RAI Vereniging: 'Coronacrisis verandert mobiliteit blijvend'
Meer thuiswerken, maar ook verschuiving van OV naar auto
Wie sinds de invoering van de 'intelligente lockdown' aan het verkeer heeft deelgenomen, heeft ongetwijfeld gemerkt dat het op de weg een stuk rustiger is. In welke mate dat ook na de coronacrisis het geval gaat zijn, is onduidelijk. RAI Vereniging heeft onderzoek laten doen naar de gevolgen van de coronamisère op mobiliteit.
Uit een in opdracht van RAI Vereniging uitgevoerd onderzoek door Maurice de Hond, blijkt dat een een deel van de Nederlandse bevolking niet alleen nu, maar ook in de toekomst vaker gaat thuis werken. Uit hetzelfde onderzoek trekt RAI Vereniging ook de conclusie dat er een groeiende behoefte ontstaat aan meer individueel vervoer zoals de auto en de fiets.
Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat 56 procent van de respondenten sinds de coronacrisis thuis werkt. Dat percentage lag voor de in werking treding van de lockdownmaatregelen op 6 procent. 38 procent van de respondenten geeft aan dat er voor hen niets is veranderd. Daarnaast geeft 26 procent van de respondenten aan ook in de toekomst vaker thuis te werken. Omdat een deel van deze respondenten normaliter met de auto naar het werk gaat, gaat dat in beginsel een positieve uitwerking hebben op onder meer de filedruk. Uit het onderzoek blijkt dat als de groep die aangeeft vaker thuis te willen blijven werken dat in de toekomst twee dagen per week doet, er 10 procent minder verkeer op de Nederlandse wegen is. RAI Vereniging concludeert dat dit in het gunstigste geval een besparing van ruim 0,4 megaton CO2 per jaar kan opleveren (0,4 miljoen ton).
Niet alleen voorziet het onderzoek een verschuiving naar waar we ons werk uitvoeren, ook hoe we naar ons werk gaan kan veranderen. Zo geeft 20 procent van de huidige OV-gebruikers aan bij verdere versoepeling van de lockdownmaatregelen geen gebruik meer te willen maken van het OV. 68 procent van deze groep verkiest de auto als nieuw vervoersmiddel, terwijl 18 procent de fiets als vervangend vervoer kiest. 1 procent kiest in de nabije toekomst voor de motorfiets. 28 procent van de respondenten geeft aan nog niet te weten of ze meer of minder van het openbaar vervoer gebruik gaan maken. De grootste groep OV-forenzen (52 procent) geeft aan het OV in dezelfde mate te blijven gebruiken. Steven van Eijck, voorzitter van de RAI Vereniging, vindt de verschuiving naar de auto echter onwenselijk. “We moeten voorkomen dat OV-reizigers straks massaal de auto instappen en wij alsnog met zijn allen in de file staan.”
Van Eick roept derhalve op tot het stimuleren van mogelijkheden om thuis te werken en is van mening dat OV-partijen de ruimte moeten krijgen om zoveel mogelijk forenzen veilig en comfortabel van A naar B te kunnen brengen. Daarnaast benadrukt Van Eick het standpunt van RAI Vereniging met betrekking tot het zogenoemde 'rekeningrijden'. De belangenorganisatie pleit voor een systeem waarbij betaald wordt naar gebruik en niet naar bezit. Ook moet er volgens de belangenorganisatie geïnvesteerd worden in de knelpunten van de infrastructuur en moet er extra aandacht komen voor mensen die per fiets, scooter of motorfiets reizen.