Volkswagen-merken kruipen nog dichter naar elkaar toe

De Volkswagen Group heeft in de loop der jaren al heel wat verschillende modellen met sterke onderlinge overeenkomsten op de markt gebracht. Denk aan de Volkswagen Polo en Seat Ibiza, de Skoda Superb en Volkswagen Passat, maar natuurlijk al helemaal de Up/Citigo/Mii-drieling. Op de modulaire MQB-basis is een hechte familie ontstaan, waarbij het onderlinge verwantschap zich soms wel heel duidelijk uit. Toch is er nog wat te veel onderscheid, vindt de CEO van het merk Volkswagen, Thomas Schäfer.

Schäfer laat aan persbureau Bloomberg weten dat de merken meer naar elkaar toe moeten bewegen. Op technisch gebied, althans. "In het verleden verspilden we te veel tijd door de pijlen op elkaar te richten. De concurrentie is echter buiten het bedrijf en niet erbinnen." Meer 'synergie' in de groep moet de efficiëntie verhogen. De topman denkt dat een efficiëntiewinst van 20 procent mogelijk is.

Dat wil VW onder meer voor elkaar krijgen door nog meer techniek uit te wisselen tussen de merken dan nu al het geval is. Mogelijk gaan ook uitrustingsniveaus en optiepakketten meer parallel lopen, wat de productie kan vereenvoudigen. Volkswagen wil namelijk de productie van sterk aan elkaar verwante modellen zoveel mogelijk onder één dak samenbrengen. Dat gaat bijvoorbeeld al gebeuren bij de volgende Volkswagen Passat en Skoda Superb, die zij-aan-zij van de band gaan rollen in Slowakije.

Wordt een Skoda dus nog meer dan nu het geval is een Volkswagen met een iets nuchterder jasje? En een Seat een Volkswagen met wat meer glimmertjes? Het lijkt er wel op. Toch benadrukt Schäfer dat er wel degelijk duidelijk onderscheid blijft. De designafdelingen van de verschillende merken krijgen meer de vrije hand om hun eigen sausje erover te gieten. Dat gebeurt nu ook al, maar zal in de toekomst nog belangrijker worden om kannibalisme binnen de Volkswagen Group te voorkomen.