'Tot 40 procent minder Europese autoproductie door energiecrisis'
Door tekorten en tarieven
De energiecrisis zou de Europese autoproductie de komende tijd tot wel 40 procent kunnen beperken, meldt S&P Global Mobility in een rapport genaamd 'Winter is Coming'. Zowel energietekorten als te hoge energieprijzen kunnen leiden tot tijdelijke productiestops.
Marktonderzoeker S&P Global Mobility voorspelt dat vooral de Europese auto-industrie zwaar te lijden krijgt onder de energiecrisis. Waar S&P voor de komende tijd eerder een Europese productie van 4 tot 4,5 miljoen auto's per kwartaal verwachtte, voorspelt S&P al vanaf dit kwartaal (Q4-2022) een sterke reductie. Die werd eerder al ingezet door de coronabeperkingen en chiptekorten, en neemt nu verder toe door de energiecrisis.
Volgens het bureau zou de Europese productie kunnen teruglopen tot tussen de 2,75 en 3 miljoen auto's per kwartaal. Bovendien zou die reductie zomaar heel 2023 kunnen aanhouden, aldus S&P. Waar eerder de energiekosten per geproduceerde auto rond de €50 lagen, nam dat bedrag de afgelopen tijd toe tot tussen de €687 en €773 per auto. Hierdoor kan het zijn dat autofabrikanten hun productie stilleggen, omdat het produceren van auto's simpelweg niet meer rendabel is. Vooral bij kleinere fabrieken zou dat volgens S&P kunnen gebeuren. Naast de hoge energieprijzen, spelen ook mogelijke energietekorten een rol in de voorspelling - vooral als de winter streng wordt.
Hoewel de productiekosten in Europa harder stijgen dan elders op de wereld, onder meer vanwege de eerdere afhankelijkheid van Russisch gas, zullen de gevolgen overal voelbaar zijn. Veel onderdelen die ook in fabrieken op andere continenten worden gebruikt, worden namelijk geproduceerd in Europa. De fabrieken die die onderdelen produceren, hebben natuurlijk evengoed last van de energiecrisis. Wereldwijd zullen de lange levertijden voor nieuwe auto's voorlopig dan ook nog niet afnemen, is de verwachting.