De tweede Seat Toledo, bijna vergeten maar wel de mooiste
Terugblik op autojaar 1998
We zijn nog altijd aan het terugblikken op autojaar 1998. In deze aflevering pikken we de tweede generatie van de Seat Toledo eruit. Die kwam 25 jaar geleden op de markt.
Hoe zag het aanlooptraject eruit?
Je kunt rustig stellen dat de Seat Toledo in 1998 een wedergeboorte onderging. De baby zag eruit als een compacte, krachtige sedan, met een aparte kofferbak dus. Hoe anders was dat in het begin, toen Seat bakens verzette door in 1991 een riante sedan-achtige auto met een vijfde deur aan te bieden met de nieuwe naam Toledo. Hij was erg ruim en vooral de kofferbak van 550 liter maakte indruk. Het belangrijkste aan de Toledo was dat Seat duidelijk aangaf te hebben afgerekend met het Fiat-verleden. VW had de regie, maar stond de Spaanse tak van het concern toe om de Toledo genoeg onderscheidend vermogen mee te geven ten opzichte van zijn vergelijkbare concurrent van Volkswagen zelf, en dat was de Vento. De Seat was iets anders dan anders, plus drie mille goedkoper; dat bood perspectief. Het is duidelijk dat het onderstel en veel andere onderdelen uit de schappen van VAG afkomstig waren, inclusief de motoren en de dashboards. Wel werd overal iets van eigen Seat-identiteit toegevoegd, maar ook tijdens het rijden was de basis onmiskenbaar van Volkswagen. In 1998 werd de Toledo grondig herzien en veranderde hij in een echte sedan.
Hoe werd de tweede Seat Toledo onthaald?
Een serieuze stap vooruit, een treetje hoger in de markt. Dat waren de voornaamste conclusies toen Seat in het najaar van 1998 op de Autosalon in Parijs de nieuwe Toledo presenteerde. Hij kreeg een vloeiender koetswerk, waarmee hij er een stuk verfijnder ging uitzien. Was de oer-Toledo een goedmoedig en praktisch werkpaard, de nieuwe (modelcode 1M) had de pretenties van een verfijnder raspaardje. En iedereen zag wel iets van BMW-nieren in de nieuwe grille. De designstudio van Giorgetto Giugiaro werd geroemd voor zijn bijdrage, hoewel Steve Lewis, destijds chef exterior design bij Seat, eindverantwoordelijk was voor het ontwerp. Dat Seat het serieus meende met de nieuwe Toledo, bleek ook wel uit het motorenaanbod. Ook de 2.3 V5-motor van de concurrent in eigen huis, de Volkswagen Bora, was leverbaar in de nieuwe Toledo. Met die versie gingen we begin 1999 naar Spanje – Barcelona natuurlijk – om op locatie de eerste vergelijkende test te doen van de nieuwe Toledo tegenover een Saab 9-3. Een mooi verhaal: een Saab uit de stallen van General Motors tegen een Seat die niet in Spanje werd gebouwd maar in Brussel. Op dezelfde band als die Volkswagen Bora. Het feit dat we de nieuwe Toledo vergeleken met een 9-3, die in die tijd tegen premium aan schurkte, zegt wel wat over hoe de Toledo toen werd ingeschat. Een jaar later gingen de handen weer op elkaar, voor de Leon. De Golf van Seat, maar dan met Spaanse pepers, zo schreeuwde de marketingafdeling de wereld toe.
Hoe revolutionair was hij eigenlijk?
Wat voegt de Toledo toe aan de geschiedenis van de Westerse automobielwereld? Welnu, dat is best betrekkelijk. De oer-Toledo, met zijn vijfde deur, was onderscheidend. Maar feit blijft dat de Toledo onderdeel zijn van een groot concern waarin op een groot schaakbord zetten worden gedaan en waar niets gebeurt wat de opperbaas van dat concern niet goedkeurt. Die opperbaas is niet van Seat. De tweede generatie Toledo was bijzonder omdat de C-segment-sedan toen al op zijn retour was en de Toledo een opvallende uitzondering was op de regel ‘sedans zijn saai en truttig, weg ermee’ . Ook was een dwarsgeplaatste vijfcilinder in een compacte sedan bijzonder. Dat het dashboard van de Audi A3 ook in de Seat Toledo (en later dus eveneens in de Leon) werd geleverd was misschien opmerkelijk, maar revolutionair was dat natuurlijk niet.
Wat waren de keuzes bij de marktintroductie?
De Toledo van 1998 was verkrijgbaar met heel wat motorvarianten. Geen wonder, want moeder VAG heeft nogal wat in de schappen liggen. Instapper was de 1.6 benzinemotor; een viercilinder met acht kleppen, niets aan de hand, 100 pk sterk. Daarnaast bood Seat keuze uit een 1.6 16V (105 pk, ook met automaat), een 1.8 20V (vier cilinders, vijf kleppen per cilinder, 125 pk, ook met automaat) en de 2.3 V5 van 150 pk. Ook volop dieselkeuze in die tijd, met altijd een inhoud van 1896 cc en toch vier TDI’s. Eerst alleen van 90 en 110 pk, later in het pompverstuivertijdperk zelfs van 130 en 150 pk! De uitvoeringen liepen uiteen van Stella (basis) via Sport, Signum, Signo en Spirit tot Executive. Over het algemeen kun je zeggen dat de Seats vergeleken met Volkswagens in die tijd goed in hun spullen zaten. In de loop der jaren werden de motoren aangepast, de 2.3 V5 ging in 2001 van 150 naar 170 pk en de 1.8 20V moest als ongeblazen variant in 2003 het veld ruimen maar daarvoor terug kwam wel de versie met turbo, de bekende 1.8 20VT. Hij leverde in de Toledo 180 pk en is daarmee de sterkste Toledo van de tweede generatie. De 2.8 V6-krachtbron in combinatie met vierwielaandrijving is in tegenstelling tot in zijn hatchbackbroer Leon nooit leverbaar geweest in de Toledo. Wel toonde Seat in 1999 nog de veelbelovende Toledo Cupra concept, met die 204 pk sterke motor, dikke bumpers in de stijl van de latere Leon Cupra. Van die Toledo Cupra is nooit meer iets vernomen.
De Seat Toledo 1.8 20VT, alleen het laatste jaar geleverd.
De Seat Toledo Cupra-concept. de Leon zou met de naam Cupra en de dikke bumpers aan de haal gaan.
Wat waren de concurrenten van de tweede Toledo?
Bij de Toledo was het zoeken naar concurrenten, gezien de teloorgang van de compacte sedan die net is ingezet. En hoewel Seat de Toledo van 1998 wil upgraden, is het juist ook in het D-segment dringen geblazen met de Vectra, Passat, S40, 406 en Laguna. De Toledo hoort strikt genomen een treetje lager thuis en moet het zodoende opnemen tegen de Bora en twijfelaars als de Mitsubishi Carisma en de Fiat Marea. Maar hij had ook concurrentie te duchten van merkgenoot Cordoba, de vierdeurs variant van de Ibiza. Die kwam er ook als 2-deurs coupé, en als Vario, een stationwagon. Een slag kleiner en goedkoper dan Toledo. De grootste concurrent van de tweede Toledo komt misschien wel uit de eigen familie, want de Volkswagen Bora is van hetzelfde laken een pak, al kon je van de Bora overigens wel een Variant krijgen en is er van de Toledo geen stationwagon verschenen.
Hoe werd hij ontvangen door de consument?
De Toledo komt in 1998 tot plek 55 in de ranglijst met 3.300 verkochte auto’s. Het jaar erna evenaart hij dat aantal wat voor een sedan in het C-segment echt een net resultaat is. Zulke modellen konden in die jaren gewoon niet op tegen het verkoopgeweld van de hatchbacks in die klasse. De achterblijvende populariteit van de Toledo ten opzichte van de Leon zie je terug in de reviews: de Toledo is minder gewild, wellicht vanwege die separate kofferbak. Opvallend: kopers van gebruikte Toledo’s zijn er blij mee dat je voor minder geld feitelijk meer auto koopt dan bij aanschaf van die geliefde, vlotter ogende Leon. Dan zien we vaker. De sedan als muurbloem in de showroom. Meer auto voor minder geld. Maar ja, ook niet zo hip.
Nog bijzonderheden tijdens zijn levensloop?
De tweede Toledo onderging nooit een ingrijpende facelift, kreeg vanbinnen geen opvallende wijzigingen en als we op deze site zoeken in het nieuws dat we destijds maakten zien we het model in de jaren 1998 tot 2004 amper voorbij komen. In 2003 kondigen we een nieuwe instapversie aan, die het Stella-uitrustingsniveau vervangt. Hij heet Spirit en is er voor nog geen 20.000 euro. In hetzelfde bericht doet de 1.8 turbomotor zijn intrede. Wat eigenlijk het grootste en misschien ook wel het ergste nieuws is komt aan het einde van zijn levenscyclus. Seat vervangt de knappe Toledo door een Altea met kont! Groot is de verbazing wanneer in het voorjaar van 2004 op een autoshow in Madrid het doek van de derde Toledo afgaat … Een MPV met een kont!
Welke uitvoering spreekt het meest tot de verbeelding?
De 170 pk V5 is natuurlijk best bijzonder, als afgeleide van de beroemde VR6 van Volkswagen, maar dan een cilindertje korter. Die uitvoering sluit mooi aan bij het onderscheidende dat de Toledo van 1998 moet uitstralen. De 1.8 20V met die kenmerkende roffel bij het optrekken is ook leuk. Leuker nog is die versie met turbo maar zulke Toledo’s zijn schaars want ze zijn maar een jaar geleverd. Nee, we gaan toch voor de 2.3 V5 en dan het liefst een 20-klepper, de eerste had er 10. Dus een Toledo 2.3 V5 met zo’n lekker weelderig leren interieur. Vind er nog maar eens een.
Wat is de impact van de Seat Toledo geweest?
De impact van de Toledo betekent in de eerste plaats een interessant kijkje in de keuken van de gigantische autofabrikant Volkswagen, die verschillende merken en grotendeels dezelfde modellen een plaats moest geven in een veranderende markt. De Toledo geeft ook aan hoe betrekkelijk alles is wanneer je niet Golf, Corolla of Civic heet. Er is best wel wat gesold met het model, met de MPV-uitstap vanaf 2004 als ongemakkelijk begin van het einde en de de no-nonsense periode van 2013 tot 2018 als stuiptrekking. De Toledo heeft het in de geschiedenisboeken minder ver geschopt dan de plaats waarnaar hij is vernoemd, zoveel is zeker. Maar het was leuk dat hij er was.
Hoeveel zijn er nog over?
Volgens de data van Vinacles zijn er op dit moment nog 1.407 Toledo’s van de tweede generatie met een geldig kenteken in Nederland. Die zijn als volgt verdeeld over de bouwjaren:
1999 169
2000 224
2001 228
2002 301
2003 269
2004 216