Geen prijsstijging nieuwe auto's door 'btw over bpm'
Ministerie doet toezegging
In september kwam aan het licht dat er door een procedurele wijziging rond bpm-afdracht mogelijk btw gerekend zou gaan worden over bpm. Die 'belasting over belasting' was volgens de overheid niet de bedoeling en komt er dan ook niet.
Ergens in 2021 of 2022 gaat de procedure rond bpm-afdracht op de schop, waardoor bpm geen 'doorlopende post' voor autoverkopers meer is. Waar autoverkopers normaal de bpm afdragen voordat de klant de auto koopt en deze vervolgens los bij de verkoopprijs optellen, zou de bpm hierdoor in het vervolg bij de kale verkoopprijs komen en er ook btw over worden gerekend. Belasting over belasting, zo constateerden fiscalisten. Dat kon niet de bedoeling zijn, meende de Bovag, en nu is er de toezegging van het ministerie van Financiën dat dit inderdaad niet zal gebeuren. Dat bericht de Bovag.
Staatssecretaris Hans Vijlbrief (Financiën) is in gesprek met de branche om eventuele verdere onduidelijkheden weg te nemen. Han ten Broeke, algemeen voorzitter van de Bovag, is blij met deze toezegging. Anders was het volgens hem een enorme klap geweest voor zowel de consument als de branche: “Nieuwe en gebruikte auto’s dreigden gemiddeld € 1.000 tot € 2.000 duurder te worden. Op een middenklasse auto zoals bijvoorbeeld de Mazda 3 op benzine zit nu minimaal € 4.418 bpm. De btw daarover zou € 928 zijn. En voor een populaire zakendiesel als de Peugeot 3008 zijn die bedragen respectievelijk € 8.831 en € 1.855. En campers soms nog veel meer. Zeer ongewenst in deze tijden waarin de nieuwverkoop fors terugloopt. De overheid speelt met de autobelastingen en subsidies een steeds grotere en negatieve rol in de showroom. Goed dat de door ons gevraagde duidelijkheid er nu ook is gekomen. Voor de branche en voor de Belastingdienst. We zijn blij met de steun van Helma Lodders, die er via Kamervragen voor zorgde dat de staatssecretaris opheldering verschafte.”