Luxe balzalen: Toyota Alphard en Vellfire
De Alphard? De kans dat je er eens eentje gezien hebt is hier niet zo groot, maar al in 2002 presenteerde Toyota in het thuisland de eerste generatie van dit luchtkasteel, een bijna vijf meter lange MPV met een 2,9 meter lange wielbasis. Tot 2007 was hij verkrijgbaar, waarna hij werd opgevolgd door een in tweeën geknipte nieuwe generatie. De Alphard was in z'n nieuwe gedaante namelijk ook als Vellfire te krijgen. De Alphard was de conservatieve, elegante versie. De Vellfire moest de liefhebber van sportiever smoelwerk aan zich binden. Met deze hagelnieuwe generatie wordt die lijn voortgezet.
Onderhuids zijn dus ook de nieuwe Alphard en Vellfire identiek aan elkaar. De Alphard krijgt een grote, wat pompeus front mee die de kolos een luxues voorkomen moet geven. De Vellfire oogt stukken brutaler en beschikt zelfs over een soort spoilerwerk rondom. Ook z'n lichtunits zijn overduidelijk anders dan die van z'n broer. Beide ruimtewonders beschikken opnieuw van de bijzondere B-stijl, een designelement dat we ook op de tweede generatie zagen (foto 12).
De ruime Japanners zijn vanbinnen behoorlijk te verbouwen. De stoelen zijn onafhankelijk van elkaar te verschuiven en de achterste exemplaren lijken vrij eenvoudig in elkaar te klappen te zijn. Het interieur is in vele smaken uit te voeren, en het is duidelijk dat Toyota voor een luxueus sfeertje gaat. We zien houten klaptafeltjes, bedieningselementen in het plafond en armsteuntjes.
Toyota heeft een 2,5-liter viercilinder met 180 pk en wie meer vermogen wenst kan een smeuïge 3,5-liter V6 met 276 pk bestellen. Uiteraard staat er ook een hybride aandrijflijn op de menukaart. Deze bestaat over een 150 pk sterke 2,5-liter vierpitter die volgens het Atkinson-principe loopt die is gekoppeld aan twee elektromotoren. Het voorste exemplaar is 141 pk sterk, het exemplaar achterin schopt het tot 67 pk. Volgens Toyota neemt het duo als Hybrid met 5,1 l/100 km genoegen.