GTO Engineering laat meer van eigen V12 zien

GTO Engineering legt de lat tamelijk hoog voor wat betreft de specificaties van de V12. Het bedrijf heeft de originele V12 van Ferrari uit de jaren 60 als uitgangspunt genomen en de eigen krachtbron moet in vrijwel alle opzichten beter worden. Zo moet het gewicht van de 4.0 V12 met vier nokkenassen onder de 165 kilo komen te liggen en perst GTO Engineering er naar eigen zeggen 'meer dan 460 pk' uit. De plek van de rode lijn op de toerenteller is mogelijk nog indrukwekkender: pas bij 10.000 toeren per minuut is de koek op.

Momenteel ondergaat de twaalfcilinder volgens het bedrijf de nodige beproevingen op de testbank. Het principe van het opnieuw ontwerpen en opbouwen van een in de basis oud blok doet enigszins denken aan wat Singer samen met Williams Advanced Engineering heeft gedaan met de luchtgekoelde zescilinder boxermotor van Porsche.

Verder laat GTO Engineering weten dat het voor de Squalo mikt op een gewichtsverdeling van 55/45 en dat de motor laag in de auto komt te liggen om het zwaartepunt te verbeteren. In totaal moet de Squalo minder dan 1.000 kg wegen. Als contragewicht voor de motor komen zwaardere onderdelen als de versnellingsbak en de accu achterin te liggen. Volgens Mark Lyon, directeur en oprichter van GTO Engineering, deelt de V12 geen enkel onderdeel met het origineel van Ferrari. Het bedrijf maakt ook gebruik van fabricagetechnieken die toentertijd nog niet bestonden. Zo wordt onder meer de behuizing van de motor vervaardigd met een 3D-printer.

De eerste afleveringen van de Squalo staan gepland voor 2023. Hoeveel auto's GTO Engineering precies gaat bouwen en wat het retro-pretpakket moet kosten, houdt het bedrijf vooralsnog onder de pet.