Dit speelt bij Stellantis

Net als bij BMW en Mercedes-Benz kregen ook de aandeelhouders van Stellantis dit jaar een winstwaarschuwing voor de kiezen. Met name in de VS vielen de verkoopresultaten erg tegen en bij de Jeep-fabriek in Ohio moesten 1.000 banen verdwijnen. Bovendien moesten onder meer in Italië en Frankrijk fabrieken dicht of afgeschaald, wat voor veel wrijving tussen het concern en die landen zorgde.

ACEA

Bij Stellantis lijkt bovendien iets vreemds aan de hand te zijn. Vorig jaar zegde toenmalig CEO Carlos Tavares het lidmaatschap van de Europese branchevereniging ACEA op, omdat hij het niet eens was met de lobby die de club voert om de strengere CO2-normen uit te stellen. Tavares was van mening dat Stellantis klaar was om aan de nieuwe normen te voldoen, mede dankzij relatief betaalbare EV’s van Fiat, Citroën en Opel. Afgelopen maand was Tavares van de ene op de andere dag weg bij Stellantis en zijn bureaustoel was nog warm toen bij toenmalig ACEA-voorzitter Luca de Meo het verzoek tot het hervatten van het Stellantis-lidmaatschap op de deurmat plofte. Het heeft er alle schijn van dat de andere topmensen in het concern wat minder zelfverzekerd zijn over de CO2-prestaties dan Tavares eerder.

Een ander direct gevolg van Tavares' vertrek is dat de voorgenomen ontslagen in Ohio van de baan zijn. In het geruchtencircuit gonsde dat met name de Amerikaanse takken van Stellantis Tavares beu waren; hij zou te weinig begrepen hebben van de markt in de VS. Deze goede tijding voor de fabrieksmedewerkers in Ohio lijkt dit te bevestigen.

Leapmotor

Niettemin sorteert Stellantis slim voor op de toekomst. Het heeft de Europese vertegenwoordiging van het Chinese Leapmotor binnengehaald, waarmee het aan de onderkant van de markt elektrische auto's kan aanbieden. Leapmotor fabriceert inmiddels ook in Europa (Polen), waarmee het de Europese importheffingen ontloopt. Misschien gaat blijken  dat Tavares het achteraf gezien toch nog bij het rechte eind had met zijn hoogmoed.