De Tweeling: Renault Dauphine - Alfa Dauphine
Italiaanse erfgenaam
Terwijl Renault de 4CV nog volop op zijn bestellijsten had staan, werd in 1956 de Dauphine aan het modellengamma van het Franse merk toegevoegd. De Dauphine, 'de troonopvolger van de 4CV', was een nog geen 4 meter lange sedan, die voor een deel gebruik maakte van de techniek van dat model. Wie een beetje met zijn ogen knijpt, herkent waarschijnlijk het ontwerp van de grotere Frégate in de Dauphine.
Net als bij de 4CV lag de krachtbron achterin: een watergekoelde viercilinder die niet 760 cc groot was, zoals in de 4CV, maar een inhoud had van 845 cc. Het blokje hielp de 650 kilo lichte Dauphine aan destijds meer dan acceptabele prestaties, maar voor wie een sprintje vanuit stilstand naar 100 km/h - hoe irrelevant ook - in zo'n 38 tellen niet genoeg was, kon vanaf 1964 kiezen voor de Gordini-variant, een uitvoering met een 49 pk sterke variant van dezelfde viercilinder.
Tussen 1956 en 1967 produceerde Renault ruim 2.150.000 Dauphines. Minder bekend is de door Alfa Romeo in licentie gebouwde versie van het Franse succesnummer. In 1958 tekenden de Régie Nationale des Usines Renault (Renault was nog een staatsbedrijf) en Alfa Romeo een overeenkomst waaruit Renault Italia voortvloeide. Onderdeel van de deal was onder andere het in Frankrijk kunnen verkopen van Alfa's via het Renault-dealernetwerk. Daarnaast zou tussen 1959 en 1964 in het in de Italiaanse provincie Milaan gelegen Portello de Alfa Romeo Dauphine voor de Italiaanse markt van de band lopen. Opmerkelijk, want Alfa Romeo bouwde tussen 1962 en 1964 ook de R4 in licentie, een auto die wél gewoon Renault-badges kreeg. Dauphines werden als CKD-kits (complete knocked down) naar Italia verscheept, waar ze werden geassembleerd. Zo werd het betalen van importheffingen omzeild.
Met de toevoeging van de Dauphine aan het leveringsgamma trachtte Alfa Romeo zijn verkopen te vergroten door ook een goedkoper model aan te bieden. In totaal werden bijna 74.000 Alfa Romeo's Dauphine gebouwd. Het topjaar beleefde de auto in 1960, toen ruim 20.000 exemplaren over de toonbank gingen.
Verschillen
Wie de Dauphines van Renault en Alfa Romeo naast elkaar zet, kan kleine verschillen waarnemen. Zo is in het Dauphine-logo in de neus de merknaam Alfa Romeo opgenomen en is de plaatsing van de richtingaanwijzers op de voorschermen anders, schermen die overigens zijn voorzien van de merknaam Alfa Romeo. Het zwarte exemplaar op deze foto's is overigens de tevens van Renault bekende Ondine-uitvoering, een in 1960 verschenen luxueuzere variant met een vierbak. Ook de Dauphine werd overigens in Italië als Alfa Romeo gevoerd.
Elektrisch
De Dauphine heeft naast deze Alfa Dauphine nog een bijzondere broer: de Henney Kilowatt (foto 5). Deze in 1959 door Henney Motor Company geïntroduceerde volledig elektrische variatie op het Dauphine-thema moest in zijn laatste levensjaar net geen 100 elektrische kilometers kunnen afleggen. In totaal zijn tot 1960 47 exemplaren verkocht.