Ook 40 jaar geleden was er al een BMW 5-serie met 'e': de 525e

Er voltrok zich begin jaren 80 een omslag: auto’s moesten zuiniger omspringen met benzine. Daarnaast begon de zuinige diesel aan een opmars. Die laatste had BMW in 1983 voor het eerst, in de vorm van de 524td, maar die turbodiesel was niet genoeg om de 5-serie aantrekkelijk te houden voor de zakelijke markt. Want veel automobilisten waren nog lang niet toe aan een knorrige diesel, hoe fijn en snel de 524td ook was voor een zelfontbrander. Naast de diesel kwam BMW daarom met een zuinig afgestelde benzinevariant van de 5-serie. München bedacht de 525e, waarbij de e voor eta stond, de letter uit het Griekse alfabet.

Langere slag zodat het een 2,7 liter werd

De M20 zes-in-lijn benzinemotor van de 525i kreeg een kortere boring en een langere slag, en een andere krukas. Met 129 pk had de 2,7 liter maar iets meer pk dan een 520i met 2.0 zes-in-lijn. De 525e hoefde echter veel minder hard te werken dan zijn kleinere zescilinder broer, al bij 4.250 toeren leverde hij zijn maximale vermogen. Vooral indrukwekkend voor die tijd was het koppel van 240 Nm bij 3.250 toeren. Daarmee had je als 525e-rijder net zo veel trekkracht tot je beschikking als een 528i-bestuurder, die zijn Fünfer daarvoor dan wel 1.000 toeren moest doorhalen. Een feest uiteraard met zo’n huilende zescilinder in de 528i, maar de 525e was in alles zijn tegenhanger.

Schakellui rijden met de 525e

Schakellui rijden. Dat kon je met de BMW 525e. Lekker die fraai klinkende zes-in-lijn tot 1.500 toeren laten terugvallen en dan weer op het gas gaan staan. In de andere zescilinders moest je dat niet willen, die gaven in zo’n situatie niet thuis. De 2.7 van de ‘eta’ kon er prima mee overweg. Sterker nog, reed je hem zo, dan beloonde hij je met een significant lager verbruik. Dan haalde je misschien wel de 1 op 12,3 die de fabriek beloofde, terwijl de kleinste zescilinder de 520i niet verder dan 11,4 kilometer op een liter liet komen.

Net zoals de ‘e’ van nu ook om een andere rijstijl vraagt dan een normale 5-serie. Stekker je braaf en vertrek je met een vol accupakket, ga dan beheerst om met het gaspedaal. Dan blijft de viercilinder turbo van de 530e werkloos, een motor die met zijn sound niet op kan tegen de zoetgevooisde klanken die de 525e ondanks zijn efficiëntie ten gehore bracht. Gelukkig is er ook nog een 550e, die heeft wel een zescilinder.