Gereden: Hyundai Veloster Turbo
Hij was al apart, de Veloster met zijn drie portieren: een aan de bestuurderskant, en twee aan de andere zijde. Maar nu wordt hij nog aparter. Hyundai heeft de 1.6-liter GDI viercilinder van een turbolader en een tussenkoeler voorzien waardoor het maximumvermogen op 186 pk komt te liggen en de trekkracht tot 265 Nm aanzwelt. Dat zijn ten opzichte van de atmosferische versie winsten van achtereenvolgens 33 en 59 procent.
Vooral die extra Newtonmeters voel je, al vanaf 1.500 toeren trekt de Veloster Turbo stevig door en die energieke duw in de rug begint pas af te nemen als de naald van de toerenteller de 4.500 voorbij zwiept. Opschakelen – met de zestraps handbak – en gasgeven is voldoende om deze sensatie een aantal malen opnieuw mee te maken. Vaart zit er dus voldoende in: volgens Hyundai zelfs genoeg om in 8,4 seconden van 0 naar 100 km/h te sprinten.
De vierpitter is qua beschaving niet opgeknapt door de turbolader. Hij loopt tamelijk rauw en de vermogensontwikkeling is vooral explosief. Zijn inborst doet sterk denken aan de viercilinder van de eerste generaties Lancer EVO. Potent? Ja. Beschaafd? Nee.
Lees de volledige rij-impressie in AutoWeek 32 die op 8 augustus verschijnt.