolgens in een mak boodschappenautootje te rijden, waarvan de spoilers en sideskirts de bescheiden komaf niet kunnen verbloemen. Maar bij de Mito is het geen wollige marketingpraat of uiterlijke schijn. Oké, het is een vurige beauty, maar dat is maar het begin. Want hoewel de Mito op dezelfde bodemplaat staat als de Fiat Grande Punto, is de techniek op tal van punten aangescherpt om het uiterlijk vertoon ook in de rijdende praktijk te brengen. We gaan die punten opsommen, dus we hopen dat u even hebt.

Zo is om te beginnen de spoorbreedte vergroot, op de vooras naar 1.483 mm en achter naar 1.475 mm. Dat vermindert de neiging tot rollen over de lengteas, iets wat nog eens verder wordt aangepakt door speciale schokdempers. Die zijn voorzien van interne hulpveren. Bij normaal sturen houden die zich afzijdig, zodat in die situatie het comfort niet in het gedrang komt. Maar ga je stevige bochten pakken, dan ondersteunen die veren de schokdemper bij het uitveren, waardoor de auto stabieler wordt. Verder is de Mito voorzien van Q2, wat we eerder leerden kennen in de 147. Dit is een soort elektronisch gestuurd differentieel, dat in de bocht het binnenste wiel (dat met de minste grip) afremt en extra kracht doorstuurt naar het buitenste, dat op zulke momenten het meest in de melk te brokkelen heeft. Hierdoor wordt onderstuur tegengegaan en blijft de auto beter in koers. DTS staat voor Dynamic Steering Torque en dat zal onder extreme omstandigheden de bestuurder helpen zijn auto beter in koers te houden, door de mate van bekrachtiging te variëren, ten gunste van de juiste beweging.

DNA

Een primeur op de Mito is DNA, en dat staan nu eens niet voor deoxyribonucleic acid (dat wist u natuurlijk als trouw CSI-kijker) maar voor de drie standen die dit managementprogramma kent. D staat voor dynamic, N voor normal en A voor all weather. De eerste is de sportstand, de tweede voor het huis-tuin-en-keuken-gebruik en de derde is voor gladde weersomstandigheden. Het zou dus eigenlijk geen all weather maar bad weather moeten heten, maar waarschijnlijk vonden ze DNB niet zo lekker bekken. Het systeem beïnvloedt het stabiliteitsprogramma, het DST, de gasrespons, het elektronisch differentieel en het motormanagement. Bij de turbomotoren wordt ook de laaddruk gemanipuleerd, waardoor je in de sportstand een overboost krijgt. En laten we niet voorbijgaan aan de bediening van DNA, die gebeurt via een prachtig gestileerde aluminium tuimelschakelaar net voor de pook. En het leuke is dat al die speciale voorzieningen standaard zijn op alle uitvoeringen en motoriseringen van de Mito.

Wie maximaal van de Mito wil genieten, heeft de schakelaar steeds in D staan. Want anders is de besturing net iets te licht en ongevoelig. Maar in de sportstand is er een stuk meer communicatie met het wegdek. Je zit laag, het stuur dicht naar je toe en in combinatie met de soepele, 155 pk sterke turbomotor en de strakke zesbak is het een fijne cocktail voor heel veel rijplezier. De motor pakt al vroeg op, maar toch wil je hem op toeren houden. Niet alleen omdat hij daar toch nog een stuk levendiger is, maar ook omdat hij zo mooi klinkt. Het typische Alfa-geluid is met zorg gecultiveerd en als je plotseling van het gas af gaat, krijg je zo'n prachtige plof om je oren.

B-label

Naast deze 155 pk sterke motor is er ook een ongeblazen versie met 78 pk. Nu zult u zich afvragen wat we in zo'n sportieve auto met zo'n licht motortje moeten, maar in Italië kun je daarmee flink korting op je verzekeringspremie krijgen, waarmee Alfa vooral beginnende bestuurders wil aanspreken. Nederland gaat hem ook voeren, want bij ons zit het aantrekkelijke hem in het feit dat de Mito met deze motor een B-label verdient. We hebben de Mito niet met deze motor kunnen rijden, maar dat deden we wel met de 120 pk leverende diesel, die ook bij de introductie naar ons land komt. Het fijne aan die motor is dat hij opvallend stil is, zodat het Alfa-gevoel niet te zeer vernacheld wordt door een dieseldreun. Deze drie motoren zijn vanaf de marktintroductie in ons land, rond 1 september, in de Mito verkrijgbaar. Vanaf begin januari wordt het gamma uitgebreid met een 120 pk sterke 1,4-liter benzinemotor en een 1,3-literdiesel met 90 pk. In de loop van volgend jaar komt de klap op de vuurpijl, de GTA. Die auto belooft met 230 pk de meeste hot hatches tot halfom te vermalen, mede dankzij de combinatie met Q2, een nieuwe techniek voor variabele kleptiming, 'Multiair' genaamd, en een automatische transmissie met dubbele koppeling, DDCT, die je nog het best kunt vergelijken met Volkswagens DSG. Alfa-topman Luca de Meo belooft tussensprints die vergelijkbaar zijn met die van de 8C.

De MiTo komt er in vier uitvoeringsniveaus. De eenvoudigste heet 'Mito' zonder meer en is alleen te combineren met de 78 pk-motor. Daarna komt de Progression, gevolgd door de Distinctive en ten slotte de Sport. De Nederlandse prijzen zijn bij het ter perse gaan van dit nummer nog onderwerp van onderhandeling tussen de importeur en de fabriek, maar Alfa Romeo Nederland heeft ons wel toegezegd alles op alles te zetten de instapper rond de 19 mille uit te laten komen.

Mythe

Alfa Romeo legt de naam 'Mito' op twee manieren uit: het staat allereerst voor Milano en Torino, de steden waar de auto werd ontwikkeld respectievelijk wordt gebouwd. Bovendien is mito Italiaans voor mythe. Maar je zou het wat ons betreft net zo goed kunnen terugvoeren naar het Engelse me too, wat je vanuit je Mito triomfantelijk kunt roepen, die doodenkele keer dat je een gelukkige in zijn 8C tegenkomt. Of wat menig niet-Mito-bezitter zal roepen als hij een eigenaar van Alfa's nieuwe kleintje straks voorbij ziet rijden. Want een nekkendraaier van jewelste is het, zo ondervonden wij op die warme zomerdag in Monza.

Alfa Romeo MiTo
Alfa Romeo MitoAlfa Romeo MitoAlfa Romeo MitoAlfa Romeo MitoAlfa Romeo MitoAlfa Romeo MitoAlfa Romeo MitoAlfa Romeo MitoAlfa Romeo MitoAlfa Romeo Mito