Fiat Cinquecento vs. drie Japanse kleintjes - Uit de Oude Doos

Welke dwerg heeft 't meest in huis?

Fiat Cinquecento vs. drie Japanse kleintjes - Uit de Oude Doos

Fiat keerde ruim dertig jaar geleden op eigentijdse wijze terug naar het segment waarin ze ooit heer en meester waren met de oer-500: dat van de allerkleinste stadsauto's. In 1992 waren het echter vooral de Japanners die daar de dienstuitmaakten. Daar had de Fiat Cinquecento stiekem nog een aardige kluif aan.

Met de Cinquecento deed Fiat een gouden greep in de jaren 90. De slimme en compacte Italiaan sprak veel (vooral jonge) mensen aan en hier in Nederland werden er in de loop der jaren maar liefst 28.478 van verkocht. Dat hij het zo goed zou doen, was echter niet direct een gegeven. De concurrentie was immers niet mals, want vooral vanuit de Japanse hoek waren er al diverse goedkope kleintjes op de markt gebracht vóór de Cinquecento kwam. We gooiden de Fiat Cinquecento daarom precies dertig jaar geleden voor de leeuwen, of beter gezegd, voor de leeuwtjes. Hij nam het op tegen de Daihatsu Cuore, Suzuki Alto en Subaru Mini Jumbo.

Vooral de Cuore en Mini Jumbo bleken taaie opponenten voor de Cinquecento. De Alto iets minder, maar dat was dan ook de oudste van het stel. Laten we beginnen met waarmee de Fiat Cinquecento in positieve zin opviel. Hij scoorde vooral punten met zijn uitstraling, in het bijzonder in het interieur: "We hebben nog niemand gesproken die het interieur van de Cinquecento níet leuk vond. Het oogt binnenin de kleinste Fiat gezellig huiselijk. Wat een leuk patroontje van een bekledingsstof al niet kan doen." Ook het zitcomfort van de voorstoelen was goed: "De twee beste voorstoelen van deze vier (auto's, red.) zitten in de Fiat. Als enige hebben deze zetels wat vorm en ondersteunen ze het lichaam. Met name de rug krijgt 'n steuntje, de benen wat minder. Het is in elk geval beter dan het meubilair in de Japanners."

Comfortabel en traag

Je verwachte het misschien al, maar de Cinquecento legde het nog wel af tegen de andere drie als het aankwam op de aandrijflijn. Daar hadden de Japanners immers wel kaas van gegeten. "De Fiat schakelt niet echt aangenaam. Het mechaniek laat zich zwaar bedienen (met name de vijfde versnelling) en heeft regelmatig haakneigingen." Ook vonden we de pedalen van de Cinquecento wat moeilijk te bedienen. Motorisch viel het ook tegen, al had de Fiat de grootste motor: "De Cinquecento houdt zijn Japanse tegenstrevertjes niet bij. De auto is niet vinnig, gretig of snel en met een stevig windje-tegen bleven we op de snelweg een keer bij 120 km/h steken. Een prima bescherming tegen bekeuringen dus, zo'n Cinquecento." We testten hier dan ook de Cinquecento met de nog uit de 127 afkomstige 899 cc vierpitter, later zou de 1.1 Fire-motor er een stuk meer leven in brengen. De koppeling vonden we overigens wél in positieve zin opvallen ten opzichte van de Japanners.

Qua rijcomfort kon de Cinquecento zich beter meten met de concurrentie. Hij was zelfs 'met afstand de comfortabelste auto van het viertal'. Wel was de Daihatsu Cuore een wat meer uitnodigende auto in de bochten. De Subaru Mini Jumbo was ook behoorlijk comfortabel, maar deed dat grotendeels teniet met de luidruchtige motor. Dat was met 758 cc overigens ook de kleinste van het stel. Over de Alto konden we kort zijn: "Die is hard toe aan een opknapbeurt. Zijn lage kosten, duurzaamheid en waardevastheid zijn hem gegund, maar een beetje comfort is toch niet teveel gevraagd?" Dat er spoedig een geheel nieuwe Alto zou komen, was dan ook geen overbodige luxe. De Alto was de grote verliezer in deze multitest.

Verliezer werd winnaar

We concludeerden dat Fiat een aardige aanval had ingezet met de Cinquecento, maar dat er zeker zaken waren waar de Italianen werk van moesten maken om het de Japanners écht moeilijk te maken. De motor, versnellingsbak en ook de ruimte op de achterbank beoordeelden we als onvoldoende. "Als die Mini Jumbo stiller wordt en de Cuore betere voorstoelen krijgt, zijn ze onverslaanbaar." Het liep iets anders. De Mini Jumbo droeg het stokje over aan de guitige maar minder succesvolle Vivio, Suzuki kwam in 1994 met de nieuwe Alto die de Cinquecento en Cuore aftroefde in de Nederlandse verkoopcijfers. Met de Seicento kreeg Fiat hier pas de overhand.

Lezersreacties (16)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.