Gereden: BMW X1 xDrive28i

Volgende maand debuteert BMW's viercilinder downsizemotor in de X1. In de toekomst komen we 'm in meerdere vermogensvarianten tegen in verscheidene modellen van BMW. Nog dit jaar duikt-ie op in een andere versie, maar de fabrikant doet er vooralsnog het zwijgen toe over welke. De 2,0-liter TwinPower turbomotor heeft in de X1 xDrive 28i 245 pk. Da's dertien pk minder dan de drieliter zescilinder die hij aflost, ontwikkelt. De trekkracht ligt met 350 Nm echter veertig Nm hoger. En dat koppel is ook nog eens veel eerder beschikbaar, al iets boven de 1.000 tpm.

Het verloop is prachtig vlak waardoor de X1 mooi gelijkmatig accelereert. De twinscroll-turbocompressor komt fluweelzacht in; van en turbogat is hoegenaamd geen sprake. Doorhalen naar 7.000 tpm is geen enkel probleem. De vierpitter blijft onverminderd hard sleuren aan de SUV, waarvan je bijna vergeet dat-ie toch zo'n zestienhonderd kilogram in de schaal legt. BMW claimt een acceleratie vanuit stilstand naar 100 km/h in 6,1 seconden, en da's 0,7 tellen sneller dan de oorspronkelijke X1 xDrive 28i met drielitermotor. De topsnelheid ligt 10 km/h hoger dan voorheen.

Naar verluidt verbruikt de tweeliter in de X1 in de praktijk van alledag 7,9 liter per honderd kilometer, belangrijk minder dan de zescilinder. En daar is het bij een downsizemotor natuurlijk voor een belangrijk deel om te doen. Net als om de CO2-uitstoot. Die blijft volgens BMW bij deze X1 steken op 183 g/km. De 28i stoot nu nog 219 g/km uit.

Kortom BMW's nieuwe tweeliter is ondanks z'n enigszins deprimerende toevoeging 'downsizemotor' beslist geen zwaktebod. Of het zou moeten zijn dat de viercilinder de sensationele en voor BMW zo kenmerkende zescilinderhuil ontbeert waarop de nu scheidende X1 XDrive 28i je trakteert.

De volledige rijimpressie met de BMW x1 xDrive 28i staat in AutoWeek 8, die op 23 februari verschijnt.