Japanse autoproductie in de put
In Japan is de productie in de fabrieken gestegen met één procent ten opzichte van maand maart, toen de verwoestende aardbeving en tsunami plaatshad. Dat meldt de BBC. Daarmee is Japan er nog niet, want de productie is nog veertien procent minder dan vorig jaar. Het betekent wel dat het herstel in Japan zich sneller inzet dan verwacht. Analisten denken dat in augustus of september de productie weer op het niveau van voor de ramp is.
De auto-industrie is het hardst getroffen, voornamelijk omdat de fabrieken er geen grote inventaris op nahouden en afhankelijk zijn van vele toeleveranciers. Toyota produceerde in april bijvoorbeeld 74,5 procent minder auto's dan in april 2010. Bij Honda is dat zelfs 81 procent en bij Nissan 48,7 procent. De autoproducenten halen de gemiddelden dus flink omlaag. In totaal is gemiddeld 60,1 procent minder geproduceerd dan in april 2010. De export is nog desastreuzer: die daalde van 391.540 naar 126.601 auto's - dat is dus 67,8 procent. In geld uitgedrukt verliezen de Japanners daarmee 5,5 miljard dollar.
In Japan is men bang dat voornamelijk de afgenomen vraag in eigen land de komende tijd de productie laag houdt. Om het elektriciteitsnetwerk niet te zwaar te belasten zijn van juli tot september de autofabrieken op donderdag en vrijdag gesloten. In plaats daarvan wordt in de weekeindes gewerkt.