De AutoWeekend Top 10: Alfa Romeo's
We beginnen in 1966 met misschien wel de meest iconische Alfa ooit: de Spider. Een tweezits roadster met een voor die tijd bijzonder sterke 1.6 onder de bevallige kap. Dankzij dubbele carburateurs en dubbele nokkenassen kwam het vermogen op een respectabele 109 pk. Maar wie maalt er nou om vermogen, als je een dergelijk uiterlijk hebt?
Een jaar later, in 1967, kwam de spectaculaire 33 Stradale. In deze lijst op nummer negen. Eigenlijk een hevig gemodificeerde, straat-legale versie van de Tipo 33, een raceauto. In twee jaar tijd werden er slechts zo'n 18 gebouwd, mede vanwege de prijs die hoger was dan van een Lamborghini Miura. Maar daar kreeg je dan wel mooi een 2,0-liter V8 met racegenen voor terug, goed voor 230 pk. Althans, ongeveer, want elke auto werd met de hand gebouwd en het vermogen kon dus nog weleens afwijken.
Voor nummer acht maken we een sprongetje naar begin jaren '80. Toen introduceerde het merk de GTV6. Een prachtig design, met een zo mogelijk nog prachtiger 2,5-liter V6. Voorzien van brandstofinjectie en een bijna ideale gewichtsverdeling. Betrouwbaar was anders, maar dat is een gevalletje karakter.
Op nummer zeven vinden we de Alfa 75, die halverwege de jaren '80 op de markt kwam. Volgens liefhebbers de laatste echte Alfa, voordat het merk onder vlag van Fiat verder ging. Het idee van een ideale gewichtsverdeling speelt ook hier weer door, de 75 had een zogenoemde transaxle, met de versnellingsbak en differentieel gecombineerd op de (aangedreven) achteras. Uiteraard spreken de versies met V6 het meest tot de verbeelding.
Monster
Eind jaren '80 komt er, op basis van de 75, de SZ. In de volksmond ook wel 'het Monster' genaamd, en niet geheel zonder reden. Vandaar een verdiende plek in deze lijst.
De top vijf beginnen we begin deze eeuw met de 156 GTA. Het idee van een middenklasser met V6 is niet uniek, maar de uitvoering was in dit geval heel bijzonder. Bloedmooi, bloedsnel en tegenwoordig ook nog redelijk bereikbaar.
Dat geldt ook voor nummer vier, de 147 GTA. Voorzien van dezelfde 3,2-liter V6 als de 156 en dus dezelfde prachtige soundtrack. Bovendien is een V6 in het C-segment een unicum, wat de 157 GTA tot een collector's item maakt.
Op nummer drie vinden we een evergreen. De Alfa Romeo GT bleef zeven jaar in productie en overleefde zelfs de komst van een directe concurrent: de Alfa Romeo Brera. De GT wist dankzij z'n lichtvoetigheid en het tijdloze model echter in productie te blijven.
Nummer twee is voor de waanzinnige 8C Competizione. Zeldzamer dan een Ferrari en minstens net zo mooi. Een 4,7 –liter V8 met 450 pk atmosferisch genot maken de begeerlijkheid alleen nog maar groter.
En op nummer één het model dat Alfa terug ope kaart moet gaan zetten: de 4C. We hebben er nog niet mee gereden, maar het belooft een klassieker te worden. Een viercilinder turbomotor in het midden, aandrijving achter en een design waarvan we ons niet kunnen voorstellen dat iemand het niet mooi vindt. Bovendien een leeggewicht van 895 kilo, en dat kan nooit verkeerd zijn.