In het wild: Renault 16 (1967)

Vorig jaar blies de Renault 16 vijftig kaarsjes uit en daarmee verdient het model zeker een plekje in deze rubriek. Het is 1965 als Renault in Genève de 16 voor het eerst toont, een auto die min of meer gezien kan worden als de opvolger van de Frégate. Daar zaten overigens enige jaren tussen, jaren die Renault opvulde door in het Frégate-segment de Rambler van AMC als Renault te verkopen. In België werd de versie met Renault-labels in elkaar geschroefd, maar met de 16 had het merk eindelijk weer een volledig eigen auto in het gamma.

De door Gaston Juchet getekende hatchback wist met z'n destijds markante vormgeving 346 tot 1.200 liter aan spul mee te nemen. De achterbank was zowel schuif- als uitneembaar, maar ook op ander gebied stak de R16 slim in elkaar. Toen in 1968 de luxueuze TS z'n intrede deed, beschikte de 16 zelfs over achterruitverwarming, centrale vergrendeling en een dimbare achteruitkijkspiegel. Een jaar later kwamen achteruitrijlampen, elektrische ramen voor, een elektrisch zonnedak en leren bekleding. In 1966 wist de auto Car of the Year te worden.

Deze blauwe Renault 16 stamt uit 1967 en kwam in 1997 ons land binnen. Al sinds 2000 is hij bij zijn huidige eigenaar. Het betreft een 1150 en dus houdt zich onder de kap een 1.470 cc grote viercilinder schuil die 55 pk en 107 Nm levert, goed voor een topsnelheid van 142 km/h. Opvallend detail: de wielbasis aan de linkerzijde was - om plek te kunnen bieden aan de achterste torsiestangen. - 7 centimeter langer dan aan de rechterzijde.