Het lange leven van de Hindustan Ambassador
Van Oxford naar Calcutta
Toen in 2014 de laatste Hindustan Ambassador van de band liep, kwam er een stuk geschiedenis ten einde dat teruggaat tot de tijd dat India deel uitmaakte van het Britse rijk en Morris nog een zelfstandige autofabrikant was. We hebben het over de Morris Oxford die uitgroeide tot een heilige koe tussen de heilige koeien.
Wanneer William Richard Morris in 1910 in Oxford een garage begint, kan hij nog niet vermoeden dat hij daarmee de basis legt voor een autoconcern met zijn naam. Concreter wordt het wanneer William drie jaar later in het nabijgelegen gehucht Cowley in de gebouwen van een leegstaande militaire academie begint met de assemblage van zijn eerste auto. Weliswaar bestaat die eerste Morris grotendeels uit onderdelen van derden, maar toch. Het karretje draagt de typenaam Oxford, een directe verwijzing naar de thuisbasis van garagist Morris. De naam zal door de jaren heen worden gebruikt voor een keur aan modellen. Een andere naam die Morris veel zal gebruiken, is ‘Ten’, in 1932 voor een middenklasser in het populaire 10 pk-segment. Hoewel het vermogen door de jaren heen zal stijgen, zullen opeenvolgende modelgeneraties toch gewoon Ten blijven heten. Pas in oktober 1948 worden alle Ten-varianten opgevolgd door de Morris Oxford MO (wat overigens weer staat voor Morris Oxford).
India, dan nog een Britse kolonie, kent tot de Tweede Wereldoorlog geen auto-industrie. Daar komt verandering in wanneer Ghanshyam Das Birla, telg uit een voornaam Indiaas industrieel geslacht, zich in 1942 in de autobusiness begeeft en zo de eerste autofabrikant in India wordt. Uiteraard kan Hindustan Motors zelf een auto ontwikkelen, maar gemakkelijker is het om voort te borduren op bestaande techniek. Die is in ruime mate voorhanden in Groot Brittannië. Hoewel de meeste Britse autofabrikanten in die dagen zijn overgeschakeld op oorlogsproductie, zijn er genoeg merken waarbij leentjebuur kan worden gespeeld. Zo komt Birla bij Morris terecht. Besloten wordt de in 1938 geïntroduceerde Morris Ten series M te assembleren als Hindustan 10. De samenwerking is tot wederzijds genoegen en blijft dat ook na de dekolonisatie in 1947.

Morris Oxford
Gelijk met de Morris Oxford MO wordt in oktober 1948 ook de Morris Minor gepresenteerd. Beide auto’s zijn van de hand van Alec Issigonis, later ook de geestelijk vader van de Mini. Het lijnenspel van de auto’s verraadt overduidelijk familiebanden. De Oxford MO maakt na zes jaar plaats voor een compleet nieuw model: de Oxford II. Hoe anders vergaat het de Minor. Die weet het uiteindelijk uit te zingen tot 1974 als in Nieuw-Zeeland de laatste bestelwagen wordt geassembleerd. In India wordt de Oxford MO vanaf 1949 geassembleerd als Hindustan 14 en niet veel later volgt de Minor, die in India door het leven gaat als Baby Hindusthan (waar die extra ‘h’ vandaan komt, is niet duidelijk).
Wanneer de Oxford II in 1956 een andere neus en achterschermen krijgt, wordt hij omgedoopt tot Oxford III. Dit is geenszins het einde voor de Oxford II. Vanaf 1957 schroeft Hindusthan hem in elkaar als Landmaster. Een lang leven is de Landmaster echter niet beschoren. Al in 1959 staat zijn opvolger klaar: de Ambassador. Die is niet echt anders dan de Landmaster, het is namelijk niets anders dan de Morris Oxford III (die in zijn thuisland wordt vervangen door de compleet nieuwe Oxford Farina). Met de Ambassador begint een nieuw tijdperk voor de autofabriek van Birla. De Ambassador is namelijk niet meer het resultaat van uit de Midlands verzonden assemblagepakketten, maar een echt eigen product. Hindusthan (de extra h verdwijnt later weer) is dus niet langer gebonden aan wat de Engelsen aan onderdelen naar India verschepen, maar kan nu ook naar eigen inzicht aanpassingen maken. Dat doet het dan ook, zij het in zeer beperkte mate. De enige grote variatie is de Ambassador Porter pick-up.

Hindustan Ambassador
Aan het basisconcept van de auto zal tot het eind van zijn carrière niet veel veranderen; het is een relatief goedkoop te produceren karretje, dat uitermate geschikt is om over het Indiase wegennet te hobbelen. Grote aanpassingen zijn ook niet direct nodig; serieuze concurrentie is er niet in India. De voornaamste wijzigingen vinden in eerste instantie onderhuids plaats. Tot 1959 gebruikt Hindustan in de ‘Amby’ de zijklepmotor uit de Oxford MO, daarna wordt die klassieke vierpitter vervangen door de BMC B-seriemotor die destijds wel al in Engeland in de Oxford II en III werd geleverd.

Hindustan Ambasador Avigo
In 1979 wordt er een dieselmotor aan het programma toegevoegd en de inmiddels verouderde BMC-motor wordt begin jaren negentig vervangen door Isuzu-krachtbronnen. Naast tal van kleine retouches krijgt de Ambassador ook verschillende toevoegingen achter zijn naam. In eerste instantie is dat heel simpel Mark I tot en met IV, daarna wordt het Nova, Classic, Grand en Encore. In 2004 verschijnt zelfs nog een compleet herziene versie onder de naam Hindustan Avigo. Voor Britten met nostalgische gevoelens en voor Indiase expats in het Verenigd Koninkrijk wordt de Ambassador van 1991 tot 1998 geïmporteerd als Fullbore Mark 10. Maar een paar worden er verkocht.

Fullbore Mark 10
Pas in mei 2014 valt het doek als de laatste Ambassador – een Grand – van de band loopt, 53 jaar nadat de eerste Oxford III het licht zag. En ook nog eens 30 jaar na de allerlaatste Morris, een Ital Van.
Dit artikel is eerder verschenen in AutoWeek Classics nummer 12 uit 2015.