Met deze Kattenrug plus ‘eitje’ is Frank de attractie van de camping
Volvo PV544 met SMV 10
Het wemelt momenteel van de caravans op de weg maar combinaties zoals die van Frank Meinders zie je maar zelden: achter zijn zestig jaar oude, origineel Nederlandse Volvo PV544 zit een bijna net zo oude caravan van het Zweedse SMV. Heerlijk nostalgisch, deze Kattenrug met aan de trekhaak een ‘eitje’. Hoe is Frank op dit idee gekomen?
Zo moet het midden jaren 60 zijn gegaan: de wat beter gesitueerde Zweden trekken er in de (zomer)vakanties op uit in hun betrouwbare en krachtige Volvo’s, die geen moeite hebben met de voor die tijd moderne huisjes op wielen van het eveneens Zweedse SMV. Ze ontdekken het schitterende binnenland of gaan juist op avontuur in het buitenland, om op de plek van aankomst uit te rusten op meegenomen klapstoeltjes en zo te genieten van de natuur en de koffie, knäckebröd en worstjes uit blik die op een formica tafeltje uitgestald staan. Bijna hetzelfde tafereel treffen we aan bij het klassiekertreffen in de zomer van 2022 in het Twentse Tilligte: de Kattenrug als noest trekpaard, met schuin daarachter opgesteld een kleine, eivormige caravan.
Deze Volvo P544 in november 60 jaar in Nederland
In de bocht zit Frank Meinders met zijn familie op klapstoeltjes rondom een tafeltje. In plaats van etenswaren staat er een klein radiootje op, waaruit te horen valt dat Max Verstappen zijn zoveelste Formule 1-overwinning heeft geboekt. Als we Frank later die week in zijn woonplaats Rossum opzoeken, zijn de romantische gedachten aan nostalgische zomervakanties ver weg: het regent pijpenstelen. Maar ook nu doet de stoere Zweed onverstoorbaar zijn werk: met de SMV aan de haak gaan we richting de Kroeseboom in Tubbergen, een woudreus die vele malen ouder is dan de auto en de caravan. Het regenachtige weer maakt de Volvo niets uit. Hij is het Hollandse klimaat gewend, want al sinds november 1963 rijdt hij hier rond. Frank kent zo’n beetje de complete historie van de JR-16-67. “De eerste eigenaar was een zekere heer Sjoers, die werkzaam was bij het ministerie van Oorlog. Na vier jaar en 60.000 kilometer ruilde hij de auto in. De Delftse KNO-arts Cool werd voor 2.000 gulden de nieuwe bezitter, pal nadat hij zijn doctoraal Medicijnen had behaald.” Deze arts ondernam met de Volvo diverse buitenlandse reizen. Zo bezocht hij in 1968 Joegoslavië en het toen erg onrustige Parijs. “Toen hij een coassistentschap Kindergeneeskunde aanging in een ziekenhuis in het Londense Kensington, ging de Volvo mee”, vertelt Frank. “Bij een kilometerstand van 90.000 maakte de Volvo plaats voor een Sunbeam Tiger. Daarna loopt het spoor bijna dood; vermoedelijk is de auto in Arnhem terechtgekomen. In 1996 is er een lpg-installatie ingebouwd, drie jaar later stond hij te koop bij een garage in Oldenzaal. Daar heb ik hem gekocht, voor 3.900 gulden.”
Bij aanschaf was de Volvo een geldige apk en hij was rijdbaar, maar daarmee was zo’n beetje alles gezegd. Hij remde amper, de verlichting weigerde dienst en mijn portier sloot niet. Frank: “Met een dik touw heb ik het zo goed en zo kwaad als het ging dichtgemaakt en zo ging het op huis aan.”
Kattenrug werd algauw dagelijks vervoer
Daar aangekomen vatte Frank het plan op om het plaatwerk onder handen te nemen, maar die klus bleek zo groot dat hij die moest uitbesteden aan een kennis die plaatwerker was geweest. “Diegene deed er drie jaar over. In de tussentijd bogen mijn vader en ik ons over de techniek. De Volvo is helemaal uit elkaar geweest en in 2005 kon hij de weg weer op.” Rijden met de Volvo deed vader Frans maar al te graag. De Triumph TR3A uit 1959, een andere klassieker in familiebezit, bleef steeds vaker op stal, ten faveure van de Zweed. “Het ging zelfs zo ver, dat hij de Volvo als dagelijks vervoermiddel ging gebruiken. Op een van zijn tochten deden lichtsignalen van een achterligger hem stoppen. Het bleek een oud-eigenaar te zijn die zijn auto na 35 jaar herkende!”
(Verhaal gaat verder na foto's)
Ook Frank wordt regelmatig aangesproken als hij met de Kattenrug op pad is en zeker als de SMV is aangekoppeld. Dat brengt ons bij het rijdende huisje. “Mijn ouders hadden altijd caravans of vouwwagens”, zegt Frank. “Bij hen is in 2007 het idee ontstaan om een bij de Volvo passende caravan te kopen. Aanvankelijk mocht dat gewoon een oude caravan zijn, totdat we een exemplaar tegenkwamen dat van het Zweedse merk SMV bleek te zijn. Via de Dutch SMV Friends vonden we ten slotte dit model 10. Hij was niet in topstaat, maar lekvrij. Het was ook een erg leuk model om te zien. We hebben hem gewoon over de weg naar huis gereden.”
Stukje historie
Een nieuw vader-en-zoon-project (want de Kattenrug werd ook gerestaureerd door Frank en zijn vader) diende zich op die manier aan. “We hebben een klein jaar over de restauratie gedaan. Ook nu deden we weer alles zelf, behalve het spuitwerk.” Toilet en douchecel waren nog aanwezig, de verwarming niet meer. “Dat hebben we zo gelaten. We rijden er toch enkel in de zomer mee en het scheelt ruimte.” Van de SMV 10 heeft Frank eveneens een stukje historie paraat. In 1964 bestelde een zekere meneer De Laet uit Den Haag dit exemplaar bij de importeur in Amsterdam. Prijs: bijna 7.000 gulden, destijds een vorstelijk bedrag. Het voorjaar erop werd het mobiele huisje geleverd, klaar voor het kampeerseizoen!
De ouders van Frank volgden dit voorbeeld. “Ze zijn lid geworden van de Dutch SMV Friends en maakten jaarlijks diverse kampeerweekeinden mee. In het begin waren zij de enigen met een klassieke auto en caravan en dat gaf veel belangstelling. Later kwamen er meer leden met een ‘oude trekker’. Op zijn beurt ging Frank met zijn gezin (drie kinderen) eveneens met de SMV op reis. “Met een voortent erbij gaat dat best. Ook ga ik wel eens met Volvo plus caravan naar het werk, net als met de Triumph of met mijn Solex. Het moet tenslotte draaien, nietwaar? Voor mij zijn het gebruiksvoorwerpen. Dat betekent wel dat de PV544 niet meer okselfris is. De restauratie is alweer achttien jaar geleden, dus komen er wat plekjes. Maar het is nog immer starten en lopen, iets wat overigens ook voor de TR3A geldt. Het onderhoud valt mee: eens per jaar gaan alle voertuigen bij een bevriende garage op de brug voor een grondige inspectie van onder meer remmen, banden en verlichting. Tijdens de restauratie van de caravan hadden wij besloten dat het onderstel van roestvrijstaal moest zijn, dus dat geeft sowieso geen problemen.”
Tot slot: met meerdere klassiekers (zowel twee- als vierwielers) en een klassieke caravan blijft er weinig meer te wensen over, toch? “Nou, een klassieke motor – het liefst een Norton – zou ik nog wel willen bezitten, evenals een klassieke camper. Maar voordat dit laatste realiteit is, gaan wij nog met veel plezier met de Kattenrug plus het ‘eitje’ op avontuur!”
De Kattenrug met ‘eitje’is niet de enige historische kampeercombinatie die je kunt tegenkomen op de Nederlandse wegen. Onlangs schreven we nog over deze hoogbejaarde Ford met een al net zo’n antieke caravan.
Dit verhaal is eerder gepubliceerd in AutoWeek Classics 6 2023.