Facelift Friday: Chevrolet Corvette C1

Met de kont van zijn opvolger

Facelift Friday Chevrolet Corvette C1
Facelift Friday Chevrolet Corvette C1Facelift Friday Chevrolet Corvette C1Facelift Friday Chevrolet Corvette C1Facelift Friday Chevrolet Corvette C1Facelift Friday Chevrolet Corvette C1Facelift Friday Chevrolet Corvette C1Facelift Friday Chevrolet Corvette C1Facelift Friday Chevrolet Corvette C1Facelift Friday Chevrolet Corvette C1Facelift Friday Chevrolet Corvette C1Facelift Friday Chevrolet Corvette C1Facelift Friday Chevrolet Corvette C1Facelift Friday Chevrolet Corvette C1Facelift Friday Chevrolet Corvette C1Facelift Friday Chevrolet Corvette C1Facelift Friday Chevrolet Corvette C1Facelift Friday: Corvette C1

We duiken weer eens de geschiedenisboeken in op Facelift Friday. De eerste Corvette maakte in bijna een decennium een vrijwel complete metamorfose door en kreeg aan het eind van die periode zelfs alvast de kont van zijn opvolger aangemeten.

De oer-Corvette heeft inmiddels een legendarische status en een vrijwel eindeloze schare liefhebbers, maar dat is hem niet aan komen waaien. Aan het begin van zijn carrière moest Chevrolet naar verluidt heel wat moeite doen om Corvettes aan de man te brengen. Aan de vormgeving van het koetswerk kan dat nauwelijks hebben gelegen. Een lange motorkap, wulpse spatborden en verzonken koplampen die van achter hun gaaswerk ietwat mysterieus overkomen, maakten het sportieve en exclusieve karakter van de Corvette in geboortejaar 1953 direct duidelijk.

Exclusief was de oer-Corvette zeker, want in het eerste jaar werden niet meer dan 300 exemplaren gebouwd. In de jaren die volgden, liepen de productieaantallen rap op en kreeg de sportieve Chevy vrijwel elk jaar wat verse onderdelen. Een nieuwe motor hier, meer vermogen daar, maar ook de carrosserie moest er geregeld aan geloven. In 1956 was het tijd voor de eerste grote update en besloot Chevrolet om vrijwel het gehele koetswerk te vervangen. De ‘gaaslampen’ maakten daarbij plaats voor hoger geplaatste, vooruit priemende exemplaren, terwijl de achterlichten hun ‘uitstekende’ positie juist verruilden voor een in de achterschermen verzonken positie. De flanken werden opgeluisterd door een met chroom geaccentueerd, ovaal vlak achter de voorwielen, dat nog meer opviel als het in een contrastkleur werd gespoten. Voor meer comfort kwamen er bovendien voor het eerst echte zijruiten beschikbaar en begon Chevrolet met het aanbieden van een verwijderbare hardtop voor de roadster.

Er volgde wederom een periode van kleinere updates, maar in 1958 hield Chevrolet de Corvette opnieuw tegen het licht. In de periode waarin vierdeurs sedans in de VS waren uitgegroeid tot gigantische, met chroom behangen bakbeesten met gigantische staartvinnen kon de sportieveling van het merk natuurlijk geen relatief ingetogen type meer zijn. Dus werd het aantal koplampen verdubbeld tot vier en kreeg de grote, centraal geplaatste grille gezelschap van twee kleinere, eveneens met chroom behangen exemplaren.

Aan de achterzijde veranderde nauwelijks iets in 1958, maar dat werd in 1961 ruimschoots goedgemaakt. In dat jaar kreeg de Corvette C1 zijn laatste grote update. Deze keer bleef de voorzijde buiten schot, maar werd de kont stevig gemoderniseerd. Sterker nog, de achterzijde van de laatste C1 lijkt in alles op de bips die vanaf 1962 op de geheel nieuwe C2 zou prijken. De modernere kont was veel strakker getekend dan het origineel en kenmerkt zich door een scherpe, horizontale lijn met vier laag geplaatste achterlichten. Die vier lichtpuntjes groeiden uit tot een typisch Corvette-kenmerk en schitteren tot op de dag van vandaag op Amerika’s bekendste sportieveling.