7 auto-onderdelen die verdwijnen door de komst van de EV
Vaarwel uitlaat, grille en nog meer ...
Door de komst van de elektrische auto zullen we bepaalde dingen zien verdwijnen die we al meer dan 130 jaar op, in of aan auto’s hebben gezien. We zetten zeven onderdelen op een rij die over een jaar of vijftien hard op weg zijn naar de status van museumstuk.
Met de toenemende elektrificatie verdwijnen bepaalde elementen uit auto’s. De grille, de uitlaat, dingen die je als autoliefhebber als één van de eerste zaken spot en waaraan je een bepaalde uitvoering herkent, ze verdwijnen! Ook in het interieur gaat het er anders aan toe. Vooral de bediening verandert. We merken het vaak bij het testen van nieuwe auto's. De keren dat je als AutoWeek-testredacteur nog een schakelpook ter hand neemt, zijn over een heel jaar op de vingers van één hand te tellen. Met deze zeven onderdelen bereiden we je vast voor op het afscheid van vertrouwde dingen.
1. De uitlaat
De uitlaat is al jaren aan inflatie onderhevig. Niet alleen door de komst van elektrische of geëlektrificeerde modellen, want fabrikanten werken ze ook bij benzine- en dieselversies achter de bumper weg. Inkepingen en lijstjes in achterbumpers moeten de illusie wekken van dubbele hoekige pijpen. Weet je nog hoe het vroeger was? Dat je ook op een BMW 3-serie zonder typeaanduiding aan de enkele of dubbele uitlaat kon zien wat voor vlees je in de kuip had?
2. De grille
Wen maar vast aan de dichte autoneus. De grille is nog steeds vaak het pronkstuk van de auto. Eén Duits merk gaat daarin misschien zelfs wel wat te ver, waarbij we natuurlijk BMW bedoelen. Met een elektromotor wordt het allemaal anders. Die heeft weliswaar ook koeling nodig, maar een open raster om zo veel mogelijk lucht aan te zuigen, wordt overbodig.
3. De tankdop
De tankdop is in de meeste gevallen al weggewerkt achter een afdekklep en bij retromodellen kun je hem nog wel eens als glimmend sieronderdeel zien. Denk aan Mini’s.
4. De versnellingspook
Elektrisch rijden gaat doorgaans niet eens gepaard met een versnellingsbak. Bij plug-in hybrides is de elektromotor altijd gekoppeld aan de automatische transmissie. Auto’s waarin je zelf moet schakelen, worden schaars. Ook bij conventionele aandrijflijnen zie je al jaren de automaat oprukken. Dan heb je weliswaar nog altijd een keuzehendel, maar zelf poken om de versnellingen in te leggen, is er niet meer bij.
5. De toerenteller
Zelf kijken hoe het er in de machinekamer aan toe gaat via een toerenteller: het heeft iets moois. Natuurlijk, er zijn in moderne auto’s bijzonder gave weergaves van hoe de energiestroom gaat en hoeveel kilowatts en newtonmeters er in actie komen, maar verlekkerd kijken naar een toerenteller zal er steeds minder bij zijn. In een elektrische auto heeft zo’n ding al helemaal geen zin meer.
6. De luchthapper
De luchthapper op de motorkap: zeg eerlijk, denk je dan ook meteen aan een dikke Subaru? In de jaren 80 en 90 werden ze groter en groter en domineerden ze ook wel de hele zijkant bij een Ferrari Testarossa of 348. Vooral die op de motorkap, bedoeld om een dikke turbomotor aan lekker veel lucht te helpen, zullen we echter gaan missen.
7. De cardanas
Met een elektromotor op de voor- of achteras of op beide is de ruimte vretende cardanas verleden tijd. De cardantunnel, de hoge brug die in het verleden door het interieur van auto’s liep, kan verdwijnen en dat heeft voordelen: meer interieurruimte, minder onderdelen. Zo hebben die vernieuwingen zeker ook voordelen.