Gros Nederlandse autoforenzen laat auto niet staan door hoge brandstofprijzen
Auto blijkt vaak noodzaak
Acht op de tien forenzen die met de auto naar het werk reizen, laten die niet vaker staan door de hoge brandstofprijzen, zo blijkt uit onderzoek van Kantar Public in opdracht van Coalitie Anders Reizen.
Coalitie Anders Reizen heeft onderzoek gedaan naar de effecten van de gestegen energie- en brandstofprijzen op het woon-werkverkeer. Uit het door Kantar Public onder 2.000 personen uitgevoerde onderzoek blijkt dat 54 procent van de Nederlandse werknemers met een auto met verbrandingsmotor naar het werk komt. 78 procent van hen gebruikt de eigen auto terwijl 17 procent een leaseauto van de zaak rijdt en vijf procent via een private lease-constructie een auto rijdt. Slechts 3 procent van de ondervraagden gaat met een elektrische auto naar het werk. 61 procent van de ondervraagden geeft aan niet thuis te werken. Van die groep die naar het werk gaat en dus niet thuiswerkt, werkt 45 procent op minder dan 10 kilometer afstand van het werk.
13 procent van de Nederlandse forenzen geeft in het onderzoek aan de auto voor privédoeleinden vaker te laten staan. 46 procent van het totaal geeft aan dat 'de auto voor privé-doeleinden minder gebruiken' enigszins op hen van toepassing is. Zo'n 80 procent van de forenzen die met de auto naar het werk gaat, is niet van plan die te laten staan. 58 procent van hen zegt ongeacht de hoogte van de brandstofprijzen de auto te blijven gebruiken. Daarvan zegt 48 procent dit niet te doen omdat de woon-werkafstand te groot is. Van de werknemers die binnen een straal van 10 kilometer van hun werk wonen geeft driekwart aan de auto vaker thuis te laten als een (elektrische) fiets wordt vergoed. Meer dan de helft van de forenzen maakt zich zorgen over de stijgende energie- en brandstofkosten.